H7) In principe belastbare winst - Belastingvrije Reserves Flashcards
Belastingvrije reserve is gelinkt aan onaantastelijkheidsvoorwaarde
Zodra onaantastbaarheidsvoorwaarde niet meer vervuld is, komt er een einde aan de vrijstelling => daarom vak voorzien in de aangifte
Waardevermindering op handelsvorderingen (1101)
Normaal gezien niet vrijgesteld (verdoken reserve - 1020)
Uitzondering indien:
- Daling wisselkoers;
- Insolvabiliteit debiteur
- Faillissement debiteur
Voorwaarden inzake vrijstelbaarheid waardevermindering voor waarschijnlijke verliezen op handelsvorderingen
- Moet betrekking hebben op handelsvorderingen
- Verliezen moeten scherp omschreven zijn (niet veralgemenen)
- Waarschijnlijkheid van verlies moet blijken uit bijzondere omstandigheden die tijdens het BT zijn ontstaan en op het einde van het BT nog steeds bestaan
- Waardevermindering moet geboekt zijn (moet in het juiste boekjaar zijn!, niet werken met CN’s…)
Indien niet voldaan aan voorwaarden inzake vrijstelling waardevermindering voor waarschijnlijke verliezen op de handelsvorderingen
In de aangifte boeken onder Belastbare waardevermindering: 1020 (Verdoken reserve)
Faillissement klant
Waardevermindering mag geboekt indien deze op einde van BJ waarschijnlijk is.
Normaal attest van curator om te bepalen of het een zeker en vaststaand verlies is.
Of, als blijkt dat het actief van de klant niet eens voldoende is voor de bevoorrechte schuldeisers (fiscus, RSZ…)
Insolvabiliteit klant
2 Manieren:
- Buitengerechtelijk minnelijk akkoord: schuldeiser met minstens 2 schuldeisers minnelijk akkoord met oog op gezondmaking financiële toestand
- Gerechtelijke reorganisatie (WCO):
- Minnelijk akkoord met alle of minstens 2 schuldeisers (enkel voor die schuldeisers
- Collectief akkoord met meerderheid van de schuldeisers (bindend voor alle schuldeisers)
- Overdracht onder gerechtelijk gezag (sterfhuisconstructie)
Vrijstelling voor voorzieningen voor risico’s en kosten (1102)
in principe belastbaar; vrijgesteld indien:
- Kosten waarvoor voorziening wordt aangelegd moet drukken op resultaat van dat boekjaar
- Voorziening moet blijken uit boekhouding
- Formaliteit 204.3 motiveren aan fiscus
Daarenboven, vanaf 2018 voor vennootschappen enkel vrijstelling indien ze voortvloeien uit:
- Verbintenissen die werden aangegaan tijdens huidig of vorig BT
- Wettelijke of reglementaire verplichtingen
Meerwaarden, 3 soorten
- Gerealiseerde (vrijwillige of gedwongen) => Vrijgestelde reserve, voor een beperkt aantal gevallen (Gespreid te belasten meerwaarden, meerwaarde op auto’s…)
- Uitgedruikte (niet gerealiseerde = herwaarderingsmeerwaarde) => Vrijgestelde reserve (1103)
- Latente (niet gerealiseerd en niet uitgedrukt) => nooit belastbaar
Bepalen gerealiseerde meerwaarde
= Verkoopwaarde/ontvangen vergoeding
Min: Fiscale residuwaarde (aankoopprijs min fiscaal aanvaarde afschrijving)
Min: Kosten van vervreemding (eventueel ook uit vorige boekjaren)
Vrijstelling op gerealiseerde meerwaarde op Aandelen, voorwaarden (geen onaantastbaarheidsvoorwaarde => aanpassing in meer - 1051)
- Taxatievereiste = Belgische Venn B of minstens 15% in het buitenland
- Houdbaarheidsvereiste = minstens 1 jaar aanhouden
- Minimumparticipatie = 10% of 2.5 mil aankoopwaarde
Indien niet voldaan => gewoon belast
Minwaarde en waardeverminderingen zijn verworpen uitgaven (1217)
Terugname van minwaarde aandelen via: Aanpassing in meer - 1052)
Vrijstelling op uitgedrukte (niet-geraliseerde) waardevermeerdering op aandelen
Is gekoppeld aan onaantastbaarheidsvoorwaarde. Vrijstelling is pas definitief wanneer meerwaarde gerealiseerd wordt.
Gespreide taxatie van meerwaarden op MVA en IMVA
Bij Gedwongen meerwaarde of bij
Vrijwillige meerwaarde: activa minstens 5j in onderneming
Wederbelegging in MVA of IMVA ten bedrage van de volledige verkoopwaarde binnen:
Vrijwillig: de 3j vanaf de eerste dag van het boekjaar van verkoop.
Gedwongen: 3j na verstrijken van het boekjaar waarin de schadevergoeding ontvangen werd.
Tijdige boeking! anders vervalt de mogelijk tot spreiding
Belasting op meerwaarde wordt gespreid in de tijd volgens afschrijvingsritme herbeleggingsgoed
Bij buitengebruikstelling van het herbeleggingsgoed, wordt de meerwaarde ineens belastbaar (ook bij gedwongen buitengebruikstelling)
Berekening gespreide taxatie
D = A * M / V
D: Deel van de meerwaarde dat in een bepaald BT belast wordt
A: Jaarlijkse fiscale afschrijving herbeleggingsgoed
M: Gerealiseerde fiscale meerwaarde
V: Verkoopprijs of schadevergoeding
Meerwaarde personenwagen
Te belasten meerwaarde moet worden beperkt tot het aftrekpercentage (op basis van CO²-uitstoot)
Gebeurt via een aanpassing in meer
In geval van gespreide taxatie moet dit percentage ook behouden blijven om te bepalen:
- hoeveel van de verkoopprijs herbelegd moet worden
- hoeveel meerwaarde moet worden overgeboekt naar de belastingvrije reserves en uitgestelde belastingen
Bij herbelegging in personenwagen, kijken naar aftrekpercentage voor het bepalen van het bedrag van de fiscaal aanvaarde herbelegging
Gespreide taxatie en afschrijvingen tijdens het jaar van vervreemding
Afschrijving tijdens jaar van vervreemding mag, maar fiscus is er niet happig op. (bewijzen dat activum waardevermindering heeft ondergaan)
Hogere afschrijving, leidt tot hogere meerwaarde = meer winst om te spreiden over de tijd.