H11

Question 1

Abnormaliteit

Answer 1

Abnormaliteit is zowel context- als cultuurafhankelijk, vandaar dat er verschillende perspectieven zijn:
- universalistisch persfectief
- cultuur relativisme
- frequentist approach
- distress
- normatief

Question 2

Universalistisch perspectief

Answer 2

veel stoornissen hebben identieke symptomen, waardoor deze gelijk zijn over culturen heen.

Question 3

Cultureel relativisme

Answer 3

cultuur en psychopathologie zijn nauw verbonden, waardoor stoornissen alleen volledig begrepen kunnen worden vanuit dat culturele perspectief.

Question 4

Frequentist approach

Answer 4

zeldzaam gedrag wordt als abnormaal gezien.

Question 5

Distress

Answer 5

moeite hebben om het normale leven vol te houden en daar veel negatieve psychologische problemen bij ervaart, dan wordt dit als abnormaal gezien. Echter, ervaren mensen met een bipolaire stoornis juist heel veel creatieve productiviteit, dus voor hen levert dat geen negatieve uitkomsten op.
Distress is dus niet altijd slecht en niet alles wat abnormaal is, is distress.

Question 6

Normatief

Answer 6

Wat zou moeten volgens het normaal

Question 7

Cultural formulation interview

Answer 7

ontworpen, waarbij een therapeutische sessie andere vragen kan stellen om te achterhalen of cultuur een barrière is, waardoor er mogelijk een andere diagnose tot stand kan komen.

Question 8

Culturele syndromen van distress

Answer 8

symptomen die geclusterd worden binnen bepaalde culturen.

Question 9

Culturele idiomen van distress

Answer 9

manier waarop gepraat wordt binnen culturen.

Question 10

Culturele verklaringen van distress

Answer 10

opvattingen binnen de cultuur over de
oorzaak van distress.

Question 11

IDC (international classification of diseases)

Answer 11

Hier staan zowel geestelijke als somatische kwalen in zonder specifieke culturele aandacht.

Question 12

CCMD (chinese classification of mental disorder)

Answer 12

Wordt beïnvloedt door de IDC, maar heeft cultuurspecifieke items die niet bestaan in andere systemen. Het bevat stoornissen die specifiek voor de Chinese cultuur zijn.

Question 13

Cross-culturele diagnostisering: Tools

Answer 13

Vragenlijsten, interview protocollen, of gestandaardiseerde taken die een gedraging uitlokken zouden betrouwbaar en valide moeten zijn. Voorbeeld: BDI item “I feel blue” is in het Nederlands “ik voel me blauw”. Dit betekent niet hetzelfde, dus moet je een woord verzinnen om dit “blue” te duiden, hiervoor is een emic perspectief vereist. Als je een cliënt met een andere culturele achtergrond gaat behandelen moet je een integratie tussen universalistisch-relativistisch maken: het kijken naar centrale en perifere symptomen.

Question 14

Somatiseren

Answer 14

Gemiddeld genomen is er in meer prototypisch collectivistische culturen meer somatisering (fysieke symptomen/klachten) en in meer prototypisch individualistische culturen meer psychologisering (emotionele symptomen/klachten).
• Collectivistisch: somatisering (=fysieke klachten).
• Individualistisch: psychologisering (= emotionele klachten).

Question 15

Depressie bij amerikanen en japannners

Answer 15

Als je Japanners en Amerikanen vrij laat associëren met depressie komen er verschillende visies.
• Amerikanen: psychologisering naar interne toestand en emotionele staat.
• Japan: somatisering, zoals “het voelt als regen” of “het voelt grijs” of zelfs moe
voelen en hoofdpijn.

Question 16

Overpatholizing

Answer 16

stellen dat gedrag pathologisch is, wanneer het eigenlijk een normale variatie voor de cultuur van dat individu is.

Question 17

Underpathologizing

Answer 17

gedrag aanzien voor cultureel, wanneer het gedrag eigenlijk een abnormale psychologische respons reflecteert.

Question 18

Luhmann en onderzoek naar pscychose

Answer 18

Overeenkomsten waren zowel slechte als goede stemmen, gesprekken met de stemmen, stem zien als stem van God.
Er waren verschillen in:
• Ghana: stemmen zien als positief, als relaties of als spirtis/ ancestors.
• India: stemmen zien als relaties of als spirtis/ ancestors.
• Amerika: stem als ziekte, niet als relatie of spirtis/ ancestors.
In India en Ghana functioneerden mensen beter in het dagelijks leven dan Amerikanen door hun positievere kijk op psychose.

Question 19

Schizofrenie

Answer 19

Schizofrenie wordt gekenmerkt door delusies/ hallucinaties, gebrek aan motivatie, sociale terugtrekking, verzwakte geheugen en disregulatie van emoties. Dit moet niet vergeleken worden met het hebben van meerdere persoonlijkheden.
• Universeel: gebrek aan inzicht, auditoire en verbale hallucinaties en ideeën van referentie.
• Culturele verschillen: schizofrenie is positiever voor patiënten in ontwikkelingslanden dan in geïndustrialiseerde landen.

Answer 20

wordt gekenmerkt door fysieke, motivationele, emotionele en gedragsmatige veranderingen voor minstens 2 weken. Vrouwen worden over het algemeen als meer depressief gezien dan mannen (= universeel). Er zijn ook symptomen die niet in de karakterisering zijn opgenomen:
- embodied emotional experiences
- distress van sociale harmonie
- insomnia

Question 21

Embodied emotional experiences

Answer 21

emotionele stress in combinatie met lichamelijke ervaringen, zoals het hart

Question 22

Distress van sociale harmonie

Answer 22

verstoorde relaties binnen familie of werk.

Question 23

Insomnia

Answer 23

wordt voornamelijk gezien als de oorzaak in plaats van het
symptoom.

Question 24

ADHD

Answer 24

ADHD wordt gekenmerkt door onoplettendheid, impulsiviteit en hyperactiviteit over heel de wereld, maar er zit verschil in prevalentie.
• Visie 1: ADHD is neurobiologisch.
• Visie 2: ADHD is sociaal/ cultureel construct.

Question 25

Amok, azië

Answer 25

wordt gekarakteriseerd door plotselinge woede en moorddadige agressie. Het kan worden veroorzaakt door stress, slaapgebrek, persoonlijk verlies of alcoholconsumptie

Question 26

Zar, ethiopie

Answer 26

wordt gekarakteriseerd door oncontroleerbare bewegingen, mutisme en onsamenhangende spraak.

Question 27

Baksbat

Answer 27

wordt gekarakteriseerd door extreme angst, onderdanigheid, mutisme en wantrouwen.

Question 28

Susto (mexico, centraal en zuid amerika)

Answer 28

wordt gekarakteriseerd door verdriet, slaap- en eetproblemen, angst en sociale beperkingen.

Question 29

Latah (maleisie vrouwen)

Answer 29

is een extreme schrikreactie in combinatie met oncontroleerbaar gedrag, zoals het herhalen van andermans woorden.

Question 30

African americans

Answer 30

hebben een historische context van slavernij en sociale,
economische en onderwijsuitsluiting. Ondanks dat rapporteren ze minder
depressie dan Europese Amerikanen

Question 31

Latino americans

Answer 31

de opvang bij immigratie, geschiedenis van immigratie,
variërende SES, ervaringen met discriminatie en hechtheid van de etnische gemeenschap kunnen de prevalentie van mentale stoornissen onder verschillende Latino groepen verklaren.

Question 32

Asian american

Answer 32

is extreem heterogeen op basis van cultuur, taal en geschiedenis van immigratie, waardoor het beschrijven van mentale gezondheid lastig wordt. Er is een lage prevalentie van mentale stoornissen gevonden (zonder te kijken tussen groepen), waardoor ze als model minority gezien worden. Echter, lopen ook hun risico op mentale stoornissen.

Question 33

Native americans

Answer 33

ondervinden problemen van veel cultuurverlies, omdat ze belangrijke plekken hebben verloren en veel Native Americans uitgemoord zijn. Het hebben van een bepaald cultuur is een support netwerk, het biedt coping mechanismen voor de omgang met stressvolle gebeurtenissen. Wanneer dit support netwerk kleiner gemaakt wordt, zorgt dit voor psychische schade.

Question 34

Migranten en vluchtelingen en psychologische problemen

Answer 34

Migranten: hebben initieel minder psychologische problemen hebben dan de
gemiddelde populatie (= immigrant paradox).
• Vluchtelingen: veel trauma door ervaringen waardoor ze een verhoogde PTSD
en depressie hebben. Dit komt o.a. door persoonlijke relaties/ sociaal netwerk opbouwen, wennen aan nieuw sociaaleconomisch systeem en cultuur systeem.

Question 35

Psychotherapie

Answer 35

Psychotherapie is een behandelmethode die de nadruk legt op een expliciete focus op het zelf, ontworpen door Sigmund Freud. Hij ontdekte dat patiënten onder hypnose beter over hun problemen konden praten en het herleven ervan zorgde voor verlichting van de symptomen. Dit leidde tot het psychoanalytisch model.

Question 36

Cognitieve gedragstherapie

Answer 36

wat zich richt op de ontwikkeling van strategieën voor het aanleren van cognitieve vaardigheden. De assumptie is dat het veranderen van ons denken, ons gedrag kan veranderen en andersom.

Question 37

Universalistisch

Answer 37

aspecten aan psychotherapie kunnen over nuttig zijn.

Question 38

Relativistisch

Answer 38

psychotherapie is ontwikkeld binnen een bepaald kader,
waardoor we het niet kunnen toepassen in andere culturele kaders.

Question 39

Marianismo vs machismo

Answer 39

vrouwen moeten de zorgende taak op zich nemen en mannen moeten zich macho gedragen (latino’s)

Question 40

Indigenous healing

Answer 40

overtuigingen en behandeling uit een bepaalde cultuur of maatschappij.

Question 41

Traditional healing

Answer 41

behandelingen die een lange geschiedenis in een bepaalde cultuur hebben en inheems/ toebehoren aan die cultuur.

Question 42

Complementary medicine

Answer 42

behandelingen die worden aangeboden in een cultuur, maar hier niet zijn ontstaan

Question 43

Reiki

Answer 43

Indigenous behandeling die steeds meer word geaccepteerd over de wereld. Dit staat voor een universele levensenergie, de behandeling wordt gebruikt bij ontspanning, het reduceren van stress en bevorderen van genezing.