HC 7, Epistemologische anarchie en onderzoeksprogramma's Flashcards

1
Q

Conservative conventionalisem

A

is gericht op het behouden en aanpassen van bestaande theorieën binnen het bestaande raamwerk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Revolutionair conventionalism

A

houdt in dat er radicale veranderingen plaatsvinden, waarbij een geheel nieuw wetenschappelijk paradigma de oude vervangt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke stroming volgt Feyerabend

A

Relativist en construcitvist

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe zijn Lakatos en Feyerabend gelinkt

A

Waren best friends, Lakatos zei tegen Feyerabend dat hij zijn ideeen uit moest schrijven, en dat Lakatos hier dan op zou reageren. Lakatos ging alleen al dood voor dat kon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Feyerabend zijn variant op paradigma’s

A

Hij noemde dit tradities

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Kenmerken van tradities

A

In de geschiedenis van de wetenschap volgen tradities elkaar op, de ene is niet beter dan de andere. De huidige westerse wetenschap is 1 van die tradities maar een andere kan ook gewoon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Feyerabend over gestalt switches

A

Hij vond dat je gewoon een ander paradigma of traditie kunt kiezen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

2 slogans van Feyerabend

A
  1. Against method
  2. Anything goes
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Against method

A

Ook de titel van zijn boek
Hij is niet tegen het gebruiken van de wetenschappelijke methode, alleen tegen de monopoly die het heeft. Hij is wel pro wetenschap, maar wat anders is ook goed. Er zijn geen objectieve feiten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Anything goes

A

Dit komt van zijn methodologisch anarchisme af, alle methoden kunnen bronnen van kennis zijn, ook voodoo en toveren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Methodologisch anarchisme

A
  • Dit is epistemologisch en geen politiek anarchisme, alle methoden voor kennis te vergaren mogen
  • Alle gedachten zijn vruchtbaar, het verschil tussen wetenschap en pseudowetenschap is kunstmatig
  • Dus niet alleen psychologie verwerft kennis over de psyche, voodoo ook
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zegt Feyerabend over methoden?

A

Als je de wereld wil begrijpen dan is het vreemd om van tevoren restricties op te leggen. Je loopt het risico om vanalles te missen

Je kunt niet zeggen dat mensen een methode moeten gebruiken, je moet ze bij laten in hun denken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Consequenties van Feyerabends anarchisme

A
  • Kennis is een zee van alternatieven
  • Er zou vrijheid van methode in het onderwijs moeten zijn
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Consequentie 1, kennis is een zee van alternatieven

A

we hebben tegenregels. Binnen het empiristsich paradigma is de regel: theorie moet corresponderen met de ervaring. De tegenregel is dan dat de theorie helemaal niet overeen hoeft te komen met ervaringen

Dit is in de termen van Kuhn het innemen van een ander incommensurabel paradigma

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Feyerabends view op kennis

A

Kennis bestaat niet uit een reeks theorieen die innerlijk consistent zijn en uitlopen op een ideale visie. Kennis is geen langzame maar zekere benadering van de waarheid. Kennis is meer een eeuwif toenemende zee van onverenigbare of misschien zelfs onvergelijkbare alternatieven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

tegenregel

A

Regel die in tegenspraak is met de geaccepteerde regels van een bepaalde traditie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Consequentie 2, er zou vrijheid van methode moeten zijn in het onderwijs

A

PF argumenteert tegen de onderdrukking. We hebben niet democratisch gekozen voor wetenschap in ons onderwijssysteem. We moeten de staat scheiden van het onderwijssysteem, en aan de mensen in dat gebied vragen wat er uitgelegd moet worden. Wij zouden hier ook moeten kunnen kiezen uit een cursus Astrologie voor psychologen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Isaac Bonewits

