Acute geneeskunde Flashcards

1
Q

DD Dik been (5)

A
Trombose been
Pitting oedeem 
Erysipilas 
Bloeding/hematoom 
Kneuzing/bot breuk
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Longembolie: YEARS criteria

A

Klinisch DVT
Hemaptoe
LE meest waarschijnlijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Longembolie: diagnostiek

A

0 years criteria –> d-dimeer >1000 –> CTA

1-3 years –> d-dimeer >500 –> CTA

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

DVT: Wells score

A
maligniteit 
>3 cm zwelling kuit 
collaterale oppervlakkige venen 
pitting oedeem 
zwelling gehele been. 
locale pijn 
immobilisatie 
bedrust >3 dagen of grote OK <4 weken. 
alternatieve diagnose: -2
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

DVT: diagnostiek

A

wells < 2 –> d-dimeer >500 –> echo

wells > 2 –> echo

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Soorten shock

A

Cardiogeen
Obstuctief
Hypovolemisch
Distributief

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Cardiogene shock - DD

A

Myocardischemie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Obstuctieve shock - DD

A

spannningspneu, Longembolie, Harttamponade

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Q-SOFA score shock

A

AF >22/min
Veranderd bewustzijn
Systolische bloeddruk <100 mmHg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

DVT: behandeling

A

DOAC (-aban)

Tenzij maagproblematiek, dan VKA
Soms eerst instellen op LMWH

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wegraking definitie

A

Acuut bewustzijnsverlies
< 5 minuten
Spontaan herstel
Verlies normale lichaamshouding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Syncope definitie

A

Wegraking o.b.v. cerebrale hypoprefusie door systemische hypoprefusie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

DD Wegraking

A

Traumatisch –> hersenschudding
Psychogeen/functioneel
Epileptisch insult
Syncope

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

DD Syncope

A
Reflex syncope (hypoperfusie)
Orthostatische hypotensie 
Cardiaal (ritmestoornis/structureel)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

ABCDE

A
A - vrij, geen bijgeluiden 
B - AF, Sat, hulpademhalingsspieren 
C - HR, RR, CR, CVD
D - EMV, PEARL, glucose, meningiale prikkeling 
E - Temperatuur, huidafwijkingen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Acute dyspneu (7 categorieën)

A

Infectieus (pneumonie, sepsis)
Pulmonaal (pneumothorax, LE, astma, COPD, anafylaxie)
Cardiaal (aritmie, ACS, erstige anemie/bloeding)
Metabool (intox, metabole acidose)
Cerebraal (CVA)
Psychogeen (paniekaanval, hyperventilatie)

17
Q

Intoxicatie - paracetamol

A

vanaf dosis 70 mg/kg leverschade

behandeling: maagspoelen/actief kool/ acetylcysteine

18
Q

A: snurkende ademhaling
BCDE geen bijzonderheden
Beleid?

A

luchtwegmanouvre en nadien een mayotube inbrengen

19
Q

Voordelen DOAC over VKA

A

Vaste dosering - geen INR controles, makkelijker instellen

Minder hersenbloedingen

20
Q

Nadelen DOAC over VKA

A

therapietrouw lastig te monitoren
weinig bewijs kwetsbare ouderen
meer maag-/darmbloedingen

21
Q

CO intoxticatie - klachten

A
misselijkheid
hoofdpijn 
algehele malaise 
rode lippen 
rood gezicht
22
Q

Spanningspneumothorax - beleid

A

dikke naald 2de IC midclaviculair

23
Q

Morfine intox - klachten en behandeling

A

Pinpoint pupillen

Naloxan

24
Q

Syncope na plassen

A

mictiesyncope

25
Q

EMV score

E

A
  1. spontaan
  2. op aanspreken
  3. bij pijnprikkel
  4. niet
26
Q

EMV score

M

A
  1. voert eenvoudig opdrachten uit
  2. lokaliseert pijnprikkel
  3. normale flexie op pijnprikkel
  4. abnormaal buigen op pijnprikkel
  5. extensie op pijnprikkel
  6. geen reactie op pijnprikkel
27
Q

EMV score

V

A
  1. georienteerd in plaats tijd en persoon
  2. conversatie mogelijk, doch verward
  3. spreekt maar geen conversatie mogelijk
  4. kreunt
  5. geen verbale uiting
28
Q

obstructieve vs hypovolemische shock

A

gestuwde halsvaten

29
Q

Septische shock - wat starten om mortaliteit te verlagen

A

Antibiotica