HC: Obstructieve longaandoeningen Astma Flashcards
Wat heb je nodig om de diagnose astma te stellen?
Bij 12% (of meer) reversibele obstructie longfunctietest + klachtenbeschrijving (piepen, benauwdheid, kortademigheid, heost, thoracale pijn, variatie over de tijd, aanvalsgewijs) = diagnose astma.
Wat zijn andere mogelijke diagnosen bij piepen/wheezing?
- Respiratory infections (croup, laryngitis, bronchiolitis)
- Obstructive airway diseases (asthma)
- chronic obstructive pulmonary disease (COPD)
- Anaphylaxis
- Pulmonary peribronchial edema (congestive heart failure)
- Vocal cord dysfunction (paradoxical vocal fold motion [PVFM], vocal cord paralysis)
- Postnasal drip
- Airway compression: Intrinsic or extrinsic (squamous cell carcinomas, goiter)
- Hyperdynamic airway collapse (tracheobronchomalacia)
- Carcinoid tumors
- Foreign body inhalation
- Forced exhalation by normal individuals
Wat kan ervoor zorgen dat bij astma de longfunctietest niet meer (zo) reversibel is?
Door ‘airway remodelling’
Wat zijn de andere kenmerken van astma (fysiologisch)?
luchtwegvernauwing en inflammatie
De luchtwegvernauwing kan acuut of chronisch zijn. Welke anatomische onderdelen veroorzaken dit?
verdikte luchtwegrand en contractie gladde bronchusspieren
Wat gebeurd er op histologisch niveau bij fairway remodelling?
- afname epitheelcelintegriteit
- verdikte basaalmembraan
- gobletcel hypertrofie mucus
- hypertrofische en hyperplastische gladde bronchusspieren
- oedeemvorming, toename inflammatoire cellen, mn eosinofiele granulocyten
Welke klinische fenotypen kunnen we astma in onderverdelen?
- allergisch vs niet-allergisch
- eosinofiel vs niet-eosinofiel
- childhood onset vs adult onset
Welke associaties zijn er (mogelijk) met astma>
- obesitas
- reuma, sarcoïdose
- eosinophilic granulomatosis with polyangiitis (EGPA: Churg-Strauss)
Wat zijn complicaties van astma?
- Exacerbatie
- Gefixeerde obstructie
- Allergische bronchopulmonale aspergillosse (ABPA)
Welke factoren kunnen astma verergeren/activeren?
graspollen, huisdieren, virale infecties, koude lucht, emotie, parfum, sigarettenrook, medicatie (NSAIDs, beta-adreno-blokker), sulphur dioxide, zone, particulate matter, genetische factoren
Beschrijf wat er op cellulair niveau gebeurd als een irrigantia een dendritische cel activeert bij astma
de dendritische cel activeert T-cellen, die mest cellen, neutrofielen, eosinofielen en B-cellen activeert waarbij veel interleukines, TNF-alfa en IgE wordt geproduceerd
(ofwel Th2/Th1 cytokines)
Wat doen de Th cytokines?
Zorgen voor productie van mucus, de activatie van smooth muscles en blood vessels
note: irrigantia en inflammatory cell products zorgen hier ook voor
Door de activatie van de cellen in de luchtwegen (mucus, constructie) worden pro-inflammatory mediators geproduceerd. Wat doen deze?
Activeren weer dendritische/immuuncellen
Wat voor medicatie kan worden ingezet waarbij cytokines de cellen in de luchtwegen activeren?
- steroiden
- leukotriene receptor antagonisten
- antihistaminica
Wat voor medicatie kan worden ingezet bij de geactiveerde luchtweg-cellen?
- betamimetica
- parasympathicolytica