HC7 Schema therapie Flashcards
The big four
Modellen waar de meeste onderzoek naar gedaan is
* Transference Focus Therapie (TFP): Otto Kernberg
* Mentalization Based Treatment (MBT): Anthony Bateman, Peter Fonagy
* Schema Therapie: Jeffrey Young.
* Dialectical Behaviour Therapy (DBT): Marsha Linehan.
–> Systems training for emotional predictability and problem solving (STEPP) als 5e?
Ontstaan van schematherapie
Schematherapie
Een integratieve psychotherapie model dat verschillende therapieën integreert
- Cognitieve- gedragstherapie.
- Ervaringsgerichte psychotherapie en Gestalt therapie.
- Psychodynamische therapie.
- Hechtingstheorie: zeer van belang bij persoonlijkheidsstoornissen, omdat
onveilige gehechtheid hierbij centraal staat.
Hoe werkt schematherapie
Het is een uitbreiding van cognitieve gedragstherapie, waarbij de nadruk ligt op het ‘voelen’ en onderzoeken van de oorsprong van psychologische problemen/patronen bij kinderen en adolescenten
–> Onderzoek deze patronen en probeer ze te verbreken en adaptieve patronen te plaatsen
Bewijs voor schematherapie
11 grote studies met 6 random control trials
- BPS is het meeste onderzocht
- Cluster C, autisme, depressie en eetstoornissen
Schema
Zelfvernietigende kernthema’s of patronen die we ons hele leven herhalen.
- Schema’s ontwikkelen zich in de vroege kindertijd als reactie op onvervulde behoeftes
- getriggerd schema kan tot mode leiden
Mode
Bepaalde gemoedstoestand/ emotionele staat
-> wordt gerakteriseerd door intense emoties en gedragingen
Voorbeeld schema
Defectiveness shame schema: Persoon voelt zich angstig om beoordeeld te worden
–> compliant surrendeer mode: persoon verwaarloost eigen gevoelens en behoeftes om acceptatie van anderen te krijgen
Unrelenting standards schema
Wanneer Sam op werk is wordt hij telkens geconfronteerd met het feit dat hij zijn normen niet kan halen. In plaats van streven naar perfectie, haast hij zich door zijn taken en laat hij vaak documenten thuis liggen. Hij zegt dat hij
zich geen zorgen maakt over zijn onverschilligheid. In deze situatie wordt zijn
“unrelenting standards schema” getriggerd waardoor hij het schema wil weerstaand door het tegenovergestelde gedrag te vertonen. Dit zou schema zou ontwikkeld kunnen zijn door mensen in zijn kindertijd hoge eisen aan hem oplegde, en werk boven gezondheid en rust stelde.
Schema’s kunnen ons in de weg staan om aan onze emotionele behoeften te voldoen als volwassenen en kunnen leiden tot:
- moeilijkheden bij interacties/connecties maken met anderen
- algemeen gevoel van ontevredenheid over het leven
- onmogelijkheid tot het ontwikkelen van een gevoel van blijheid en welzijn
Vroege maladaptieve schema’s (EMS)
Zelfvernietigende emotionele en cognitieve patronen die vroeg in de ontwikkeling beginnen en zich gedurende het leven herhalen.
–> EMS zijn de bouwstenen voor iemands persoonlijkheid
- maladaptief gedrag ontwikkeld zich als reactie op een schema
- schema’s worden beïnvloedt door biologische, psychologische, sociale en culturele factoren
Onvervulde kernbehoeftes in kindertijd
Schema’s zijn het resultaat van onvervulde emotionele kernbehoeften in de kindertijd, door verschillende ervaringen uit het vroege leven:
- toxische frustratie van behoeften
- traumatisering, slachtofferschap
- te veel van het goede
- selectieve internalisatie of identificatie
Toxische frustratie van behoeften
Bijv. gebrek aan stabiliteit, begrip of liefde
Traumatisering, slachtofferschap
Wantrouwen/misbruik, gebrekkigheid/schaamte, kwetsbaarheid voor schade
Te veel van het goede
Bijv. overbetrokken, overbeschermd, vrijheid of autonomie zonder enige beperkingen
- door een princes treatment gaan mensen zich overdreven belangrijk vinden, wat kan zorgen voor narcistische kenmerken
Kernbehoeftes van Young
- veilige gehechtheid met anderen
- autonomie, competentie en identiteitsgevoel
- vrijheid om geldige behoeften en emoties te uiten (bij mensen met PS nooit geleerd)
- sponaniteit en spel
- realistische grenzen en zelfbeheersing (door emotionele verwaarlozing geen grenzen)
Emotioneel temperament op schema’s
Niet alleen opvoeding speelt een rol, maar ook ergelijkheid met name door temperament. Emotioneel temperament veel interactie met pijnlijke gebeurtenissen uit de kindertijd bij vorming van schema’s.
- ernstige ADHD’ers hebben geleerd dat ze alles fout doen, waardoor ze een erg negatief zelfbeeld ontwikkelen
- ADHD heeft veel comorbiditeit met borderline
Schema van basisveiligheid en verbondenheid met anderen
- verlating/instabiliteit
- wantrouwen en/of misbruik
- emotionele verwaarlozing
- sociale isolement/vervreemding
- minderwaardigheid/schaamte