HC 5, Het kritisch rationalisme van Karl Popper Flashcards

1
Q

2 vragen die popper stelt

A
  • Kunnen we wetenschap redden van de irrationaliteit van inductie?
  • Kunnen we een ander demarcatiecriterium geven dan verifieerbaarheid of confirmeerbaarheid?

Hij antwoord beide met JA

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Overeenkomsten Popper en LP

A
  • De empirie is van groot belang, ervaring is een manier van kennis verwerven, maar de logisch positivisten zijn te radicaal volgens Popper
  • Logica en wiskunde kunnen worden gebruikt. De geldigheid staat niet ter discussie, maar ze leveren geen kennis op
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Verschil LP en Popper

A

Ze hebben een heel ander wetenschappelijk model
LP: Eerst observaties, dan via inductie opstellen van wetten, dan weer via inductie verifieren/ confirmeren
Popper: Eerst is er een probleem, dan wordt er een gissing gedaan (hypothese) dan ga je die proberen te weerleggen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

4 kenmerken van Poppers kritisch rationalisme

A
  1. Falsificationisme
  2. Ingeboren ideeen
  3. KRITISCH rationalisme
  4. kritisch RATIONALISME
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wie zijn volgens het falsificationisme pseudowetenschappers?

A

Marx en Freud

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wie zijn volgens het falsificationisme wel wetenschappers

A

Newton en Einstein

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

4 kenmerken van falsificationisme

A
  1. feilbaarheid van de mens
  2. Falsificeerbaarheid als demarcatiecriterium
  3. Enkel falsificeerbare theorien zijn informatief
  4. Enkel door falsificatie kunnen we kennis vergroten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Feilbaarheid van de mens

A

Aristoteles theorie werd weerlegd door Newton, en die weer door Einstein.

‘We do not know, we can only guess’ ~ Popper

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe werkt falsificeerbaarheid als demarcatiecriterium?

A

Je moet aan kunnen tonen dat het niet zo is. Bij bv morgen regent het of niet, is niet falsificeerbaar, dat is altijd waar.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Freud en falsificeerbaarheid

A

Alle jongens hebben een Oedipus-complex, of ze zijn in denial, is dus nooit te ontkrachten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Marx en falsificeerbaarheid

A

Marx had 4 stappen van wetenschappelijke verandering. Toen dit in Rusland anders ging zeiden de Marxisten: ja maar de volgorde mag ook anders. Dit maakte de theorie immuun voor falsificatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wanneer is een theorie geimmuniseerd?

A

Als je hem gered hebt van falsificatie. Bv bij Marx, op het moment dat je theorie weerlegd lijkt te worden breed je hem uit. Dit maakt hem wel waar, maar niet meer falsificeerbaar en dus niet meer wetenschappelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wanneer heb je corroborating evidence volgens Popper?

A

Als je je best hebt gedaan de theorie te weerleggen, maar dit niet gelukt is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat scheid het demarcatiecriterium van de LP

A

Zowel wetenschap van pseudowetenschap als zin van onzin

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat scheid het demarcatiecriterium van Popper?

A

Enkel wetenschap van pseudowetenschap

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat scheid het criterium van Wittgenstein 1

A

Zin van onzin

17
Q

Ingeboren ideeen van Popper

A

Ze zijn niet zo gekkig als bij Locke, de ingeboren ideeen van Popper horen bv bij het feit dat veel dierenjongen al meteen kunnen lopen na de geboorte, en dat pasgeborenen verwachten gevoed en beschermd te worden

18
Q

Popper over regelmaat

A

Onze neiging naar regelmaat te zoeken en de natuur wetten op te letten leidt tot een psychologisch verschijnsel: dogmatisch denken

19
Q

KRITISCH rationalisme

A

De regelmaat is er vaak enkel in de interpretatie maar niet in de werkelijkheid. We moeten dus niet zomaar alles aannemen maar kritisch kijken. Kritisch zijn = kijken of een theorie te falsificeren is

20
Q

Confirmation bias

A

The tendency to interpret new information so that it becomes compatible with our existing theories, beliefs and convictions

21
Q

Kritisch RATIONALISME

A

Rationalisme accepteert ingeboren kennis, Popper doet dat op zijn manier ook. De wetenschap is rationeel omdat ze typisch niet toegeeft aan het dogmatische denken. De ratio zorgt ervoor dat we niet alles wat we uit ervaringen afleiden zomaar accepteren. De wetenschap is rationeel omdat ze gebruik maakt van deductie

22
Q

Problemen met Poppers criterium

A
  • Pseudowetenschappen doen ook falsificeerbare uitspraken
  • Het vaststellen van het tegendeel is gebaseerd op inductie