H9: The remembering brain Flashcards
Plasticiteit
vermogen van de hersenen om te veranderen als gevolg van ervaring
- gedurende hele leven maar grootst tijdens kindertijd
- neuraal niveau: verandering van het patroon van synaptische connectiviteit tussen neuronen
Kortetermijngeheugen (KTG)
Het geheugen voor informatie die momenteel in het hoofd
vastgehouden wordt; heeft een beperkte capaciteit.
Langetermijngeheugen (LTG)
Het geheugen voor informatie die opgeslagen zit, maar waar we
niet bewust directe toegang tot moeten hebben; heeft een onbeperkte capaciteit.
IPS
Intra-pariëtale sulcus
= Activiteit in de IPS en regio’s die instaan voor visuele perceptie worden in verband gebracht met intra- en inter individuele verschillen in capaciteit van visuo-spatiale KTG
PFC ivm werkgeheugen
Prefrontale cortex
- rehearsal: opfrissen van informatie in de opslag
- manipuleren van die informatie
Werkgeheugen
= systeem voor tijdelijke opslag en manipulatie van informatie
Verschil WG en KTG
KTG: passieve rol in behoud van materiaal
WG: bredere rol in cognitie zoals redeneren en begrijpen
Slave systems
- systemen in model van WG van Baddeley en Hitch
= zijn ondergeschikt aan centrale executive - Fonologische lus
- Visuo-spatiale kladblok
- episodische buffer
Fonologische lus
auditieve informatie zoals klanken en gesproken woorden opslaan
- fonologische opslagruimte (met beperkte capaciteit)
- opfrismechanisme (gebaseerd op mentale herhaling)
Visuo-spatiale kladblok
deze slaat visuele informatie, zoals beelden en gezichten van mensen op
episodische buffer
dit systeem integreert informatie van verschillende delen van het werkgeheugen
(visueel, ruimtelijk en fonologisch) zodat de informatie begrijpelijk is. Dit zorgt ervoor
dat we problemen kunnen oplossen en vroegere ervaring kunnen evalueren op grond
van nieuwe kennis.
- Staat in voor het onderhouden en manipuleren van informatie uit episodisch LTG.
Is KTG nodig voor LTG
➔ Problemen in het KTG hebben negatieve gevolgen voor lange termijn-leren.
➔ Fonologische KTG is belangrijk voor het leren van nieuwe fonologische informatie,
maar niet noodzakelijk voor het leren van andere soorten informatie (zoals nieuwe
paren vormen van reeds gekende woorden).
Posterieure cortex
Hoofdopslagplaats voor informatie (wat WG betreft)
Laesis LPFC
vermogen aantasten om stimulus/respons over een korte tijdspanne in gedachten te houden
DLPFC (Volgens Goldman-Rakic)
Bewijs gevonden dat dit het neurale mechanisme is voor het in gedachten houden van locaties
=> ondersteunen van spatiale WG
- adhv studie met apen
VLPFC (Volgens Goldman-Rakic)
Ondersteunen WG voor objecten
DLPFC (volgens Petrides)
active manipulatie van de informatie in de posterieure cortex
=> manipulation
+ online record’ van gekozen items vasthouden en updaten
VLPFC (volgens Petrides)
activeren, terug ophalen en onderhouden van informatie die in de posterieure cortex opgeslagen zit
=> maintenance
Declaratief geheugen/expliciet geheugen
deel van het geheugen waar we bewust toegang
tot hebben, en die daardoor typisch verklaard kunnen worden.
Niet-declaratief geheugen/impliciet geheugen
deel van het geheugen waar we niet bewust toegang tot hebben
Procedureel geheugen
geheugen voor vaardigheden. We hebben niet bewust toegang tot deze component van het geheugen, in de zin dat we geen verbaal verslag kunnen doen van de inhoud van de herinneringen.
- De basale ganglia zijn belangrijk bij het leren van procedurele vaardigheden en gewoontes.
- deel impliciet geheugen
Perceptuele representatie-systemen
Voor het waarnemen van geluid, woorden, objecten, enzovoort. Ze slaan informatie over de perceptuele wereld op en zijn in staat tot ‘perceptueel leren’.
- deel impliciet geheugen
Priming
slaat op het feit dat we gemakkelijker toegang hebben tot informatie, als die informatie onlangs nog werd aangetroffen.
- Priming heeft betrekking op hersenregio’s die betrokken zijn bij perceptie (oa. de occipitale lobben).
Neurale basis van priming
verminderde activiteit wanneer je iets voor de tweede keer ziet in vgl met de eerste keer.