Hc 6 Flashcards

1
Q

Met sociologie bedoeld dewey

A

‘in hoeverre hebben wij onze sociale omgeving onder controle?”. Dit draagt het idee uit dat we steeds proberen om de wereld te beheersen. Dit is niet wat hij bedoeld, “er is een probleem, hoe kunnen we dit oplossen”, dat is wat hij bedoeld. Als we een probleem willen oplossen gebruiken we alle technieken die we hebben geleerd en dit noemen we wetenschap.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Volgens dewey is een wetenschap zoals durkheim die wilde misschien niet een goed idee is

A

Volgens hem moeten we af van het idee dat we in essentie die werelden in kaart aan het stellen zijn.
We denken erover na, maar denken is uitgesteld doen. We leren vooral als we iets doen. We hebben geleerd om te doen wat werkt, en we hebben geleerd wat werkt. We zijn erop uitgekomen dat overal dualisme ontstaat.

Er is een verschil tussen het denken en doen. Doen is inferieur aan denken. Misschien hebben we, door de opkomst van de wetenschap, geleerd dat denken en doen twee kanten zijn van hetzelfde; namelijk de mens. Waar we succesvol handelen hebben we kennis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Doen en denken dualisme

A

ewey probeert dat op te schrijven zodat we begrijpen dat het dualisme van doen en denken in termen van tweedelingen ons niet helpt bij het oplossen van praktische problemen. Al doende zijn we erachter gekomen dat denken en doen niet gescheiden zijn. Dewey benadrukt dat we hierachter zijn gekomen doordat we hebben gemerkt dat als we andere dingen doen dan ervoor, dat we meer praktisch succes boeken. Wat we vaak vergeten zijn is nadenken over waar we uiteindelijk willen uitkomen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Escape van peri

A

Hij probeert in het hoofdstuk ‘escape van peril’ alle manieren die we hebben bedacht om te ontsnappen aan praktische problemen op te schrijven. We moeten nadenken over hoe het denken zelf ook een soort van doen is zodat we praktische problemen kunnen oplossen. De wereld is voortdurend in flux.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Escape van peril onzekerheid

A

Dewey legt in dit boek uit dat we constant opzoek zijn naar zekerheid. Door de eeuwen heen hebben we verschillende oplossingen bedacht om om te gaan met onzekerheid.
1. De religie: We vonden zekerheid door de goden.
2. De filosofie
3. Axioma’s: We dachten ingewikkelde dingen weg en denken omwille van het denken. We
vinden zekerheid in ons denken en de werkelijke wereld is onvoorspelbaar.
4. De wetenschap

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Science and society

A
  1. In ‘Science and society’ stelde Dewey dat wetenschap een instrument is en gebruikt kan
    worden om problemen op te lossen. Deze problemen willen we oplossen om een bepaald doel te begrijpen. Wetenschap is een krachtig instrument, maar je moet dan dus wel nadenken waartoe je dat inzet. John Dewey was een groot voorstander van een democratische samenleving, want dan kunnen we erachter komen wat we allemaal willen.
  2. ‘Het begin van wijsheid is het besef dat de wetenschap zelf een instrument is dat onverschillig staat tegenover het externe gebruik waarvoor het wordt gebruikt’
  3. Met de wetenschap kan je zoveel doen, dat er altijd mensen zijn die de wetenschap bedrijven. Het is belangrijk om te snappen dat we goed moeten nadenken waartoe we het willen inzetten.
    We zijn nog niet eens goed begonnen met het toepassen van wetenschap als instrument in bijvoorbeeld de economie en psychologie binnen het domein van het sociale. Het is gebruikt om de reikwijdte en macht van belangen en waarden die voorafgingen aan zijn opkomst

enorm uit te breiden. Hier is de tegenstelling in de beschaving. De potentie van de wetenschap als het krachtigste controle-instrument dat ooit heeft bestaan, stelt de mensheid voor haar enige uitstekende huidige uitdaging’.
4. Denken en doen zijn helemaal niet zo verschillend. ‘We hebben genoeg intelligentie getoond in het fysieke veld om het nieuwe en krachtige instrument van wetenschap en technologie te creëren. We hebben nog niet genoeg intelligentie om dit instrument doelbewust en systematisch te gebruiken om de sociale operaties en gevolgen ervan te beheersen.
5. Dewey hamert erop dat we nog nauwelijks zijn begonnen met het toepassen van wetenschappelijke inzichten op het sociale. Als je wetenschap hebt, waarom pas je het dan niet toe? Als je weet waar je naartoe wil kan je de wetenschap gebruiken als instrument om daar te komen.
6. Voortdurend veranderen er dingen en Dewey vraagt zich af of we niet moeten nadenken of er sociale structuren zitten die ons in de weg zitten? Kunnen we de wetenschap niet gebruiken om ons voordeel te doen? We hebben wetenschap, laten we dit dan gebruiken om problemen waar we nu mee zitten op te lossen.
7. De grote wetenschappelijke revolutie moet nog komen. We kunnen het idee van wetenschap ook toepassen binnen het sociale domein. Dat moeten we nog doen dus het moet nog komen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Social science and social control

