H7 Flashcards

1
Q

Persoonlijkheid

A

zijn de voortdurende, consistente karakteristieken van een persoon over tijd en situaties, wat de ene persoon van de andere persoon onderscheidt. Tegenwoordig wordt persoonlijkheid benaderd als trait, wat een onderscheidende karakteristiek/ kwaliteit is. Verder verwijst het naar een consistent gedragspatroon in verschillende situaties.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Er zijn 4 benaderingen om cultuur en persoonlijkheid te bestuderen:

A
  • psychologische antropologie
  • etic
  • emic
  • combined emic-etic
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Etic

A

men gaat ervan uit dat we een bepaald instrument hebben om
persoonlijkheid te meten en dit importeren we naar andere culturen om equivalentie te vinden. Men gaat uit van universele elementen van persoonlijkheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Emic

A

men gaat ervan uit dat cultuur invloed heeft op persoonlijkheid, waardoor persoonlijkheid alleen gezien kan worden binnen een bepaalde cultuur; persoonlijkheid is cultuurspecifiek.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Combined emic-etic

A

zowel instrumenten importeren en kijken of ze equivalent zijn, als kijken binnen een cultuur.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Etic aproach vb

A

De Big Five is zowel een trait als etic aproach. Een etic approach is gebaseerd op psycholexicale studies, zoals tekstuele bronnen, waarin gekeken werd hoe mensen werden omschreven en hieruit werden bepaalde factoren uitgehaald.
• Universaliteit achterhalen: er zou een biologische aanleg voor de dimensies zijn.
• Verschillen in gemiddelde scoren ondervinden (indien universaliteit).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

FFM five factor model

A

wordt gebruikt om de data te beschrijven (= atheoretisch) door middel van psycholexicale benaderingen en een bottom-up approach.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

FFT five factor theory

A

ontwikkeld om de variatie te verklaren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Oorsprong van traits

A

Men wordt geboren met een aantal basis tendensen die worden beïnvloedt door culturele/ omgevingsadaptaties die op zijn beurt het zelfconcept beïnvloeden. De adaptaties zorgen ervoor dat we ons kunnen aanpassen in de continue veranderende sociale omgeving.
Persoonlijkheidsdisposities zouden mensen helpen om hun affectieve behoeftes te behalen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Indigenous personalities

A

zijn conceptualisaties van persoonlijkheid die ontwikkeld zijn in een bepaalde cultuur en daarom ook alleen relevant zijn voor de cultuur van herkomst. Identificatie hiervan zou meer duidelijkheid geven over hoe iedere cultuur zijn wereld ziet.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Etic perspectief

A

Het etic perspectief is gefocust op het testen van de equivalentie van geïmporteerde instrumenten over persoonlijkheid en gaat uit van grote dataset met simpele en duidelijke methodologie. Echter, ligt er vooral de nadruk op Westerse concepten en bevestiging van de universaliteit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Emic perspectief

A

Emic perspectief
Het emic perspectief is gefocust op persoonlijkheden binnen een cultuur (= indigenous personalities). Dit perspectief was een reactie op “imposed etic”, aangezien het vooral over het Westen ging en Oosterse culturen onderdelen uit bijv. de Big Five misten. Echter, ligt er vooral nadruk op culturele uniekheid (hierdoor kan er niks worden vergeleken) en er was op het begin een gebrek aan methodologische rigor.
- ashanti persoonlijkheid
- ubuntu

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Ashanti persoonlijkheid

A

persoonlijkheid wordt toegeschreven aan je geboortedag net zoals je naam. Maandag zou staan voor rust en vrede, en woensdagen voor agressiviteit en humeurigheid, waardoor dit vooral veel te zien was onder criminelen. Als mensen gaan denken dat de dagen hun persoonlijkheid gaan beïnvloeden, dan gaan ze zich hierna gedragen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Ubuntu

A

Afrikaanse persoonlijkheid die stelt dat je alleen een persoon bent in relatie tot anderen; familie, gemeenschap en voorouders (= lagen van persoonlijkheid).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

SAPI south african personality inventory

A

De SAPI is ontstaan door de hoge mate van discriminatie in Zuid-Afrika. Na de jaren 90 is er veel nadruk gelegd op gelijke behandeling van mensen binnen de Zuid- Afrikaanse context. Zuid-Afrika heeft wettelijk vastgelegd dat testen verschillende groepen binnen de maatschappij niet mogen benadelen. SAPI probeert een indigenous theoretisch model te ontwikkelen die niet gebiased is in de richting van bepaalde etnische groepen in Zuid-Afrika.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Culturele specifieke fase

A

De psycholexicale benadering gaat ervan uit dat saillante individuele verschillen in psychologisch functioneren gecodeerd zijn in taal. Echter, is dit een probleem in Zuid- Afrika, omdat er 11 officiële talen zijn, waarvan waarschijnlijk alleen het Engels en Afrikaans goed uitgewerkt zijn. Ze hebben daarom interviews gehouden (het omschrijven van jezelf en mensen om je heen), in hele zinnen in context om daar informatie (traits) uit te halen. Deze zinnen werden gecodeerd voor een bepaalde eigenschap. Het grote verschil met de klassieke psycholexicale aanpak is dat het niet uitputtend is (er zijn geen woordenboeken beschikbaar), maar het is ecologisch valide (niet alle talen hebben persoonlijkheidstermen).

17
Q
  1. Item ontwikkeling
A

Voor elke factor moesten items ontwikkeld worden waarbij er gekeken werd naar de originele antwoorden en hoe deze vertaald konden worden naar een schaal.

18
Q

Cross culturele fase

A

Deze items moesten weer terugvertaald worden naar de originele taal met als doel het toetsen van de validiteit. Het bleek dat er in Zuid-Afrika meer onderscheid gemaakt werd tussen positieve en negatieve traits en tussen person-centered/ relationeel. In NL was dezelfde clustering als in Zuid-Afrika, maar er was geen facilitating cluster. Het doel is om een vragenlijst te hebben om valide en betrouwbaar persoonlijkheid te meten, in alle groepen, zonder bias

19
Q

Interne locus of control

A

gedrag en relaties staan afhankelijk van eigen gedrag.

20
Q

Externe locus of control

A

gedrag en relaties worden gezien als iets wat buiten eigen controle valt.

21
Q

Directe controle

A

het zelf heeft controle en individuelen voelen zich zelfverzekerder wanneer hun controle expliciet wordt gemaakt. Dit leidt tot een hoger gevoel van autonomie en werkzaamheid.

22
Q

Indirecte controle

A

doen alsof men geen controle uitvoert, terwijl dit werkelijk wel zo is

23
Q

Proxy controle

A

controle door iemand anders in het voordeel van die persoon.

24
Q

Collectieve controle

A

een groep controleert een persoon.