HC7 Schema therapie Flashcards
The big four
Modellen waar de meeste onderzoek naar gedaan is
* Transference Focus Therapie (TFP): Otto Kernberg
* Mentalization Based Treatment (MBT): Anthony Bateman, Peter Fonagy
* Schema Therapie: Jeffrey Young.
* Dialectical Behaviour Therapy (DBT): Marsha Linehan.
–> Systems training for emotional predictability and problem solving (STEPP) als 5e? (voor borderline specifiek)
Ontstaan van schematherapie
Ontworpen door Jeffrey Young gebaseerd op zijn eigen jeugd
- gebaseerd op cognitieve therapie van Beck (Young was leerling –> zelfde dynamiek als met zijn vader)
- heeft zelf gestalt therapie gehad
- In 2003 kwam het eerste schema therapie boek (was net de Bijbel voor ST)
Schematherapie
Een integratieve psychotherapie model dat verschillende therapieën integreert
- Cognitieve- gedragstherapie.
- Ervaringsgerichte psychotherapie en Gestalt therapie.
- Psychodynamische therapie.
- Hechtingstheorie: zeer van belang bij persoonlijkheidsstoornissen, omdat
onveilige gehechtheid hierbij centraal staat.
Hoe werkt schematherapie/ waar is het op gebaseerd
Het is een uitbreiding van cognitieve gedragstherapie, waarbij de nadruk ligt op het ‘voelen’ en onderzoeken van de oorsprong van psychologische problemen/patronen bij kinderen en adolescenten
–> Onderzoek deze patronen en probeer ze te verbreken en adaptieve patronen te plaatsen
- integratieve psychotherapie
Bewijs voor schematherapie
11 grote studies met 6 random control trials
- BPS is het meeste onderzocht
- Cluster C, autisme, depressie en eetstoornissen
- autisme wordt ook onderzocht (structuur)
Schema
Zelfvernietigende kernthema’s of patronen die we ons hele leven herhalen.
- Schema’s ontwikkelen zich in de vroege kindertijd als reactie op onvervulde behoeftes
- getriggerd schema kan tot mode leiden
Mode
Bepaalde gemoedstoestand/ emotionele staat
-> wordt gerakteriseerd door intense emoties en gedragingen
Voorbeeld schema
Defectiveness shame schema: Persoon voelt zich angstig om beoordeeld te worden
–> compliant surrendeer mode: persoon verwaarloost eigen gevoelens en behoeftes om acceptatie van anderen te krijgen
Unrelenting standards schema
- voorbeeld Sam
Wanneer Sam op werk is wordt hij telkens geconfronteerd met het feit dat hij zijn normen niet kan halen. In plaats van streven naar perfectie, haast hij zich door zijn taken en laat hij vaak documenten thuis liggen. Hij zegt dat hij zich geen zorgen maakt over zijn onverschilligheid. In deze situatie wordt zijn “unrelenting standards schema” getriggerd waardoor hij het schema wil weerstaand door het tegenovergestelde gedrag te vertonen. Dit zou schema zou ontwikkeld kunnen zijn door mensen in zijn kindertijd hoge eisen aan hem oplegde, en werk boven gezondheid en rust stelde.
Schema’s kunnen ons in de weg staan om aan onze emotionele behoeften te voldoen als volwassenen en kunnen leiden tot:
- moeilijkheden bij interacties/connecties maken met anderen
- algemeen gevoel van ontevredenheid over het leven
- onmogelijkheid tot het ontwikkelen van een gevoel van blijheid en welzijn
Vroege maladaptieve schema’s (EMS)
Zelfvernietigende emotionele en cognitieve patronen die vroeg in de ontwikkeling beginnen en zich gedurende het leven herhalen.
