HC: Obstructieve longaandoeningen Astma Flashcards

1
Q

Wat heb je nodig om de diagnose astma te stellen?

A

Bij 12% (of meer) reversibele obstructie longfunctietest + klachtenbeschrijving (piepen, benauwdheid, kortademigheid, heost, thoracale pijn, variatie over de tijd, aanvalsgewijs) = diagnose astma.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn andere mogelijke diagnosen bij piepen/wheezing?

A
  • Respiratory infections (croup, laryngitis, bronchiolitis)
  • Obstructive airway diseases (asthma)
  • chronic obstructive pulmonary disease (COPD)
  • Anaphylaxis
  • Pulmonary peribronchial edema (congestive heart failure)
  • Vocal cord dysfunction (paradoxical vocal fold motion [PVFM], vocal cord paralysis)
  • Postnasal drip
  • Airway compression: Intrinsic or extrinsic (squamous cell carcinomas, goiter)
  • Hyperdynamic airway collapse (tracheobronchomalacia)
  • Carcinoid tumors
  • Foreign body inhalation
  • Forced exhalation by normal individuals
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat kan ervoor zorgen dat bij astma de longfunctietest niet meer (zo) reversibel is?

A

Door ‘airway remodelling’

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn de andere kenmerken van astma (fysiologisch)?

A

luchtwegvernauwing en inflammatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

De luchtwegvernauwing kan acuut of chronisch zijn. Welke anatomische onderdelen veroorzaken dit?

A

verdikte luchtwegrand en contractie gladde bronchusspieren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat gebeurd er op histologisch niveau bij fairway remodelling?

A
  • afname epitheelcelintegriteit
  • verdikte basaalmembraan
  • gobletcel hypertrofie  mucus
  • hypertrofische en hyperplastische gladde bronchusspieren
  • oedeemvorming, toename inflammatoire cellen, mn eosinofiele granulocyten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke klinische fenotypen kunnen we astma in onderverdelen?

A
  • allergisch vs niet-allergisch
  • eosinofiel vs niet-eosinofiel
  • childhood onset vs adult onset
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke associaties zijn er (mogelijk) met astma>

A
  • obesitas
  • reuma, sarcoïdose
  • eosinophilic granulomatosis with polyangiitis (EGPA: Churg-Strauss)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn complicaties van astma?

A
  • Exacerbatie
  • Gefixeerde obstructie
  • Allergische bronchopulmonale aspergillosse (ABPA)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke factoren kunnen astma verergeren/activeren?

A

graspollen, huisdieren, virale infecties, koude lucht, emotie, parfum, sigarettenrook, medicatie (NSAIDs, beta-adreno-blokker), sulphur dioxide, zone, particulate matter, genetische factoren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Beschrijf wat er op cellulair niveau gebeurd als een irrigantia een dendritische cel activeert bij astma

A

de dendritische cel activeert T-cellen, die mest cellen, neutrofielen, eosinofielen en B-cellen activeert waarbij veel interleukines, TNF-alfa en IgE wordt geproduceerd

(ofwel Th2/Th1 cytokines)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat doen de Th cytokines?

A

Zorgen voor productie van mucus, de activatie van smooth muscles en blood vessels

note: irrigantia en inflammatory cell products zorgen hier ook voor

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Door de activatie van de cellen in de luchtwegen (mucus, constructie) worden pro-inflammatory mediators geproduceerd. Wat doen deze?

A

Activeren weer dendritische/immuuncellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat voor medicatie kan worden ingezet waarbij cytokines de cellen in de luchtwegen activeren?

A
  • steroiden
  • leukotriene receptor antagonisten
  • antihistaminica
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat voor medicatie kan worden ingezet bij de geactiveerde luchtweg-cellen?

A
  • betamimetica
  • parasympathicolytica
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat voor medicatie kan worden ingezet bij de activatie van immuuncellen door proinflammatory mediators?

A

biologicals

omalizumab, mepolizumab, reslizumab, benralizumab, dupilumab, tezepelumba

17
Q

Wat is de eerste medicamenteuze stap van astma?

A

alleen SABA z.n. of lage dosis ICS-formoterol (LABA) z.n.

gebruik >2x/w = onvoldoende astmacontrole

18
Q

Wat is de tweede stap bij astma?

A

lage dosis ICS of lage dosis ICS-formoterol z.n.

19
Q

Wat is de derde stap bij astma?

A

lage dosis ICS + LABA of intermediaire dosis ICS (zonder LABA)

20
Q

Wat is de vierde stap bij astma?

A

Intermediaire to (tijdelijk) hogere dosis ICS + LABA of hogere dosis ICS (zonder LABA)

21
Q

Wat voor medicatie gebruik je bij klachten?

A
  • bij gebruik ICS-formoterol: extra inhalatie lage dosering ICS-formoterol (max 8 inh/dag) of aanvullend SABA
  • anders: SABA

alleen formoterol-budesonide en Formoterol-beclometason zijn voor z.n. gebruik naast onderhoudsbehandeling geregistreerd

22
Q

Kan je alleen een LABA voorschrijven?

A

Nee, dit doe je altijd i.c.m. een ICS

23
Q

Wat is bronchiale thermoplastiek ?

A

Bronchiale thermoplastiek is een soort ‘BBQen’ van de luchtwegen (blanching), helpt bij de helft.

24
Q
A