HC9 Rationalisering Flashcards
3 niveaus van rationalisering
Wereldbeschouwing, collectief handelen en individueel handelen
Rationalisering
Het ordenen en systematiseren van de werkelijkheid met de bedoeling haar voorspelbaar en beheersbaar te maken.
Wereldbeschouwing
Onttovering van de wereld
Collectief handelen
Systematisch en efficiënt naar concrete doelen (organisaties).
Individueel handelen
Rationalisering op persoonlijk vlak door jezelf te verbeteren
Historische ontwikkeling rationalisering
Overgang feodaliteit - industriële samenleving
Industriële/ moderne samenleving
Overgang naar post-industriële/ post-moderne samenleving
Overgang feodaliteit –> industriële samenleving
Overgang door industriële, politieke en wetenschappelijke revolutie wat zorgde voor urbanisatie, fabrieksarbeid, rationalisering van de organisatie en nieuwe klassenstructuur.
Verschillen arbeid door industriële revolutie
Nieuwe energiebronnen
Centraliseren van arbeid in fabrieken
Fabricage en massaproductie (weinig mensen veel productie)
Specialisatie/ taakdifferentiatie (Durkheim)
Loonarbeid
Industriële/ moderne samenleving
Georganiseerd kapitalisme en liberaal kapitalismee
Georganiseerd kapitalisme
Overheid steeds meer invloed op de markt (marktregulering), ontstaan middenklasse, ontstaan verzorgingsstaat.
Liberaal kapitalisme
Verstedelijking, degene die geld hebben macht, ontwikkeling naar massaproductie en grote corporaties.
Taylorisme
Interne bedrijfsvoering met scientific management (wetenschappelijk onderzoeken om werk te bevorderen) en dehumanisering van het arbeid.
Fordisme
Sociale verantwoordelijkheid van het bedrijf voor de werknemers. bv Philips ging woonwijken bouwen voor werknemers.
Keynesianisme
Sociale politiek: overheid speelt een rol door de werkgelegenheden te stimuleren wanneer het slecht gaat.
Overgang naar post-industriële/ post-moderne samenleving
Het centrale idee van het produceren van goederen wordt minder belangrijk en het produceren en leveren van diensten komt op. (Goede scholing is belangrijk).
Informatierevolutie
Minder mate van productverkoop en opkomst van het bedenken en verkopen van ideeën. Van werken in fabrieken naar werken op eigen plek onafhankelijk van tijd en plaats. (vb van rationalisering van wereld)
Tegenwoordige post-moderne samenleving
Afname Fordistische baan (in fabriek)
Afname gezinsstabiliteit (tradiotionele gezin verdwijnt)
Toename arbeid vrouwen
Vervaging grenzen werk/prive
Bureacratie
Het ideaalbeeld, een effectieve manier door eerlijke en gelijke behandeling. Het bevordert continuïteit in de organisatie, want als iemand ontslag neemt kan die makkelijk vervangen worden.
Ideaaltype
Bureaucratie volgens Weber een ideaaltype: het moet niet exact bereikt worden, maar er moet naar gestreven worden.
Kenmerken Bureaucratie
Specialisatie
Hiërarchische organisatie
regels en reglementen
Technische competentie (opleidingseisen)
Onpersoonlijkheid
Formele, schriftelijke informatie
Problemen bureaucratie
Vervreemding (voelen als nummer ipv mens)
Inefficiëntie (door alle regels te volgen wat tijd kost)
Ritualisme
Inertie (neiging om bedrijf in leven te houden)
Oligarchie
Bureaucratisch ritualisme
Een organisatie richt zich enkel op regels en reglementen dat zij niet meer toekomt aan haar eigenlijke werk (goal displacement)
Oligarchie
Er staat vaak 1 iemand aan de top van de hiërarchie die de baas is van iedereen. Dit gaat ten koste van de democratie.
Voordelen bureaucratie
1) Gezag raakt gecentraliseerd en kennis gedecentraliseerd: mensen blijven zelf nadenkende wezens.
2) Meer vrijheid doordat de mensen gehoorzaam aan principes zijn ipv aan een persoon.
3) Bezwaringsregels
4) Discretionaire bevoegdheid
Discretionaire bevoegdheid
Mensen hebben speelruimte binnen algemeen beleid. bv politie kan een waarschuwing geven ipv een boete.
Taylor scientific management
Het toepassen van wetenschappelijke principes op het functioneren van een onderneming of andere grote organisaties. Managers kijken hoe goed werknemer het doet –> manager analyseert en kijkt hoe het efficiënter kan –> manager stimuleert de werknemer om het beter te doen.
Arbeidsdeling en taaksplitsing door:
Personele scheiding: uitvoerende en controlerende/regulerende taken.
Functionele opsplitsing: van controlerende/regulerende en personele verdeling daarvan over afzonderlijke managementspecialisten.
Systematische opsplitsing: van uitvoerende arbeidstaken in homogene herhaalarbeid.
McDonaldisering
Het voorbeeld en ideaaltype voor een gestructureerde organisatie in de rationele wereld (volgens Weber). Het proces waarbij de principes van het fastfood restaurant steeds meer sectoren van de samenleving over de hele wereld gaan domineren.
Inspiratie boek Ritzer McDonaldisering
Weber: doel-rationeel en waarde-rationeel handelen (ijzerenkooi)
Marx: Revolutie na klassenbewustzijn
4 aspecten McDonaldisering
Efficiency
Kwantificeerbaarheid
Voorspelbaarheid
Controle
Efficiency
Zo efficiënt mogelijk je doel bereiken, hoe sneller iets gebeurt hoe beter. Winkelen in winkelcentrum of meerkeuze vragen ipv openvragen. Ook worden producten versimpeld en klanten aan het werk gezet (Mac)
Kwantificeerbaarheid
Groter is beter –> kwantiteit = kwaliteit. bv meer patiënten is meer geld (ziekenhuis). Voorloper is scientific management van Taylor.
Voorspelbaarheid
Minimaliseren van risico’s, zoals Mac is in elk land hetzelfde en vervolg films als succesvol.
Controle
Kookapparatuur in de fastfood industrie geeft instructies, McJobs: laag opgeleiden. Maar ook zorg: diagnoses gesteld via computer.
Irrationaliteit van rationaliteit
Klanten en producenten maken veel winst want mac is goedkoop, maar de boeren die de aardappelen leveren verdienen weinig. Globalisering leidt tot monocultuur.
Glocalization
Lokale beïnvloedt het globale en andersom, zoals McKroket (NL beïnvloedt maccie).