–> EMS zijn de bouwstenen voor iemands persoonlijkheid
- maladaptief gedrag ontwikkeld zich als reactie op een schema
- schema’s worden beïnvloedt door biologische, psychologische, sociale en culturele factoren
Onvervulde kernbehoeftes in kindertijd
Schema’s zijn het resultaat van onvervulde emotionele kernbehoeften in de kindertijd, door verschillende ervaringen uit het vroege leven:
- toxische frustratie van behoeften
- traumatisering, slachtofferschap
- te veel van het goede
- selectieve internalisatie of identificatie
Toxische frustratie van behoeften
Bijv. gebrek aan stabiliteit, begrip of liefde
Traumatisering, slachtofferschap
Wantrouwen/misbruik, gebrekkigheid/schaamte, kwetsbaarheid voor schade
Te veel van het goede
Bijv. overbetrokken, overbeschermd, vrijheid of autonomie zonder enige beperkingen
- door een princes treatment gaan mensen zich overdreven belangrijk vinden, wat kan zorgen voor narcistische kenmerken
Kernbehoeftes van Young
- veilige gehechtheid met anderen
- autonomie, competentie en identiteitsgevoel
- vrijheid om geldige behoeften en emoties te uiten (bij mensen met PS nooit geleerd)
- sponaniteit en spel (hield uiteindelijk geen stand)
- realistische grenzen en zelfbeheersing (door emotionele verwaarlozing geen grenzen)
Emotioneel temperament op schema’s
Niet alleen opvoeding speelt een rol, maar ook ergelijkheid met name door temperament. Emotioneel temperament veel interactie met pijnlijke gebeurtenissen uit de kindertijd bij vorming van schema’s.
- ernstige ADHD’ers hebben geleerd dat ze alles fout doen, waardoor ze een erg negatief zelfbeeld ontwikkelen
- ADHD heeft veel comorbiditeit met borderline
Schema van basisveiligheid en verbondenheid met anderen
Deze schema’s kunnen ontstaan als basisveiligheid en verbondenheid niet goed is
- verlating/instabiliteit
- wantrouwen en/of misbruik
- emotionele verwaarlozing
- sociale isolement/vervreemding
- minderwaardigheid/schaamte
Schema’s voor autonomie, competentie en identiteitsgevoel
Deze schema’s kunnen ontstaan als autonomie, competentie en identiteitsgevoel niet goed is
- mislukking
- afhankelijkheid/onbekwaamheid
- kwetsbaarheid voor ziekte en gevaar
- verstrengeling/kluwen
Schema’s van zelfexpressie
Deze schema’s kunnen ontstaan als zelfexpressie niet goed is
- onderwerping
- zelfopoffering
Schema’s van spontaniteit en spel
Deze schema’s kunnen ontstaan als spontaniteit en spel niet goed is –> uiteindelijk weggelaten
- emotionele geremdheid
- meedogenloze normen/overdreven kritisch
Schema’s van realistische grenzen
Deze schema’s kunnen ontstaan als realistische grenzen niet goed is
- zich rechten toe-eigenen
- gebrek aan zelfbeheersing/ -discipline
Voortbestaan van schema’s
Schema’s blijven bestaan doordat mensen zich hier naar gaan gedragen. Onbewust voert de cliënt gedragingen uit, waardoor het schema in stand gehouden blijft
- cognitieve vervorming
- zelfvernietigende levenspatronen
- maladaptieve copingsstijlen
Cognitieve vervorming
Situaties verkeerd interpreteren zodat het schema wordt versterkt, informatie bevestigt en tegenstrijdige informatie minimaliseert, waardoor emoties affectief worden geblokkerd
Zelfvernietigende levenspatronen
Onbewust selecteren en behouden van relaties die het schema activeren en bestendigen, terwijl relaties worden vermeden die waarschijnlijk het schema zullen genezen
- herhalingsdwang
Herhalingsdwang
Emotioneel verwaarloosde mensen kiezen onbewust partners die hun opnieuw verwaarlozen, omdat een afstandelijk persoon voor hen als aantrekkelijk en veilig wordt beschouwd