A

Heeft in 1966 een bachelor degree in magic gehaald van UC Berkeley. Hij is de enige die hierin is afgestudeerd. Hij heeft hierna een boek geschreven, waar hij de law of similarity uitlegd: if you want to make a broom fly, you have to put bird feathers on it, wave is around, chirp over it etc. Volgens het relativisme en constructivisme is dit kennis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

1e probleem relativisme en constructivisme

A

Vooral gericht tegen Kuhns opvatting dat je een ander paradigma niet kunt begrijpen zonder het je eigen te maken. Je kunt best dingen onderzoeken die je niet geloofd en je kunt best met anderen praten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

2e probleem relativisme en constructivisme

A

De bewering alles is relatief, waarheid is afhankelijk van het paradigma bevatten een contradictie. Alles is relatief, dus er is niets waar voor elk paradigma. Dan zijn bovenstaande uitspraken toch ook relatief, maar dan kan niet want ze moeten dan gelden voor alle paradigma’s?

21
Q

3e probleem relativisme en constructivisme

A

Moeten we wel kunnen kiezen voor les in regendansen om te genezen? Er is een objectief betere manier om mensen te genezen (medicijnen), is het dan niet schadelijk om mensen iets anders te leren? Het “de meeste stemmen gelden voor wat de feiten zijn” werkt niet. De waarheid is niet zo sterkt theoriegeladen als ze zeggen, dus misschien kunnen we wel objectieve feiten achterhalen

22
Q

Argument tegen het eend konijn als argument voor relativisme

A

Dit plaatje is bewust ambigu gemaakt. Wat als hij een foto had gebruikt? dan was het niet zo onduidelijk

23
Q

Wie probeerde de wetenschap van relativisme te redden?

A

Imre Lakatos

24
Q

Hoe red Imre normativiteit van de wetenschap?

A

Als we de notie van falsificatie aanpassen van dogmatisch, naar methodologisch naar genuanceerd falsificationisme kunnen we het redden

25
Q

Wie hoorde bij dogmatisch falsificationisme?

A

Braithwaite

26
Q

Wie hoorde bij methodologisch falsificationisme?

A

Popper

27
Q

Wie hoorde bij genuanceerd falsificationisme

A

Imre Lakatos

28
Q

Wat vond Lakatos over Popper en Kuhn

A

Kuhn heeft geen begrip voor een meer genuanceerde opvatting, waarvan de redelijkheid niet gebaseerd is op het naive falsificationisme. Ik zal proberen deze opvatting van Popper uit te leggen, en verder te versterken,daar ze mijn inziens ongevoelig is voor Kuhns kritiek, en wetenschappelijke revoluties kan weergeven als rationele vooruitgang en niet als religieuze bekeringen

29
Q

Waar zijn Lakatos en Popper het over eens?

A

Dat wetenschap een rationele bezigheid is

30
Q

Dogmatisch falsificationisme

A
  • De vorm voor popper
  • Te vinden bij Braithwaite
  • Elke wetenschappelijke theorie is feilbaar, de empirische basis is onfeilbaar. Enkel op basis van empirische data kun je een theorie beoordelen.
    -Wetenschappelijke groei gaat via het verwerpen van theorie op basis van feiten
31
Q

Problemen bij dogmatisch falsificationisme

A
  • Je hebt een theorie nodig om een scan te kunnen interpreteren, dus het klopt niet
  • De waarheid is theoriegeladen, dus er is geen onfeilbare empirische basis. Hoe weet je dan dat de theorie die je nodig hebt voor de observatie correct is?
32
Q

Methodologisch falsificationisme

A
  • De variant van Popper
  • Neemt de theoriegeladenheid van de waarneming serieus, maar stelt ook dat de wetenschapper de achtergrondtheorie kan accepteren
  • Dit maakt het mogelijk om empirische data te verwerven die tegenstrijdig zijn met de theorie je die onderzoekt
  • Je neemt dus geen objectieve feiten waar, maar feiten die bemiddeld worden door een theorie
33
Q

Hoe noemt Lakatos Poppers feit dat je de achtergrondtheorie zomaar mag accepteren