A

Er is een verschil tussen fysische feiten en sociale feiten. Fysische feiten zijn onafhankelijk van wat ik vind, maar sociale feiten zijn afhankelijk van hoe mensen zijn. Voor een socioloog is het dus ook belangrijk om te snappen hoe de hersenen functioneren.
Dewey gaat er vanuit dat de psychologie/sociologie als wetenschap verondersteld dat we al controle kunnen uitoefenen.
Dewey zegt dat als we beter begrijpen wat wetenschap is, we beter weten waarom we het nodig hebben en we dan weten in welke richting we het moeten ontwikkelen om het nuttig te laten zijn. Dewey draait het hele proces van waarom wij wetenschap hebben om.

Hij start met ‘wij zijn homosapiens, we hebben bepaalde eigenschappen zoals dat we onzekerheid niet fijn vinden. We ondervinden dus problemen die we willen oplossen, etc. Als we sociale planning en controle hebben, dan beginnen we erover na te denken of we deze sociale planning en controle kunnen behouden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Voorbeeld 1; vaccinaties

A

Als er een epidemie uitbreekt en er gaan mensen dood, hebben we dan een probleem? Ja, want we voelen het als een urgent probleem.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Voorbeeld 2; democratie

A

Problemen die we tegenkomen worden opgelost omdat we een democratische samenleving hebben. Wetenschap geeft niet de zekerheid dat je het volgende probleem ook kunt oplossen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Waarom verandert sociologie

A

We willen een beter en betrouwbaarder instrument om te weten wat gaat gebeuren als we
ingrijpen. Experimenten zijn dus erg belangrijk, maar ook moeilijk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

In welke richting verandert sociologie

A

De sociologie moet veranderen in de richting van bruikbaarheid bij planning en controle

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Waarom hebben we sociologie

A

We hebben wetenschap omdat we problemen hebben en de sociologie heeft hiervoor technieken om deze op te lossen. We hebben het dus om de doelen te realiseren die we onszelf hebben gesteld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn doelen die we willen behalen?

A

Als je de wetenschap hebt, dan heb je het meest krachtige instrument in handen om te gaan waar je wil zijn. Dan moet je wel weten waar je wil zijn. We willen de doelen behalen die bevorderlijk zijn om twijfel, irritatie of pijn op afstand te houden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat heeft de sociologie voor

A

Psychologie en sociologie behandelen beide coördinatieproblemen die een effect hebben op mensen. Als er iets ‘mis’ is met een individu, dragen beiden bij aan oplossingen!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Emibayers manifest van relationele sociologie

A

De relationele sociologie heeft Emirbayer geprobeerd op te schrijven in een manifest. Als je dat leest zie je dat er veel pragmatistische ideeën instaan. Een sociologie gaat om relaties en de dynamiek van deze relaties in kaart te zetten in een bepaalde tijd. We doen dit om te voorspellen hoe mensen zich waarschijnlijk gaan gedragen in een bepaalde setting.
Er zijn allerlei transacties samen tussen individuen binnen bepaalde contexten. Binnen een bepaalde context kunnen we ze proberen te begrijpen. In een relationele sociologie waarin individuele personen niet worden gezien als onafhankelijk van een context. Het veranderd voortdurend en het enige wat we kunnen hopen is dat het binnen een bepaalde tijd constant genoeg is om voorspellingen over de situatie te doen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Pragmatisten

A

Pragmatisten denken dat je altijd in termen van relaties onderzoek moet doen. Pragmatisten zeggen dat een relatie altijd bestaat uit twee relata en daartussen bestaat dus een relatie. Deze relatie willen we begrijpen om onze leefomgeving beheersbaar te laten zijn. Als je gaat kijken naar verschillende relata dan zie je dat dat uiteenvalt in weer twee andere relata.

17
Q

Vanuit een pragmatisch deweyaans perspectief merken we dat;

A

Mensen zijn hoogstwaarschijnlijk het resultaat van een (neo-)darwinistisch evolutieproces
 Mensen hebben duidelijk een hekel aan
risico’s, onzekerheid en levende twijfel (een evolutionair kenmerk van de mens).
 De wetenschappelijke methode van geloofsfixatie (Peirce) of de wetenschappelijke fase/methode van logisch denken (Dewey) is de meest effectieve manier om tot betrouwbare kennis-als-actie te komen om praktische problemen in de samenleving op te lossen.
 Een relationele sociologie is in dit opzicht waarschijnlijk de meest vruchtbare sociologie, en vanuit een pragmatisch perspectief.
 Zo’n sociologie is van groot nut voor psychologen: als het gaat om relaties “helemaal beneden”, kunnen we ons niveau en aspect van onderzoek kiezen, afhankelijk van wat we willen bereiken, geconfronteerd met een probleem dat we moeten oplossen, of het nu gaat om individuen of groepen van individuen!