HC2 endocriene systeem Flashcards
wat is het endocriene systeem?
het hormoonsysteem; hoe je lichaam op celniveau reageert op lichaamsprocessen die je uit balans brengen.
atomen
een atom is een nucleus die neutronen en protonen bevat.
om atomen heen zweven elektronen.
als een atoom negatief of positief geladen is heet het een ion
neutraal geladen deeltjes respectievelijk positief geladen
celmembraam
zit om de cel en bestaat uit twee lipides en phosphorus hoofden die een fosfolypide maken.
lipides = vetmoleculen
fos hoofd is tot water aangetrokken en lipide niet lijkt dus of ze van elkaar afzwemmen in de laag.
phospholide lagen
hier zitten de proteine kanalen die cellen naar binnen of buiten laten.
functie celmembraam
binnen en buiten apart houden
Ligand
chemical die bind aan receptor
twee soorten receptoren
iontropic (reageert op neurotransmitters) en metabotropic (reageert op ligand)
iontropic receptor
ion kanalen zijn geactiveerd, ion komt in de postsynaptische cell en induceert of een EPSP of een IPSP afhankelijk van welke ion binnenkomt
metabotropic receptor
deze receptor activeert G-proteïne, vervolgens een second messenger die het signaal naar een enzym neemt dat ion kanaal activiteit verandert.
als dus de Gprotoe geactiveerd is gaat hij dus direct of indirect via stimulatie van een andere intern chemisch signaal interacteren met het ionkanaal
responderen op liganden
cytoskelet
zorgt voor beweging en connectie en bestaat uit
- intermediate filaments
- microfilaments
- microtubules
- centrioles
schuiven over elkaar waardoor spieren langer of korter worden
wat is een filament?
eiwit draad in spiervezels
wat is een vescile
bolletje met eiwit erin
wat is een microtubule en een kinesin motor protein
de weg waarover vesciles reizen, de kinesin motor protein begeleidt ze hierover
animatie dia 14
3 cel-cel connecties
- desmosomen
- tight junctions
- gap junctions
desmosomen
eiwitten die aan elkaar vast zitten met een beetje ruimte voor moleculen ertussen
is flexibel en kan wel vloeistof doorheen (bijvoorbeeld zalfje opnemen)
huid bijvoorbeeld
tight junctions
je wil niet dat er iets van buitenaf in je lichaam komt. er kan niks tussendoor.
bijvoorbeeld maag; je wil niet dat deze bacterien in je bloedbaan komen
gap junctions
snelle communicatie, moeten samentrekken. soort waterleiding
bijvoorbeeld je hart
endoplasmatic reticulum (ER); twee soorten
- Rough ER: zitten ribosomen aan. protein synthesis
- smooth ER: zitten geen ribosomen aan. Calcium opslag en synthese van fatty acids en steroiden
ribosoom = centrale plaats voor eiwitsynthese (zit in cytoplasma)
ER zit om de nucleus = gevouwen lagen membraam waar protein manufacturing gebeurt.