Maladaptieve coping
- overgave
- vermijding
- overcompensatie
Overgave
Toegeven aan schema, accepteren dat het schema waar is, handelen op een manier om het schema te bevestigen
- compliant surrender
Vermijding
Probeer hun leven zo in te richten dat het schema nooit wordt geactiveerd, vermijd na te denken over het schema
- detached protector
- self-stimulizer
- self-soother
Overcompensatie
Probeer het schema te bestrijden door te denken, voelen, gedragen en relaties aan te gaan alsof het tegenovergestelde van het schema waar is
- self-aggrandizer
- over-controller
- bully and attack
Copingstijl
Een verzameling van coping reacties die een persoon gewoonlijk gebruikt om zich over te geven, te verrmijden of te overcompenseren
Copingsrespons
Het specifieke gedrag dat een persoon op een bepaald moment vertoond om ergens mee om te gaan
Genezing
Het uiteindelijke doel van schematherapie. Schema’s zullen echter nooit helemaal verdwijnen, maar minder vaak worden geactiveerd. Het doel is om de reacties te verminderen en verkorten en ook het gedrag te veranderen
–> verwerk altijd het trauma
Modus
Emotionele toestanden en coping-responsieve gedragingen die we van moment tot moment ervaren. Vaak worden deze veroorzaakt door levenssituaties waar we overgevoelig voor zijn. Hoe we met een schema omgaan, indien deze getriggerd wordt, gebeurd door middel van een modus
Soorten modi
- kind modi
- disfunctionele coping modi
- onaangepaste ouder modi
- gezonde volwassene modus
Kind modi
- kwetsbaar kind
- boos kind
- impulsief kind
- blij kind
Disfunctionele coping modi
Hoe je met het schema om gaat wanneer deze getriggerd wordt.
- overgave
- vermijding
- overcompensatie
Onaangepaste ouder modi
Geïnternaliseerd vanuit de ouder
- straffend
- veeleisend
Schema modus model
Trigger –> EMS activatie –> Interne coping (overgeven, vermijden, overcompenseren)
- overgeven: child mode/parent mode
- vermijden: avoidance coping mode
- overcompenseren: inversion coping mode
Zelfcoherentie
Mensen met een dissociatieve identiteitsstoornis hebben geen zelfcoherentie
Nieuwe basis van emotionele behoeften
- het ontbreken van een samenhangende identiteit
- het ontbreken van een betekensvolle wereld
- oneerlijkheid/onrechtvaardigheid
Assessment en educatiefase van schema’s
Door interviews over levensgeschiedenis, vragenlijsten, zelfcontroleopdrachten en beeldoefeningen
1. identificeren van schema’s
2. begrijpen van ontstaan in kindertijd/adolescentie
3. uitleg geven over schema therapie model
4. leren herkennen van schema coping stijlen
5. leren welke gemoedstoestanden/modi hierbij horen
Veranderingsfase van schema’s
- cognitieve technieken
- experiëntiële technieken
- gedragspatroon doorbreken
- therapeut-patiëntrelatie
Cognitieve technieken
Pleit voor een argumenten tegen het schema, bekijk bewijsmateriaal
Experiëntiële technieken
Bestrijd het schema op emotioneel niveau, door middek van ImRs, rollenspel, steeds meer plaats gekregen, afkomstig van Gestalt therapie, iemand ervaart corrigerende en gezonde ervaringen
Gedragsverandering
- welk gedrag kan mij helpen om mijn doel te bereiken?
- vergroot sociaal netwerk
Therapeutische relatie
- probeerde een hekel te krijgen aan de therapeut, maar dat lukte niet
- was in staat om de probleme die hij tijdens zijn leven tegenkwam te vertellen en dit werd gevalideerd
- verwerkte de versterkte informait en paste deze toe op eerdere en huidige situaties in zijn leven