HC 2 - Vrij verkeer van goederen Flashcards
Carbonati
De overschrijding van een binnenlandse grens toegepaste heffing valt aan te merken als ‘heffing van gelijke werking’ ex 30 VWEU en is daarom verboden.
Outokumpu
In het arrest herhaalt het Hof van Justitie zijn eerdere rechtspraak dat artikel 30 VWEU, inzake heffingen van gelijke werking, en artikel 110, inzake discriminatoire binnenlandse belastingen, elkaar uitsluitende bepalingen zijn, en formuleert het een maatstaf om te beoordelen of een maatregel een heffing van gelijke werking of een binnenlandse belasting is
Dassonville
1. Een ‘maatregel van gelijke werking’ als bedoeld in art. 34 VwEU is iedere handelsregeling van een lidstaat die de intracommunautaire handel al dan niet rechtstreeks, daadwerkelijk of potentieel, kan belemmeren (ruime MGW-opvatting). 2. Als de Unie nog niet harmoniserend heeft opgetreden kunnen lidstaten redelijke maatregelen nemen die de echtheid van de benaming van de oorsprong van een product waarborgen (opening voor rechtvaardigingsgronden, uitgewerkt in Cassis de Dijon), mits zij geen middel tot willekeurige discriminatie of verkapte handelsbeperking vormen.
Cassis de Dijon
Als er nog geen Europese harmonisatieregeling bestaat op het betreffende terrein kunnen lidstaten belemmerende maatregelen nemen voor zover dringende behoeften onder meer verband houdend met de doeltreffendheid der fiscale controles, de bescherming van de volksgezondheid, de eerlijkheid der handelstransacties en de bescherming van consumenten, ze noodzakelijk maken (de ‘Cassis-rechtvaardiging voor dwingende vereisten’). Dit is dus een rechtvaardigingsgrond in het kader van art. 34 VwEU die buiten art. 36 VwEU om door het Hof is geïntroduceerd.
Deense flessen
- Verduidelijking van de Cassisrechtvaardiging in vier voorwaarden:
a) Ontbreken Harmonisatieregel;
b) Nationale regel maakt geen
onderscheid;
c) Nationale regel gerechtvaardigd
door dwingende eisen Unierecht;
d) Evenredigheid; lichtste middel. - Illustratie van twee
evenredigheidstoetsen door het Hof.
Het Hof gaat na of het middel niet
verder gaat dan noodzakelijk, maar
weegt ook de doelstelling van de
nationale regeling af tegen de
doelstelling van het vrije verkeer
(evenredigheid ‘strictu sensu’).
Conegate Ltd
In het arrest Conegate ging het om opblaaspoppen die werden geïmporteerd in Engeland. De Engelse douane nam deze goederen in beslag, omdat het tegen de zedelijke orde inging. Conegate zei dat dit een belemmering was van het vrij verkeer. Engeland erkende dat er inderdaad sprake was van een belemmering, maar zei dat ze dit konden rechtvaardigen op grond van de openbare orde. Het Hof zei dat de openbare orde zeker een grondslag is, maar het was in Engeland wel toegestaan om opblaaspoppen te maken en te verkopen, terwijl je ze niet mocht importeren. Dit vond het Hof een beetje hypocriet, waardoor deze belemmering niet werd gerechtvaardigd. De maatregel is dus niet geschikt. Als het doel de zedelijkheid beschermen is, dan moet je ook de productie ervan verbieden.
Keck
Het Hof introduceert een uitzondering op de ‘maatregel van gelijke werking’-leer van Dassonville in het kader van art. 34 VwEU. Een nationale maatregel is geen maatregel van algemene strekking als de maatregel een verkoopmodaliteit wil beperken of verbieden, mits: • de bepalingen van toepassing zijn op alle marktdeelnemers die op het nationale grondgebied activiteiten ontplooien; en • de bepalingen zowel rechtens als feitelijk dezelfde invloed hebben op de verhandeling van nationale producten en op die van producten uit andere lidstaten. Het begrip ‘verkoopmodaliteit’ houdt in dat het om een regel gaat die niet noodzaakt tot veranderingen in het product zelf, maar de wijze van verkopen.
Mars
Het is juist dat maatregelen die in strijd zijn met art. 30, uit hoofde van art. 36 van het verdrag kunnen zijn gerechtvaardigd. Volgens vaste rechtspraak moeten de betrokken nationale bepalingen evenwel evenredig zijn aan het ermee beoogde doel en mag dit doel niet kunnen worden bereikt door maatregelen die het intracommunautaire handelsverkeer minder belemmeren.