A

De conventionele ‘empirische basis’

Lakatos: methodologisch falsificationisten zien een wetenschappelijke test als een gevecht tussen een theorie en een experiment. Volgens Lakatos moet je ook een andere theorie hebben voor dit gevecht

34
Q

3 eisen van Genuanceerd falsificationisme

A
  1. B een empirische meerinhoud heeft tegenover A, hij voorspelt feiten die A niet voorspelde of welke daar verboden zijn
  2. B verklaard het voorgaande succes van A, Alle niet-weerlegde inhoud van A is opgenomen in B
  3. Een gedeelte van de empirische meerinhoud van B wordt bevestigd (veel bewijs, niet perse alle gevallen)
35
Q

Hoe ziet Lakatos wetenschappelijke verandering?

A
  • Er zijn onderzoeksprogramma’s (paradigma’s)
  • Wetenschappers werken met theoriegeladen gehelen (onderzoeksprogramma’s)
  • Men wil aan een OP vasthouden, in ieder geval de harde kern ervan
  • OP’s bestaan ook naast elkaar (in tegenstelling tot wat Kuhn vind) waardoor je ze met elkaar kunt vergelijken
36
Q

Descartes en de Britse empiristen over hopen theorie

A

Ze doen aan fundament denken, je hebt een fundament en hier bouw je op voort.

37
Q

Lakatos over hopen theorie

A

De netwerktheorie, je hebt een ent waar alle andere feiten omheen hangen.

38
Q

Lakatos over de incommensurabiliteitsthese

A

Wetenschappers uit verschillende OP’s praten met elkaar en proberen uit te zoeken wie er juist is. Dit is een rationele vergelijking van theorien, met als doel de beste te vinden. De these is dus onjuist.

39
Q

Welke onderzoeksprogramma’s kent Lakatos

A

Progressieve en degeneratieve onderzoeksprogramma’s

40
Q

Heuristiek

A

Manier om via een methodologische weg een antwoord op problemen te zoeken

41
Q

Negatieve heuristiek

A

Welke paden van onderzoek we niet moeten doorlopen, zo mag je niet de harde kern opgeven

42
Q

Positieve heuristiek

A

Welke paden van onderzoek we wel moeten doorlopen. Als je de harde kern niet op mag geven zul je aan de gordel moeten sleutelen als een voorspelling niet uitkomt. Het werkt als een boerderij met bomen eromheen, de bomen beschermen de boerderij

43
Q

Progressief onderzoeksprogramma

A

Door aanpassing van de gordel (wetenschappelijk onderzoek) wordt de theorie complexer en krijgt steeds meer empirische meerinhoud

44
Q

Degeneratief onderzoeksprogramma

A

Door opeenstapeling van ad hoc hulphypothese (pseudowetenschap) wordt de theorie wel gered, maar dit is niet de manier. Het programma moet verlaten worden wanneer een beter alternatief zich aandient

45
Q

Kenmerken progressief programma

A
  • Het doet meer voorspellingen, die bovendien bevestigd worden
  • Het is een echt programma, een reeks van theorieen.
46
Q

Rationele tussenpoos

A

Elk programma probeert progressief te zijn, maar in het licht van nieuwe experimentele gegevens zal altijd een bepaald onderzoeksprogramma progressiever zijn dan een ander. De rationele tussenpoos is er om overhaaste falsificatie te voorkomen

47
Q

Kuhn’s kritiek op Lakatos’s theorie

A
  • Dit is geen normatief alternatief, het is een beschrijving van mijn normal science. Lakatos zegt hetzelfde als mij maar in andere woorden
48
Q

Lakatos’ demarcatiecriteria

A
  1. Falsificeerbaarheid
  2. Werken met een heel onderzoeksprogramma
  3. Progressief, succesvolle voorspellingen doen
  4. Hou niet vast aan een degeneratief onderzoeksprogramma
49
Q
A