Hfdst 6 Flashcards

1
Q

Zelfcategorisatie

A

Het proces waarbij we onszelf zien als lid van een groep, het is flexibel en kan makkelijk schuiven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Sociale identiteit

A

De aspecten van het zelfconcept die voortkomen uit de kennis en gevoelens van een individu over de groepslidmaatschappen die hij of zij met anderen deelt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Je voelen als een groepslid

A

Zowel de in-gorpesleden en de out-groepsleden versterken het gevoel van groepslidsmaatschap. Ook hebben mensen de neiging om zich sneller te herkennen in kleinere groepen dan in grotere groepen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

W. J. McGuire, McGuire &Winton (1979)

A

Huishouden waar jongens of meisjes in de minderheid waren, voegen vaker hun gender toe als identiteit in hun omschrijving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Geactiveerde kennis over een groepslidmaatschap

A

heeft meerdere effecten op het zelfbeeld en zelfwaardering van mensen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

BIRG

A

Bask in reflected glory - Koesteren in gereflecteerde glorie.
Een manier om het gevoel van eigenwaarde te vergroten door zich te identificeren met de prestaties of
goede eigenschappen van mede-groepsleden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Charles Darwin, sociale instincten

A

Wanneer ‘ik wij’ wordt vervaagt de scheiding tussen

zelfinteresses en groepsinteresses.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Cross raciale identificatiebias

A

Mensen herkennen gezichten van leden van hun eigen etnische groep gemakkelijker dan de gezichten van leden van de andere groepen. Gewoonlijk hebben wij niet de motivatie om veel aandacht aan onderscheidende eigenschappen van out-leden te besteden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Henri Tajfel

A

Minimale intergroepssituatie als basis voor verdere vergelijkingen. Deze is heel erg sterk, zelfs als er beloningen tegenover staan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Sociale identiteitstheorie

A

de motivatie van mensen om hun eigen zelfwaardering te vergroten middels groepslidmaatschap is de
aanjager van de in-groepsbias. Het is ook een vorm van respect uiten naar de in-groep

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wanneer mensen extreme haat waarnemen reageren zij op twee manieren

A

De in-groep symbolen en waarden worden verheerlijkt en ze beginnen de out-groepen te haten. Dit maakt het een onheilspellend pakket

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Stigmatisering

A

Negatief geëvalueerd worden door anderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Stereotype bedreiging

A

De angst dat het negatieve stereotype, die andere van je groep hebben, bevestigd zal worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Interventies die de effecten van stereotype bedreiging op de prestatie kunnen reduceren of elimineren

A
  • Zelfbevestiging
  • Rolmodellen
  • Controleerbare uitdaging in plaats van een stressvolle bedreiging
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Negatieve uitkomsten aan vooringenomenheid tegen iemands groep

A
  • Negatieve feedback is soms realistisch en nauwkeurige zelfbeoordeling en zelfverbetering gaat verloren
  • Het gevoel van hopeloosheid en controleverlies
  • leden van gestigmatiseerde groepen die hun uitkomsten aan anders vooringenomenheid
    toekennen kunnen worden geconfronteerd worden met sociale straffen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Niet weten hoe feedback te interpreteren kan serieuze problemen geven voor mensen

A

Met een handicap, vrouwen en andere groepen

17
Q

Individuele mobiliteit

A

De strategie van het individuele ontsnappen, fysiek of psychisch, van een gestigmatiseerde groep. Dit kan dmv:
• Reminders aan het lidmaatschap van een gestigmatiseerde groep te vermijden.
• Dis identificeren van een groep door het publiekelijk bekritiseren en devalueren van de slechte
prestatie van een in-groepslid. (Zwarte schaap effect)
• Dis identificeren van een groep om jezelf eerder als een uitzondering dan een typisch groepslid te
zien.

18
Q

Sociale creativiteit en -veranderingsstrategieën

A

Directe inspanningen om de maatschappelijke evaluatie van de hele groep te verbeteren

19
Q

Passing - Overgaan

A

Patroon waarin iemand met de juiste mogelijkheden een andere identiteit aanneemt

20
Q

Sociale creativiteit

A

de strategie van het introduceren en benadrukken van nieuwe dimensies van sociale vergelijking,
waarop een negatief beschouwde groep zichzelf als superieur kan zien

21
Q

Het doel van negatieve vooringenomenheid en stigma te elimineren is

A

niet aardig gevonden worden, maar het gevoel van gelijke behandeling

22
Q

Mensen die zich aansluiten bij sociale verandering hebben de volgende kenmerken

A
  • zich sterk identificeren met hun groep
  • individuele mobiliteit als onmogelijk beschouwen
  • reageren met woede op de onrechtvaardige situatie van hun groep
23
Q

Welke strategieën gebruikt worden

om om te gaan met bedreiging van sociale identiteit hangt van twee factoren af

A
  • De sterkte van groepsidentificatie

- Perceptie van de mogelijkheid van individuele mobiliteit

24
Q

Subtyping

A

Iemand als speciaaltype lid zien

25
Q

Contrasting

A

Iemand als een compleet verschillende categorie lid zien