H12: the literate brain Flashcards
Word superiority effect
Effect waar het makkelijker is om een letter in een woord te herkennen
Cognitieve mechanismen voor visuele woordherkenning
(1) Detection of visual features
(2) Letter recognition
(3)Visual word recognition
(4) meaning/semantic
=> in beide richtingen
VWFA
=Visueel woordvormgebied
- linker midden occitotemporale gyrus (=fusiform gyrus)
- reageert meer op geschreven woorden dan medeklinkerreeksen
- reactie op aangeleerde letters
- reactie op hoofd- en kleine letters
- automatisch gebruik
- regio vroegtijdig geactiveerd
Pure alexie
probleem bij het lezen van woorden waarbij de leestijd toeneemt in proportie met de lengte van het woord
= “woordvormdyslexie “spellingsdyslexie”
- letter voor letter lezen
- Geen problemen bij spelling, schrijven en verbale taal
- Verstoring van parallelle verwerking van letterreeksen -> seriële verwerking?
▪ relatie met andere basisproblemen in visuele perceptie?
▪ relatie met aandachts-/perceptuele problemen geassocieerd met
het waarnemen van meer dan één object tegelijk
- relatie met het verwerken van geschreven stimuli binnen
het visuele woordvormsysteem ?
-> voorbeeld van perifere dyslexie
Centrale dyslexie
verstoring bij het lezen na de berekening vd visuele woordvorm
Perifere dyslexie
verstoring bij lezen tot op het niveau van berekening vd visuele woordvorm
Phonological mediation
Bewering die stelt dat een woord in zijn gesproken vorm omzetten een noodzakelijke component is van het begrijpen van geschreven woorden (seriele verweking)
Standaard twee-route model
- lexicale-semantische route
- sneller & gevoeliger voor woordfrequentie - Grafeem-foneem conversie route
- grafeem-foneem conversie
lexicale- semantische route
semantisch-gebaseerde leesroute waarin visuele woorden directe toegang hebben tot de semantische betekenis
Gafeem-foneem conversie route
een fonologisch-gebaseerde leesroute die gekende regelmatigheden in spellingspatronen en fonologische patronen gebruikt om lezen mogelijk te maken
Grafeem-foneem conversie
letterpatronen worden gekoppeld aan overeenkomstige fonemen
Oppervlakte dyslexie
non-woorden en regelmatig gespelde woorden beter lezen dan onregelmatig gespelde woorden
- Steunen op de grafeem-foneem conversie als gevolg van schade aan het semantisch systeem of het visuele lexicon zelf.
- Tonen vaak een typische frequentie X regelmatigheid interactie: hoge frequentie woorden worden meestal juist gelezen, onafhankelijk van hoe regelmatig ze zijn, terwijl lage frequentie woorden meestal fout worden gelezen wanneer ze onregelmatig zijn.
Regularisatiefouten
Onregelmatig gespelde woorden uitspreken alsof ze regelmatig zouden zijn
Fonologische dyslexie
Lezen echte woorden beter dan non-woorden, maar ook niet 100% correct.
- Problemen met fonologische verwerking, maar nemen het geschreven woord wel correct waar
Diepe dyslexie
Lezen echte woorden beter dan non-woorden, maar maken nog meer fouten bij het lezen van echte woorden en resulteert in het maken van semantsiche fouten
- Ook problemen met het lezen van woorden die lage verbeeldbaarheid
hebben
- Beide leesroutes zijn verstoord: in de lexicale-semantische route zijn gelijkende concepten versmolten en kunnen niet meer uit elkaar gehouden worden.
2 verklaring waarom patiënten met verworven dyslexie onregelmatige woorden niet begrijpen maar wel kunnen lezen
- een derde route: semantische
geheugen skippen - sommatiehypothese
Sommatiehypothese
lexicale representaties worden tijdens het lezen geselecteerd door het optellen van de activatie van het semantsiche systeem en van grafeem-foneem conversie.
Dus mensen met schade aan één of beide routes kunnen nog steeds redelijk goed lezen, zelfs onregelmatige woorden
Belangrijkste regio’s voor lezen
Inferieure pariëtale lobben:
- Gyrus supramarginalis
- Gyrus angularis: (meer posterieur)
Gyrus Supramarginalis
betrokken bij fonologische verwerking en bij grafeem-foneem
conversie.
Gyrus angularis
betrokken bij verbale werkgeheugen en het verbinden van semantische concepten
Dual-route spellingsmodel
Net zoals bij lezen zijn er ook modellen met twee routes voor schrijven. Hierbij zijn de taken van richting veranderd: van gesproken woord naar een visuele weergave ervan. Daarom zijn sommige termen ook aangepast
Oppervlakte dysgrafie
Schade aan lexicale-
semantische route en steunen op foneem-grafeem conversie.
- Maken regularisatiefouten
- Kunnen non-woorden lezen
- Frequentie X regelmatigheid interactie
Fonologische dysgrafie
Schade aan foneem-grafeem
conversie.
- Kunnen echte woorden beter spellen dan non-woorden
Diepe dysgrafie
Schade aan foneem-grafeem
conversie en semantisch geheugen.
- Kunnen echte woorden beter spellen dan non- woorden, maar maken semantische fouten in de
spelling