HC. 11.2 gastro-intestinaal carcinoom - diagnostiek Flashcards
waaruit bestaat de diagnostiek bij gastro-intestinale tumoren?
- bloedonderzoek
- endoscopisch: gastro- en/of colonscoop of ERCP-scoop
- radiologisch: Endo-echo, CT-scan
- Nucleair: PET-CT, PET-scan
met welke hulpmiddelen kan de TNM-stadiering worden bepaald?
bijo oesophaguscarcinoom
- T-stadium: Endo-echografie
- N-stadium: Endo-echografie, PET-CT scan
- M-stadium: PET-CT scan van thorax en abdomen
wat is de T-stadiering?
T1: de tumor zit in de mucosa of submucosa
T2: de tumor zit in de musculaire propria (maar hier niet doorheen)
T3: de tumor groeit door de spierlaag (musculaire Propria) heen
T4: de tumor groeit in andere organen zoals de trachea, bronchus, aorta, pleura of diafragma
hoe kan de diagnose oesophaguscarcinoom worden gesteld?
gouden standaard: gastroscopie met biopten
hoe kan de diagnose maagcarcinoom worden gesteld en waaruit bestaat de stadiering?
gouden standaard: gastroscopie met biopten
stadiering: CT-scan abdomen en thorax en PET-CT scan.
waaruit bestaat de diagnostiek bij CrC en welk onderscheid wordt er gemaakt bij stadiering?
gouden standaard: colonoscopie met biopten
er wordt bij stadiering onderscheid gemaakt tussen coloncarcinoom en rectaalcarcinoom
wat is de behandeling en de stadiering bij een coloncarcinoom?
behandeling: operatie en bij lymfekliermetastase chemotherapie.
stadiering:
- TN: postoperatief bepalen
- M: CT scan thorax abdomen
wat is de behandeling en de stadiering bij een rectaalcarcinoom?
behandeling: neoadjuvante chemotherapie gevolgd door operatie
stadiering:
- TN: MRI-scan
- M: CT-scan thorax en abdomen
hoe vindt de diagnostiek van een pancreascarcinoom plaats? lastig
- CT-scan
- Endo-echografie met FNA/FNB
- operatie (Whipple operatie)