HC9 Diagnostiek lezen Flashcards

1
Q

Subfasen onderzoeksfase

A
Testafname
Ruwe score
Afgeleide score
Kwantitatieve interpretatie
Kwalitatieve interpretatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Testafname

A

Testafname gebeurt volgens de handleiding

anders kan dit een impact hebben op de ruwe score

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Ruwe score

A

= aantal correct gelezen woorden binnen een bepaalde tijd of de benodigde tijd en foutenlast

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Afgeleide score (soorten)

A

Gebaseerd op normaalverdeling

  • gemiddelde met spreiding
  • T-scores, stanines, C-scores

Gebaseerd op rangordening
- percentielen, deciele, niveaus A-E

Gebaseerd op verhoudingsnormen
- didactische leeftijdsequivalenten (veel bezwaren)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Kwantitatieve interpretatie

A

= betekenis van de afgeleide score
Uitspraak over de grootte/ernst vd eventuele achterstand
–> Afgeleide score

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Overzicht scores kwantitatieve interpretatie

A

Percentiel 1-9 Klinische score Zone E
Percentiel 10-16 Subklinische score Zone D
Percentiel 17-25 Zwakke score Zone D
Percentiel 26-50 Leeftijdsadequate score Zone C
Percentiel 50-74 Leeftijdsadequate score Zone B
Percentiel 75-100 Zeer goede score Zone A

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Didactische leeftijdsequivalten (dle)

A

= niveau waarop de leerling staat, uitgedrukt in maanden

Aantal maanden achterstand
- dl - dle

Leerrendement

  • verhouding dle en dl
  • hoeveel % van onderwijstijd heeft resultaat opgeleverd?
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Kwalitatieve interpretatie

A

4 pijlers die telkens worden geanalyseerd op grafeemniveau, woordniveau, zinsniveau en tekstniveau + vergelijking tussen niveaus

Tempo
Accuratesse
Leesstrategie
Leespatroon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Tempo

A
  • hoog/laag
  • wisselend

GN: welke GFK zijn geautomatiseerd/niet geautomatiseerd
WN: woordlengte, woordstructuur, woordtype
ZN/TN: zinslengte, zinstructuur, zinstype

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Accuratesse

A

Veel fouten?
- percentage: aantal fouten/totaal aantal woorden X100

Welk soort fouten?
- foutenclassificatie

Bij welke grafemen/woorden/zinnen komen de fouten voor?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Leesstrategie

A

Hoe leest het kind?

  • spellend
  • radend (obv orthografische stimuli of context)
  • gemengd
  • verlengend
  • direct
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Leespatroon

A
  • vloeiend
  • haperend
  • staccato/woord voor woord/gescandeerd
  • intonatie
  • startprobleem
  • interpunctie
  • houding: friemelen, gespanne, afstand leesmateriaal, ogen,
  • bijwijzen
  • invloed van omgeving: aanwezigheid ouders, vermoeidheid, …
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly