Deel Rudy Flashcards
Gliacellen
- Structurele en chemische functies
-> ondersteunen en voeden neuronen
-> metabool zoals zuurstof doorlaten, herstel, bescherming tegen antigenen, … - Astrocyten, Microglia, Oligodendrocyten en Schwann-cell
Piramidale cell
- communicatie op afstand adhv lange uitlopers
- typisch voor cortex
Astrocyte
metabole en structurele steun van neuronen
-> rol in bloed-hersenbarrière en voeding van neuronen
Schwann-cel
myelinisatie van axonen in het perifeer zenuwstelsel
Microglia
rol in afweer en herstel
Oligodendrocyten
myelinisatie van axonen in centraal zenuwstelsel
Acetylcholine kenmerken en locatie
Motorneuronen: contractie spieren
Diepe hersenstructuren zoals de striatum en nucleus basalis: hebben banen naar heel de cortex met een activatiefunctie, aandacht- en geheugenfunctie
Parasympatisch zenuwstelsel waar het projecteert naar het VTA, thalamus en heeft activerende functie naar basale voorhersenen
DOPA
Oplossing voor Parkinson, gaat door bloed-hersenbarrière en helpt de deep-brain stimulatie met elektroden
- Geeft beetje dopamine en boost het systeem maar is GEEN CURE doordat het dopaminergic systeem blijft sterven
Abandoening gebaseerd op cholinerg systeem
Myasthenia Gravis en Alzheimer
Aandoening in verband met catecholamines
Parkinson
Verslaving
Myasthenia Gravis
Auto-immuunaandoening waarbij AChR aangetast worden en voor verlamming van het hele lichaam zorgt
Dopaminergic psychofarmaca
- Antipsychotics (major tranquilizers, eg. phenothiazine): dopamine blockers
- Anxiolytics (minor tranquilizers): NA & DA antagonism
- Antidepressives: MAO inhibitors (fluoxetine-prozac), potentiate DA & NA transmission
- Stimulants (eg. amphetamine): potentiate DA & NA transmission
- Drugs for treating Parkinson’s disease: DA precursors (L-dopa), MAO-I, D2 agonist (bromocriptine)
Ultrakort systeem (dopaminesysteem)
Naar retina en bulbus olfactorius
Intermediair systeem (dopaminesysteem)
Naar hypofyse, hypothalamus en medulla oblongata
Lang systeem (dopaminesysteem)
- Substantia nigra -> striatum
- Ventraal tegmentum -> frontale en limbische cortex (mesocorticale baan)
- Ventraal tegmentum -> limbisch systeem (mesolimbische baan)
=> rol in reward-systeem en rol in verslaving
Functies serotonine
= pacemaker
- geheugenprocessen
- moduleren corticale excitabiliteit , waakzaamheid en arousal
- regulatie angst, emotionele stemmingen (zie psychopathologieën en AD)
5-HT1A-receptor
Inhiberende werking bij serotonine
Belangrijk diverse functies en gevoelens zoals slaap, thermoregulatie, agressie en angst
5-HT2A-receptor
Exciterende serotoninereceptor, exciteert CNS
Belangrijk bij leerprocessen en angstregulatie
Contractiezacht spierweefsel
Verzamelen bloedplaatjes
LSD als agonist
=lysergic acid diethylamide
- hallucinogeen
- veranderende gedachten, gevoelens en hallucinaties
- pupildilatatie, hogere bloeddruk en lichaamstemperatuur
- agonist van 5-HT1A-receptor en 5-HT2A-receptor
Soorten glutamaatreceptors + toepassing (ionotroop)
GluR
AMPA-R: gevoelig voor AMPA en glutamaat
NMDA-R: gevoelig voor NMDA en glutamaat
- ontwikkeling zenuwstelsel
- epilepsie: herhaalde aanvallen kunnen nieuwe trilgeren door activatie van de NMDA-R
Soorten glutamaatreceptors + toepassing (metabotroop)
mGluR
- 8 subtypes en 3 groepen
- gejoppeld aan verschillende second-messenger systemen
- moduleren en reguleren van glutamerge neurotransmissie
Opioïden
Neuropeptide
- rol in pijnsignalering -> modulatie ervan
-> eerste drug ontdekt als pijnstiller
- losgelaten door brein EN ruggenmerg
- enkefalines (korte peptides) en endorfines (lange peptides)
Oxytocine
Neurohypofysische neuropeptide
- contractie uterus bij bevalling
- hechting tot kind bij geboorte
- kan als farmacum gebruikt worden, in vorm van neusspray
NPY
Neuropeptide Y
