Endocrinologie Flashcards

1
Q

Elektrolytstoornis bij behandelen DKA

A

Hypokaliemie

door het toegediende insuline wordt de cel meer permeabel voor K+ –> K+ shift naar intracellulair –> serum K+ daalt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Volgorde behandeling DM2

A

Metformine –> Glicazide –> insuline

Glicazide = sulfonylureumderivaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Alcohol + DM1 + coma =

A

hypoglycemie.

Doordat de lever bezig is met het omzetten van alcohol is er niet voldoende capaciteit om glucose vrij te maken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Aldosteron productie vindt plaats in

A

zone glomerulosa (bijnier)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Cortisol productie vindt plaats in

A

zone fasciculate (bijnier)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Diabetes insipidus ontstaan na een hypofyse OK, met 1.5L water verlies in 2 uur - behandeling

A

ADH analoog

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

DM1 antistoffen

A

anti-GAD

anti-IA2

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Addison - symptomen

A
Verwardheid 
Hyperpigmentatie 
Zouthonger
Vermoeidheid
Anorexie
Gastro-intestinaal 
Duizelig 
Spierpijn 
Uitval secundaire beharing 
Depressie 
Orthostase
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hypertensie door dropgebruik - bloedwaardes

A

Renine laag
Aldosteron laag

er is sprake van pseudo hyperaldosteronisme dus ook Na retentie, K verlies –> hypertensie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Primair hyperaldosteronisme

A

Na retentie
K verlies
Hypertensie
Laag renine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Oogklachten/laag ooglid + diffuus gezwollen schildklier

A

Graves

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

DM - risicofactor vaatleiden

A

LDL

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Voorkeur behandeling DM2 bij slechte nierfunctie

A

insuline

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Reden afvallen na starten behandeling DM2

A

Door verbeterde insuline gevoeligheid door metformine val je af

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Syndroom van Cushing =

A

te veel cortisol (te actieve bijnier)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hypercortisolisme - diagnostiek

A

24-uur urine cortisol
midnight speeksel
dexamethason suppressie test

17
Q

Ziekte van Cushing =

A

ACTH producerend hypofyse adenoom

18
Q

Hypercortisolisme aangetoond - vervolgstappen

A
  1. ACTH bepalen
  2. ACTH normaal –> MRI hersenen (in de normale situatie is ACTH onderdrukt door negatieve feedback, dus normaal = hoog, negatieve feedback werkt niet dus probleem in hersenen)
  3. ACTH laag –> CT nieren (negatieve feedback werkt wel, dus probleem perifeer)

Ziekte van Cushing aantonen –> sinus petrosus sampeling

19
Q

androgenen en oestrogenen productie vindt plaats in

A

Zona reticularis (bijnier)

20
Q

Addison =

A

Te kort aan cortisol door bijnierontsteking

Hypofyse werkt goed, dus er zal meer ACTH geproduceerd worden maar de bijnier doet niks. Feedback loop doet het wel.

21
Q

Addison - diagnose

A

cortisol bepalen

bevestigen met ACTH stimulatie test

22
Q

Bijnierschorsinsufficiëntie met niet goed lopende negatieve terugkoppeling - wat te doen (4)

A
  1. Patiënt moet behandeld worden met alleen hydrocortison
  2. Patiënt moet instructies ontvangen om extra hydrocortison te gebruiken in tijden van ziekte of ernstige stress
  3. MRI van hypofyse moet gemaakt worden
  4. Serum concentraties LH, FSH, testosteron, vrij T4, prolactine en IGF-1 dienen bepaald te worden

3&4 is testen of de hypofyse het goed doet

23
Q

Graves =

A

hyperthyreoidie door anti-TSH

24
Q

Urine: natrium <20 mmol/l, creatinine 1.1 mmol/l =

A

diabetes insipidus

25
Q

DM - wat mag patient eten

A

Patient mag alles eten maar moet alleen opletten met koolhydraten

26
Q

Hypothyreoidie obv toxisch adenoom - hierbij past

A

Laag TSH
Palpabele afwijking schildklier
Tachycardie

27
Q

Metformine - bijwerkingen

A

Maag darm klachten

28
Q

postmenopauzale hormoonstatus

A

verhoogd LH/FSH
verlaagd oestradiol

klopt dit??

29
Q

Hypocortisolisme - diagnostiek

A

SynACTH test

30
Q

Beleid bij nieuw ontdekte Hypocortisolisme

A

behandeling met hydrocortison en fludrocortison
Antistoffen tegen bijnierschors bepalen
Serum concentraties LF, FSH, testosteron, vrij T4, porlactine en IGF-1 (andere hypofyse assen controleren)

31
Q

Bloedgas bij verdenking DKA

A

bloedgas met kalium, natrium, glucose en zo mogelijk chloride en lactaat

32
Q

Ontstaan hyper K bij hyperglycemie

A

K naar extracellulair

33
Q

agranulocytose bij thiamazol

A

verdwijnt na stoppen