Hfdst 1 Flashcards

1
Q

Axsom, yates, chaiken 1987

A

Groep die wetenschappenlijk de stelling bekeken lieten zich leiden door de menigte, de groep die het als toepassing op hunzelf lieten zijn deden dit niet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Sociale Psychologie

A

wetenschappelijke studie van de effecten van sociale en cognitieve
processen op de manier waarop individuen waarnemen, elkaar beïnvloeden en zich verhouden tot
anderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Sociale processen

A

manieren waarop de input van de mensen en groepen om ons heen onze
gedachten, gevoelens en gedrag beïnvloeden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Cognitieve processen

A

manieren waarop onze herinneringen, percepties, gedachten, emoties
en motieven ons begrip van de wereld beïnvloeden en onze gedrag sturen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waarop onderscheidt sociale psychologie zich van sociologie en sociale wetenschappen

A

Bij sociale psychologie probeert met het gedrag van het individu te verklaren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Triplett 1898

A

Sociale facilitie, competentiegericht. Eerste onderzoek naar sociale psychologie wetenschap

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Prestaties worden beter wanneer

A

Er individueel gestreden moet worden, in groepsverband wordt dit negatief
Ringelman 1880

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

McDougall 1908

A

Alle gedrag is afkomstig uit aangeboren tendensen of instincten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

E.A. Ross 1908

A

Mensen laten zich in grote maten beïnvloeden door anderen, en zij nu aanwezig zijn of niet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat maakt sociale psychologie anders dan het behaviorisme

A

Het begrijpen en meten van
de menselijke perceptie, overtuigingen en gevoelens is essentieel is voor het begrijpen van het
observeerbare gedrag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Kurt Lewin 1936

A

Actieve deelname in discussie groepen, gericht op het gedrag in een sociale context leidt bij vrouwen
eerder tot verandering
-kook en voedsel patronen-

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Samuel Stouffers

A

Onderzoek naar het moreel van Amerikaanse soldaten liet zien dat de interpretatie van hoe soldaten
presteerden in vergelijking met andere mannen belangrijker was dan hoe goed ze nu echt
presteerden
-vergelijken met anderen-

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hovland 1953

A

blootstelling aan de boodschap, aandacht, begrijpen, aanvaarden en vasthouden, Dat kunnen onder andere de geloofwaardigheid van de overbrenger, de aard van de boodschap en de ingesteldheid van de ontvanger zijn om de boodschap te horen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Kurt Lewin

A

individuele ‘life-space’ van een persoon; een subjectieve kaart
van de huidige doelen in het leven van een individu en diens sociale omgeving. Dit legt de link tussen
twee sociaal psychologische thema’s; iemand subjectieve interpretatie is de bepalende determinant
van hun overtuigingen en gedrag en dat sociale invloeden deze interpretaties en gedrag structureren

There’s nothing so practical as good theory” (1) – because good theory guides effective action by turning knowledge into wisdom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Interne integratie

A

het samensmelten van verschillende specifieke themagebieden in bredere
verklaringen van gedrag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Externe integratie

A

het vergroten van de aandacht voor naburige wetenschappelijke velden en voor
belangrijke sociale problemen

17
Q

Toepassingsgebieden sociale psychologie

A

Gezondheid, educatie, milieu, recht en bedrijven

18
Q

Axomia

A

Een niet bewezen, maar als grondslag aanvaarde bewering

19
Q

Constructie van realiteit

A

Deels gevormd door cognitieve processen en deels gevormd door sociale processen (van andere die bij ons zijn of die we in gedachten hebben)

20
Q

Twee fundamentele axomia’s

A

Constructie van realiteit en doordrongenheid van sociale invloed

21
Q

Drie motiverende principes

A

Mensen streven naar mastery, mensen zoeken verbondenheid, mensen waarderen ‘me en mine’

22
Q

Streven naar meesterschap

A

we willen gebeurtenissen in de sociale wereld begrijpen en kunnen voorspellen, met als doel
een beloning te ontvangen.

23
Q

Zoeken naar verbondenheid

A

Ieder persoon heeft de neiging om gevoelens van wederzijdse
steun, sympathie en acceptatie te creëren en te behouden van degene waar we om geven en waarde
aan hechten. Conformatie aan groepstandaarden vervuld de behoefte aan beloning en
verbondenheid, ook als dit destructieve gevolgen heeft voor mensen buiten de groep

24
Q

Het waarderen van ‘me and mine’

A

Het motiverende principe om zichzelf, andere mensen en groepen verbonden te zien aan zichzelf op een positieve manier

25
Q

Drie verwerkingsprincipes

A

Conservatisme, toegankelijkheid en oppervlakkigheid vs. dieptegang

26
Q

Conservatisme principe

A

De kijk van individuen en groepen op de wereld langzaam veranderen en vatbaar (prone) zijn voor eindeloosheid

27
Q

Principe van toegankelijkheid

A

Informatie wat gemakkelijk verkrijgbaar is heeft het meeste impact op onze gedachten, gevoelens en gedrag

28
Q

Principe van oppervlakkigheid vs. dieptegang

A

Het proces principe dat mensen over het algemeen simpel informatie aannemen, maar pas bij motivatie het overwegen om meer dieptevolle informatie op te zoeken

29
Q

Crowd mind

A

Plato, Zelfs de verstandigste wezens kunnen binnen een groep veranderen in compleet irrationele wezens

30
Q

Embodiment perspective

A

Het belichamingsperspectief stelt dat de gedachten en oordelen van mensen diep verweven zijn met zintuigelijke ervaringen en lichaamsbewegingen, in plaats van alleen gebaseerd te zijn op abstracte kennis