HC 7: antistollingstherapie Flashcards
Wat zijn antitrombotica?
Trombocytenaggregatieremmers:
- aspirine
- clopidogrel
Antistolling:
- Vitamine K antagonisten
- DOAC
- Heparine
Welke middelen kies je bij arteriële of veneuze trombose?
Arterieel: meer op de trombocyten dus trombocytenaggregatieremmers (meer gebruikt)
Veneus: meer op de stolling dus antistolling
Wat is het doel van behandeling voor veneuze trombose?
Korte termijn:
- voorkomen progressie veneuze trombose (verder in been)
- voorkomen mortaliteit
- voorkomen uitbreiding (longembolie)
Lange termijn:
- voorkomen PTS en chronische trombo-embolische pulmonale hypertensie CTEPH
- voorkomen recidief trombose
Behandelingen VTE?
Initiële behandeling (5-21) dagen: antistolling en zorgen dat het stolsel door het lichaam zelf kan worden opgeruimd.
Primaire behandeling (3–6) maanden: lichaam tijd geven stolsel op te ruimen
Secundaire behandeling: zorgen dat stolsel niet terugkomt
Waaruit bestaat de initiële behandeling van VTE?
- Heparine:
- ongefractioneerd heparine, infuus nauw gecontroleerd
- LMWH, laag moleculair gewicht heparine
- fondaparinux, via huid
- DOAC
- Trombolyse, alleen als stolsel acuut opgelost moet worden (instabiel been of hemodynamisch instabiel)
- Trombosuctie, stolsel uit halsslagader bij hele acute situatie
Welke factoren remt heparine?
Factor 2, 6, 7, 9, 10 a. Factor 2 en 10 a het meest. Ook zorgt het voor betere werking antithrombine.
DOACs:
- Dabigatran: werkt op trombine en factor IIa, 2dd, RK 85% (niet geven bij slechte gfr)
- Rivaroxaban: factor Xa, 1dd
- Apixaban: factor Xa, 2 dd, 25% RK
- Edoxaban: factor Xa, 1 dd
Waaruit bestaat de primaire behandeling van VTE?
- DOAC
- vitamine K antagonisten
Vitamine K-antagonisten:
- Fenocoumon, t 1/2 150 uur
- acenoumarol, t 1/2 10-14 uur
- warfarine, t 1/2 20-36 uu
Andere medicatie kan coumarines beïnvloeden, PR-INT checken 2-3 beste therapeutische bandbreedte geen infarct en bloeding.
Aangrijpingspunt = factor 2,7,9,10
Waarom gaat de voorkeur uit naar DOACs?
Geven minder bloedingen in de hersenen, effect is gelijk.
Waar moet je rekening mee houden om een keuze te maken op het gebied van antistolling?
- Leeftijd
- gewicht
- zwangerschap (vitamine K wel na 1ste trimester, DOAC nooit)
En of er andere ziekten mee spelen bij doc:
- maligniteiten
- maag-darmziekte
- nierfunctie
- andere medicatie
trombocytenaggregatieremmers:
- acetylsalicylzuur: werkt op COX2, cyclo-oxygenase eiwit nodig voor activatie GPIIa receptor
- Clopidogrel, prasugrel, ticagrelor: werkt op adp receptor
- dipyridamol, werkt op tromboxaan
- GPIIb,IIIa receptor: integrelin, tirofiban
Je werkt dus op receptor van trombose.
Werkt arterieel dus tegen tia’s, cva’s, etalagebenen, coronair lijden
Noem antidotum bij bloeding?
Vitamine K antagonisten: vitamine K toedienen of PCC, protrombine complex concentraat
Bij DOAC factor X, ook PCC
Dabigatran: idarucizumab