- Cotransmissie met dopamine
- veel in basale ganglia waar het een rol heeft in motorfuncties
Y1R
Receptor voor NPY
- Cerebrale cortex, amygdala, hippocampus, thalamus, hypothalamus
▪ In hypothalamus: rol in eetgedrag, honger en rol in eetstoornissen
▪ Rol in leren en geheugen (cf. in hippocampus)
Substantie P
Neuropeptide, tachykinine
- eerstelijnsdefensie, zorgt voor initiëren van pijnsysteem
- Triggers immuuncellen voor tegengaan van infectie +vasodilatatie
- bindt aan neurokinine-1-R
Receptoren
Proteïne op oppervlak van hersencellen met speciale peptideformaties waaraan bepaalde neurotransmitters en hormonen zich kunnen binden
Postsynaptische receptoren
Typische mediator tss NT en cellulaire acties
- inhiberend of exciterend (bepaald door receptor en niet NT)
Presynaptische autoreceptoren
Receptor op presynaptisch neuron
- Detecteren NT die losgelaten werden door presynaptisch neuron
- INHIBITORISCH
- Belangrijk bij regulatiemechanismen
Presynaptische heteroreceptoren
receptoren in buurt van synaps
* Detecteren NTs die niet door eigen neuron worden losgelaten
* Doorgaans INHIBEREND
Metabole tolerantie
aantal enzymen nodig om stof af te breken stijgt ➔ snellere afbraak waardoor bloedniveaus
dalen
Cellulaire tolerantie
hersencellen adapteren om de effecten van drug op brein minimaal te houden (verklaart waarom
in experiment ondanks hoge bloedniveaus toch lage gedragstekens van intoxicatie)
Aangeleerde tolerantie
(psychologisch-contextueel): als mensen leren omgaan met de uitdagingen van het leven onder
invloed, waardoor ze minder geïntoxiceerd lijken (verklaart daling in uitingen van intoxicatie)
Neurale basis van sensitisatie
- Veranderingen in de synaps (vb. na sensitisatie amfetamine ➔ meer dopaminerelease in de synaps)
- Veranderingen in aantal receptoren postsynaptisch
- Verandering in snelheid neurotransmitter-metabolisme in synaptische spleet
- Verandering in neurotransmitter-reuptake
- Verandering in aantal en grootte van synapsen
Pharmacodynamics
=biologisch respons op de drug
= manier waarop transmissie wordt beïnvloed, manier waarop interactie met target plaatsvindt
Pharmacokinetics
=Beweging van drugs doorheen het lichaam
= Hoe lichaam drug verwerkt, hoe verdeeld over lichaam, hoe dicht gemetaboliseerd en geëlimineerd ipv de tijd
cross-tolerantie (+ welke drug)
=overdracht van tolerantie naar andere drugs in de groep
- Sedatieve hypnotica (alcohol en barbituraten)
Allosterische mechanismen
= stof activeert niet direct een second messenger proces, maar potentieert het effect van endogene
neurotransmitter
Middenhersenen
doorgaanswegen voor banen tussen cerebrum en ruggenmerg/cerebellum
+ reflexcentra voor visuele, auditieve en tactiele stimuli
Pons
brug voor banen tussen cerebellum en rest van CZS
o Regulatie van ademhaling
o Reflexcentra voor hoofdbewegingen als respons op visuele/auditieve stimuli
Medulla olblongata
= reflexcentra voor hartslag, ademhaling, bloeddruk, braken, hoesten, niezen, hikken, slikken
- Staat samen met hypothalamus in voor grootste deel van homeostaseregulatie
Formatio reticularis
complex netwerk van kernen en neuronen over de hele lengte van de hersenstam
-> Belangrijke component van reticular activation system (RAS)
Reticular activation system
- Ontvangt sensorische signalen en stuurt die naar hogere gebieden, en motorische signalen naar ruggenmerg
- Beïnvloedt alertheid van brein
- Activeert (arousal) het cerebrum via thalamus ➔ alertheid
o Filteren van onnodige stimuli
o Geïnactiveerd door deprivatie van stimuli
(Anesthetica werken hierop in)
Langetermijnpotentiëring
=na intensief gebruik van synapsen voor korte tijd, worden tijdelijk meer neurotransmitters losgelaten
-> neurale basis van geheugen
hoe noemt de holte in schedel waaruit ruggenmerg vertrekt
foramen magnum