Hc 2 Flashcards
De diagnostische cyclus bestaat uit 6 stappen;
(PLAATJE)
- aanmelding (anm)
- klachtanalyse (ka)
- probleemanalyse (pa)
- verklaringsanalyse (va)
- indicatieanalyse (ia)
- advies (a)
Denkfouten in de diagnostische cyclus
groot deel van het werk van een psychodiagnosticus bestaat uit schatten, afwegen en het herzien van kansen. Echter, blijkt dat mensen hier ontzettend slecht in zijn, omdat we geneigd zijn om bepaalde heuristieken en cognitieve vuistregels te volgen. Dit betekent dat we gevoelig zijn voor bepaalde denkfouten. Als je bijvoorbeeld veel ervaring hebt in het werken met mensen met stemmingsstoornissen, dan ga je meer diagnoses stellen voor stemmingsstoornissen. Je kan het dan gaan overdiagnosticeren.
Bepaalde denkfouten binnen de diagnostische cyclus
- causale attributie (actor-observator)
- gedragsconfirmatie
- beschikbaarheid
- representativiteit
- verankering
- confirmatorische teststrategie
causale attributie (actor-observator)
De persoon die handelt (actor) verklaart zijn gedrag meestal aan de hand van de situatie, maar de observator verklaart het handelen van de actor juist vaak vanuit interne factoren.
o Voorbeeld uit de klachtanalyse: Een moeder heeft moeizaam contact met de leerkracht van haar zoon/dochter. Zijzelf verklaart dit aan de hand van de situatie, maar de observator verklaart dit aan de hand van haar persoonlijkheid.
Gedragscomfirmatie
Het uitlokken van informatie dat jouw eigen denkbeeld bevestigt.
o Voorbeeld uit de probleemanalyse: De diagnosticus knikt elke keer als de cliënt iets zegt wat duidt op een angststoornis, omdat hij/zij de indruk heeft dat de cliënt een
angststoornis heeft.
Beschikbaarheid
Hoe vaak je denkt dat iets voorkomt wordt bepaald door hoeveel
voorbeelden je hiervan kan bedenken.
o Voorbeeld uit de verklaringsanalyse: Als je veel werkt met cliënten met een
persoonlijkheidsstoornis, dan zal je een persoonlijkheidsstoornis sneller als de meest
waarschijnlijke verklaring voor een probleem zien.
Representativiteit
Jouw idee over de kans dat een bepaald verschijnsel optreedt wordt
beïnvloed door de mate waarin dit verschijnsel overeenkomt met het typerende beeld van dit verschijnsel.
o Voorbeeld van de indicatieanalyse: Een diagnosticus adviseert een cliënt een bepaald behandeling, omdat bepaalde cliënten met een vergelijkbare problematiek er ook baat bij hebben gehad.
Verankering
Hoe vaak of hoe ernstig een bepaald probleem beoordeel je vanuit jouw eigen ervaringen.
o Voorbeeld vanuit de probleemanalyse: Als een diagnosticus al zijn hele leven met verstandelijk gehandicapte kinderen werkt, dan valt de cognitieve problematiek van andere kinderen in zijn/haar opzicht wel mee.
Confirmatorische teststrategie
Je zoekt informatie op dat aansluit bij jouw eigen mening.
o
Voorbeeld vanuit de verklaringsanalyse: Als je denkt dat een cliënt een depressie heeft, dan kan je een vragenlijst geven om dit te meten. Als de cliënt dan hoog scoort en je besluit om geen andere vragenlijsten af te nemen en daarmee andere mogelijke verklaringen voor het probleemgedrag te onderzoeken, dan maak je de confirmatorisch teststrategie denkfout.
Diagnostisch scenario of cyclus?
Als je alle stappen van het model van de bruyn één keer hebt doorlopen, dan spreek je van het diagnostische scenario. In de praktijk zal dit niet vaak het geval zijn. Je zal in de praktijk verschillende stappen meerdere keren doorlopen en dit is de reden dat we het een diagnostische cyclus noemen
Diagnostiek is een dynamisch en cyclisch proces
Je kan heel dynamisch en flexibel tussen de fases op en neer gaan. Het kan ook zo zijn dat je bij de probleemanalyse een bepaald probleem onderkent hebt en je kan dan vanuit een andere fase weer terug naar de probleemanalyse gaat. Je kan ook een ‘binnendoor weggetje’ nemen. Bij deze weggetjes sla je een bepaald deel van het proces over omdat het niet relevent is in die casus. Deze ‘binnendoor weggetjes’ zijn in de cyclus aangegeven met stippellijnen. De cyclus stopt na het advies, want dan ben je het eens met de cliënt. Daarna start dan de therapiecyclus.
Klinische cyclus
(PLAATJE)
De diagnostische en de therapeutische cyclus vormen samen de klinische cyclus. In de therapeutische cyclus doorloop je de stappen plannen, uitvoeren en beoordelen. Tot slot dien je een evaluatie te doen van de opbrengt van de volledige klinische cyclus. De klinische cyclus staat in onderstaande afbeelding beschreven.
Aanmelding
De diagnostische cyclus start bij de aanmelding. Het resultaat van de aanmelding is dus de beslissing om de diagnostische cyclus wel of niet te gaan doorlopen met een cliënt. De aanmelding valt strikt genomen niet onder de diagnostische cyclus en eigenlijk zit je dus pas na de aanmelding in de diagnostische cyclus. We moeten ons bij de aanmelding een paar zaken realiseren. Allereerst krijgt de aanmelding op verschillende plaatsen ook verschillende invullingen. Deze aanmelding kan online zijn, maar het kan ook telefonisch contact zijn. Met wie je contact hebt kan ook sterk verschillen. Soms is de aanmelding namelijk een taak van de receptionist in plaats van de psycholoog.
Waarom is elke aanmelding verschillend?
finance driven vs. quality driven culture.
Finance driven culture
In een finance driven culture wordt de tijd goed bijgehouden, want tijd kost geld. Zo heb je per cliënt 45 minuten voor het gesprek en 15 minuten voor de rapportage. Op deze manier sta je als psycholoog de hele dag onder druk. In deze cultuur moet alles zo snel en efficiënt mogelijk. Dit staat haaks op quality driven culture die je eigenlijk zou willen zien.
Quality driven culture
In deze quality driven culture heb je meer tijd en kan je je dieper op bepaalde onderwerpen richten.
Focaal behandelen
Ondanks dat we leven in een cultuur die voornamelijk finance driven is, is focaal behandelen nog wel de norm. Je gaat dan een probleem van de cliënt in kaart brengen en behandelt aan de hand van diagnostiek. De andere zaken laat je dan even buiten beschouwing. Je splitst het overkoepelende probleem dus in kleinere behapbare delen en gaat deze stuk voor stuk behandelen. Bij focaal behandelen leg je de focus op het samen (cliënt en therapeut) formuleren van een afgebakende hulpvraag. Hierbij stelt de cliënt de hulpvraag op en zal deze samen met de therapeut gaan bespreken en specificeren.
Stepped care
Verder is er in deze maatschappij sprake van stepped care. Je start jouw traject bij de huisarts en deze zal je doorverwijzen naar een praktijkondersteuner. Als deze je ook niet verder kan helpen zal je uiteindelijk worden doorgestuurd naar een psycholoog. Je wordt dus steeds verder doorgestuurd en de psycholoog zit hierbij wat later in het traject. Tenslotte kan je doorgestuurd worden naar de specialistische GGZ. Als je jouw
traject bij de psycholoog hebt afgerond schaal je daarna ook weer af,
4 stappen binnen de aanmelding
- Bepalen van het verloop van het aanmeldingstraject
- Vaststellen van de formele posities van de betrokkenen
- Beslissen of het aanmeldingstraject voortgezet kan worden
- Vervolgtraject bepalen, overdragen aan de betrokkenen en het maken van afspraken.
Het bepalen van het verloop van het aanmeldingstraject
Je wilt het volgende weten;
1. Wie
2. Wat
3. Wanneer
Je bevraagt in feite dus het aanmeldingstraject. Dit is de gang van zaken zoals die tot de feitelijke aanmelding heeft geleid. Dit aanmeldingstraject betreft ook de betrokkenen en gaat dus over wie de aanmelding in gang heeft gezet, of er al eerdere aanmeldingen zijn geweest, etc.
- Wie?
Wie is de verwijzer/aanmelder/opdrachtgever? Wie is de cliënt? Wie is er betrokken?
Wie ervaart de klachten? Dit hoeft niet altijd de cliënt te zijn. Soms kunnen dit ook de
ouders, het gerecht of de leerkracht zijn. Stel een moeder meldt haar zoon aan voor psychoses na cannabisgebruik. De zoon zelf vindt het misschien wel allemaal prima, omdat de psychoses na zijn cannabisgebruik vanzelf over zijn, maar de moeder maakt zich veel zorgen. In dit geval heeft de moeder het ‘probleem’.
Wie wil wat in dit traject?
Wie heeft aangeraden om hulp te zoeken?
Wie heeft de cliënten op deze diagnosticus gewezen?
- Wat?
Wat is de reden van aanmelding? Wat is de aanleiding tot hulp zoeken?
Wat is de aard van de problematiek?
Wat is de hulpverleningsgeschiedenis? Wat heeft qua hulpverlening tot nu toe gewerkt?
Wat zijn de verwachtingen met betrekking tot het traject? Wat wil de cliënt weten? Deze
vragen zijn bepalend voor het verloop van de therapie. Deze verwachtingen kunnen namelijk hinderend zijn als ze onrealistisch zijn. Het is dan belangrijk om een metagesprek te hebben over hoe het nu gaat en wat de verwachtingen hierbij zijn.
- Wanneer?
Waarom nu een aanmelding en niet eerder of later? Er is een specifieke gebeurtenis
geweest die ervoor heeft gezorgd dat de cliënt op dat moment naar hulp zoekt. Dus,
wanneer heeft de cliënt besloten om zich aan te melden of werd hij/zij aangemeld?
Waarom specifiek deze instelling?
Het vaststellen van de formele posities van de betrokkenen
De aanmelding gebeurt door één persoon, maar er zijn bijna altijd meerdere personen bij betrokken. Als een cliënt is aangemeld moeten er dan ook een aantal rollen worden toegedeeld.
Welke formele posities zijn er?
- Betrokkene
- verwijzer
- aanmelder
- opdrachtgever
- cliënt
- cliëntsysteem
Betrokkene
is iemand die betrokken is in het traject en op de hoogte wordt gesteld van de uitkomst.
Verwijzer
Persoon die vanuit professionele relatie de cliënt heeft gewezen op het belang van diagnostisch onderzoek
Aanmelder
Persoon die met de hulpverlener contact heeft opgenomen met verzoek tot onderzoek
Opdrachtgever
Persoon die de opdracht geeft tot uitvoeren van diagnostisch onderzoek
Cliënt
Persoon op wie het diagnostisch onderzoek betrekking heeft
Cliëntsysteem
Groep personen op wie het diagnostisch onderzoek betrekking heeft
Wettelijke bepaling rondom de behandeling van kinderen
Als een kind 12 is heb je voor de behandeling toestemming nodig van de ouder en dit maakt de ouders de opdrachtgevers. Bij kinderen van 12 tot 16 jaar is er toestemming van ouder en kind nodig. De ouders zijn dus de opdrachtgevers, maar er moet nog wel aan het kind worden gevraagd om mee te werken. Vanaf 16 jaar is toestemming van enkel het kind voldoende en gelden dezelfde regels als bij volwassenen. Hij/zij is dan dus zowel cliënt als opdrachtgever (ook al is hij/zij aangemeld door zijn/haar ouders).
Verder dien je ook aan te geven bij kinderen onder de 16 dat beide ouders mee moeten doen aan het onderzoek, ook als ze gescheiden zijn. Als er sprake is van een voogd, dan dient deze ook mee te werken. Verder is het belangrijk om schriftelijk toestemming te vragen aan de ouders voor het opvragen van informatie bij andere hulpverleners of diagnostici.
Over- en onderrapportage bij aanmelding
Een ouder kan een
bepaalde behandeling willen voor zijn/haar kind of juist dingen willen vermijden zoals een
opname. Dan komt er over- en onderrapportage.
Vrijwillige behandeling of gedwongen behandeling
Mensen kunnen worden gedwongen tot therapie door bijvoorbeeld justitie, hun baas of hun partner. Dit is belangrijk om te weten omdat dit de motivatie van de
persoon zou kunnen verklaren.
Behandeling als hulpverlenerstraject
Je spreekt van
een hulpverlenerstraject als de opdrachtgever samenvalt met de cliënt of zijn/haar wettelijke vertegenwoordigers (bijvoorbeeld ouders). De aanmelding is dan op eigen initiatief of met instemming van de cliënt.