Hematologie Flashcards
1
Q
Hemofilie A heeft een tekort aan
A
Factor VIII (8)
2
Q
Hemofilie B heeft een tekort aan
A
Factor IX (9)
3
Q
PT-tijd (factoren)
A
VII –> X –> II
4
Q
APTT-tijd (factoren)
A
XII –> XI –> IX –> VIII –> X –> II
5
Q
Stadia lymfomen
A
- één lokalisatie
- meerdere lokalisatie aan dezelfde kant van het diafragma
- lokalisaties aan beide kanten van het diafragma
- betrokkenheid van andere organen of het beenmerg
NB. de milt is een lymfeklier
6
Q
Antifosfolipiden syndroom (APS)
A
auto-immuun tegen fosfolipiden –> verhoogde stolling –> verhoogde kans op miskramen (2e semester)
7
Q
Trombocytose mutaties
A
JAK2, CALR, MPL
8
Q
CD20
A
B-cellen
9
Q
CD30
A
tumor necrosis factor
10
Q
CD138
A
Plasmacellen
11
Q
CD2-8
A
T-cellen
12
Q
CML behandeling
A
imatinib (tyrosine kinase remmer)
13
Q
Anemie - microcytair DD (5)
A
IJzergebrek Malabsorptie/maagresectie Zwangerschap Infectie/auto-immuun Hemoglobinopahtie
14
Q
Anemie - normocytiar DD (7)
A
Acuut bloedverlies Primaire beenmergaandoening/beenmerginfiltraat Chronische nierfunctie stoornis Leverziektes Infectie/auto-immuun Endocriene ziektes Hemolyse
15
Q
Anemie - macrocytair DD (6)
A
B12 def, foliumzuurdef Malabsorptie MDS, aplastische anemie Medicamenteus Alcohol abuses Hemolyse