Familiapress
Wederom een opsomming/samenvatting van de vaste rechtspraak van het Hof (net als in Italiaanse Brommers), waarna het Hof in gaat op het Hof ingaat op de reikwijdte van de Keck-uitzondering. Het Hof geeft namelijk aan dat sprake is van een ‘producteis’ en niet van een ‘verkoopmodaliteit’ als de maatregel betrekking heeft op een integrerend onderdeel van het product. Met andere woorden: als het product moet worden gewijzigd, heeft de maatregel betrekking op een producteis, zodat de maatregel niet onder de Keck-uitzondering valt en wel degelijk een ex art. 34 VwEU verboden ‘maatregel van gelijke werking’ oplevert. Wel is dan nog een rechtvaardigingsgrond mogelijk.
Gourmet
Illustratie en verduidelijking van de twee Keckvoorwaarden
, die ertoe leiden dat een
nationale maatregel buiten de werkingssfeer
van art. 34 VwEU valt (want geen ‘maatregel
van gelijke werking’ is). In casu was de
maatregel inzake een verkoopmodaliteit (een
verbod om reclame te maken voor bepaalde
producten) wel van toepassing op alle
marktdeelnemers (de eerste voorwaarde),
maar had de maatregel niet dezelfde invloed
op de verhandeling van nationale producten
en op de verhandeling van ingevoerde
producten (de tweede voorwaarde). Het
verbod zou namelijk relatief meer gevolgen
hebben voor nog niet nieuwe, ingevoerde
producten, omdat deze nog niet de
mogelijkheid hadden gehad onder het publiek
een bekendheid te verwerven. In dat geval
valt de maatregel dus binnen de reikwijdte
van art. 34 VwEU en zal een rechtvaardiging
moeten worden gevonden op basis van art. 36
VwEU of het arrest Cassis de Dijon.
Schmidberger
1. Illustratie van het loyaliteitsbeginsel met betrekking tot art. 34 VwEU. Lidstaten zijn gehouden om alle noodzakelijke en passende maatregelen te treffen om de eerbiediging van de fundamentele vrijheid van goederenverkeer op hun grondgebied te verzekeren. 2. Verhouding tussen het vrije verkeer van goederen en grondrechten als het recht op vrije meningsuiting: beide zijn niet onbegrensd, zodat een belangenafweging moet plaatsvinden met in achtneming van de omstandigheden van het concrete geval, waarbij bevoegde autoriteiten een ruime beoordelingsmarge hebben.
Humanplasma GmbH tegeb Oostenrijk
Rechtvaardigingen ex art. 36 VWEU moeten subsidiair genomen worden, dat wil zeggen het moet niet verder gaan dan wat noodzakelijk is om de omschreven doelen te bereiken.
Italiaans aanhangwagens
olledige samenvatting van de vaste rechtspraak van het Hof en een illustratie van de toepassing daarvan: eerst uitwerking van begrip ‘maatregel van gelijke werking’ ex art. 34 VwEU (Dassonville), daarna uitwerking van de Keck-uitzondering, vervolgens beoordeling van een eventuele rechtvaardiging op grond van art. 36 VwEU of het arrest Cassis de Dijon; 2. Illustratie van het grote belang dat het Hof van Justitie in het kader van art. 34 VwEU hecht aan markttoegang en in het kader daarvan de beperking van de handelingsvrijheid van de consument (net als in Mickelsson & Roos).
Mickelson & Roos
. Illustratie van een zeer ruime interpretatie van
het begrip ‘maatregel van gelijke werking’,
waarbij het Hof bijzondere aandacht heeft voor
de beperkingen die een maatregel van een
lidstaat oplevert voor de markttoegang. Als de
maatregel de markttoegang belemmert, is
sprake van een maatregel van gelijke werking die
reeds uit dien hoofde verboden is op grond van
art. 34 VwEU. In het kader van de markttoegang
onderzoek het Hof weer de invloed die de
maatregel heeft op het consumentengedrag. Als
het gebruik van het product aanzienlijk wordt
beperkt of het product niet meer kan worden
gebruikt op een kenmerkende of inherente wijze,
is sprake van belemmering van de markttoegang
en derhalve van een ‘maatregel van gelijke
werking’ ex art. 34 VwEU (ook zonder
grensoverschrijdend aspect).
2. Illustratie evenredigheidstoets inzake een
rechtvaardigingsgrond ex art. 36 VwEU
Scotsch Whisky Association
The CJEU suggested that higher taxes could reduce alcohol use while maintaining fair market competition and be a proper alternative to MUP. Nevertheless, it is important to highlight that the Court did not state that the minimum unit price is against EU law. It only ruled that other measures should be considered first, in particular whether increasing taxation could be an effective route to reach intended targets.