Het emotioneel ondersteunings- begeleidingsgesprek Flashcards

1
Q

Waar ligt de nadruk bij het emotioneel ondersteuningsgesprek?

A

De emoties die de bovenhand nemen bij een probleem/vraagstelling.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is het doel van dit soort gesprek?

A

Er is sprake van een meerledig doel.
–> Zorgvrager voelt zich gesteund, gehoord en daardoor het probleem minder groots zien
–> De vroedvrouw probeert:
1. Gevoelsmatig te ondersteunen
2. ZV zicht te laten krijgen op de situatie
3. ZV helpen situatie accepteren
4. ZV toekomstperspectief helpen ontwikkelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Geef de 3 fasen van dit gesprek.

A
  1. Aanloopfase of de contactfase
  2. Themafase of de exploratiefase
  3. Slotfase of de actiefase
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Licht kort de contactfase toe.

A
  1. Kort en luchtig moment
  2. Attent zijn voor de non-verbale signalen
  3. Reflectie op gevoel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Licht de exploratiefase toe.

A
  1. De KERN van het gesprek = Ventilatie
  2. VV toont actief interesse
  3. De ZV van op een afstand naar het probleem laten kijken
  4. Probleemstelling (open vragen)
    –> langs meerdere kanten
    –> in de context plaatsen
    –> zwaarte van het probleem
    –> de impact op de ZV
  5. Gevoelens en gedachten bespreken
  6. Welke zaken al geprobeerd?
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Bespreek de slotfase/actiefase

A

De VV gaat reageren:
1. ZV zelf een oplossing? Samen oplossingen zoeken
2. Wat heeft de ZV nodig?
3. De ZV grip laten krijgen op de situatie = empowerment
–> groei van het vertrouwen
4. Het “ledigen van de emmer”
5. Emotievervorming wanneer emmer is overgelopen (uiting door woede, sarcasme,…)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is de taak van de vroedvrouw tijdens de laatste fase?

A
  1. Emoties toestaan
  2. Uiting stimuleren
    –> vragen stellen
    –> gevoelsreflectie vormen
    –> aangeven dat emoties normaal zijn
  3. Doorverwijzen indien nodig
  4. Nazorg regelen indien nodig
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn de DO’s in dit soort gesprek?

A

De 3 M’s
- Meevoelen
- Meedenken
- Mededelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn de DON’ts in dit soort gesprek?

A

De 3 O’s
- Ontkennen
- Oordelen
- Onterecht geruststellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Geef een voorbeeld van een reactie qua meevoelen.

A

Ik merk dat je het er nog altijd moeilijk mee hebt?

Empathie - reflecteren - eigen gevoelens VV mogen maar onder bepaalde voorwaarden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Geef een voorbeeld van een reactie qua meedenken.

A

Wil je er graag meer over vertellen?

Begrijpen van het probleem + begrip tonen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Geef een voorbeeld van een reactie qua mededelen.

A

Ik denk dat we nog enkele dingen over het hoofd hebben gezien (info geven)

Structureren - lege plekken opvullen
–> vanuit een helikopterview

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Geef een voorbeeld van een reactie qua ontkennen.

A

Maar nee, dat is toch niet zo erg

Ook het negeren van gedrag (bv tranen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Geef een voorbeeld van een reactie qua oordelen.

A

Daar hoef je toch niet verdrietig/boos over te zijn.

Ook non-verbaal gedrag! Draaien met de ogen, schouders ophalen,…

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Geef een voorbeeld van een reactie qua onterecht geruststellen

A

In geval van een miskraam: je wordt wel vlug terug zwanger.

Goed bedoeld maar zorgen worden weggewuifd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly