Hfdst 9 Flashcards

1
Q

Sociale normen

A

Wanneer mensen interacteren in een groep,
hebben hun gedachten, emoties en acties de neiging om te convergeren; steeds meer
overeenkomstig te worden.
Een sociale norm is een algemeen geaccepteerde manier van denken, voelen en gedragen waarover
de meeste mensen in een groep het eens zijn en deze onderschrijven als juist en gepast

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Beschrijvende sociale normen

A

Hoe een groep mensen denkt, voelt en doet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Injunctieve sociale normen

A

Wat mensen zouden moeten denken, voelen of doen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Van beschrijvende normen naar injunctieve normen

A

Wanneer veel mensen zich steeds op dezelfde manier gedragen beginnen ze te denken dat ze zich
ook op die manier zouden moeten gedragen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Solomon Asch, Muzafer Sherif

A

Allemaal proeven met sociale normen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Conformiteit

A

Volledig naar individuele gedachten, gevoelens of het gedrag naar die van een sociale norm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Private conformiteit

A

Persoonlijke acceptatie van sociale normen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Publieke conformiteit

A

Openlijk gedrag in overeenstemming met sociale normen die niet persoonlijk worden geaccepteerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Er zijn twee redenen waarom mensen zich conformeren aan normen.

A

• De belangrijkste reden waarom mensen zich conformeren naar normen is dat we verwachten dat
iedereen de wereld op dezelfde manier ziet.
• Een andere reden voor conformiteit is dat wanneer andere mensen onze mening delen, dit ons
vertrouwen vergroot, we maken hieruit op dat we de dingen op de juiste manier zien.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

False consensus effect

A

De neiging om te overschatten dat anderen dezelfde waarde en visie hebben over opvattingen,
kenmerken en gedrag.
Hoe belangrijker de verbinding met die anderen is des te sterker is dit valse consensuseffect

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Normen vervullen verbondheidsmotieven

A

Instemmen met anderen geeft mensen het gevoel van verbondenheid met anderen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Referentie groep

A

Wanneer je ondersteuning nodig hebt voor een beslissing of evaluatie en je je wendt tot de mensen
die je gelooft en die een gepaste informatiebron zijn voor een bepaalde beoordeling.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Mastery is vooral sterk geassocieerd met beschrijvende normen, wat we doen. Daarintegen

A

is verbondenheid vooral sterk geassocieerd met injuctieve normen, wat we zouden moeten doen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Consensus

A

overeenstemming, gelijke visie, alom heersende mening

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Need for mastery

A

Informational influence

Adopt group consensus because it seems correct

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Need for connectedness

A

Normative influence

Adopt group consensus to show identification with group

17
Q

Need to value me and mine

A

Influence from valued in-group

Adopt group consensus to feel positively about self and valued in-group

18
Q

Groepspolarisatie

A

Vindt plaats wanneer de initiële gemiddelde positie meer extreem wordt na een face-to-face interactie

19
Q

Manieren voor het tot stand komen van een groepspositie

A

• groepsinteracties - het uitwisselen van gedachten - waarbij de posities van de groepsleden direct
geuit wordt
• mensen kunnen de groepsnorm gokken op basis van wie de leden van de groep zijn.
• mensen kunnen hun voorkeuren onthullen door de soort vragen die ze stellen of door hun
lichaamstaal

20
Q

Oppervlakkige verwerking

A

Wanneer mensen horen wat anderen denken voor een discussie begint, dan zullen groepsleden
minder aandacht besteden aan de informatie die later wordt gedeeld
• Het feit dat mensen de neiging hebben zich meer te conformeren wanneer ze gelukkig zijn in
plaats van verdrietig - gelukkige mensen vermijden vaak systematisch denken
In beide gevallen is de heuristiek “Vertrouwen op dat de anderen gelijk hebben” aan het werk.

21
Q

Bijzonderheden in groepspositie

A

• Wanneer onbesliste of dissidente leden van een groep de meerderheidsconsensus overnemen,
verschuift de gemiddelde positie van de groep naar het extreme.
• heuristiek vertrouwen op de standpunten van andere kan leiden tot extreme posities omdat
mensen vaak de best mogelijke leden van hun groep willen zijn.

22
Q

Groepspolarisatie wordt nog waarschijnlijker omdat

A
  • De argumenten van de meerderheid talrijker zijn

- De argumenten van de meerderheid worden meer bediscussieerd

23
Q

Hidden profile

A

Één lid van een groep heeft informatie die de rest van de groep niet heeft

24
Q

David Wilder

A

Vond dat deelnemers nauwkeurig degezichten van de in-groepsleden konden matchen met hun argumenten

25
Q

Pluralistisch negeren

A

treedt op wanneer iedereen publiekelijk voldoet aan een duidelijke norm maar die niemand in feite
persoonlijk accepteert

26
Q

Wanneer doet groepsdenken zich voor

A

wanneer groepen zich meer zorgen maken om consensus te bereiken
dan om consensus te bereiken op een manier die de geldigheid ervan waarborgt

27
Q

Irving Janis (1972,1982)

A

Janis bedacht de term groepsdenken voor situaties waarbij het verlangen om consensus te bereiken
interfereert met effectieve beslissingen maken. Dit gebeurt meestal wanneer groepen een
overweldigende druk voelen om overeenstemming te bereiken om een positieve kijk op de groep te
behouden in het licht van een dreiging

28
Q

Om zeker te zijn dat consensus niet besmet is met gedeelde bias

A

kan groepslidmaatschap bewust worden geselecteerd op diversiteit

29
Q

Succesvolle invloed van de minderheid

A

Om invloedrijk te zijn, moet de minderheid een alternatieve consensus bieden, consistent blijven, de
juiste balans vinden tussen gelijkenis en verschil met de meerderheid en systematische verwerking
bevorderen.
Dit kan het beste eerst in een in-group worden neergezet en daarna pas bij een out-group

30
Q

Serge Moscovici (1980)

A

Was de eerste die suggereerde dat wanneer minderheden hun afwijkende mening effectief managen,
het waarschijnlijker is dat de andere groepsleden hun argumenten systematisch verwerken.