H6 Flashcards

1
Q

Acculturatie

A

fenomeen dat zich voordoet als groepen van individuen met verschillende culturen langdurig met elkaar in contact zijn, met als gevolg een verandering van de originele culturele patronen in een of beide groepen. Het proces waarbij mensen een ander cultureel systeem adopteren. Als gevolg van dit contact gaan er veranderingen plaatsvinden in een individu en de culturele groep.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Interculturele adaptie

A

hoe mensen hun gedragingen en manieren van denken in een nieuwe culturele omgeving aanpassen of veranderen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Intraculturele adaptie

A

de subjectieve ervaringen die mensen hebben wanneer ze hun gedrag of denken aanpassen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Psychologische acculratie

A

gaat over het overnemen van psychologische aspecten van een andere cultuur. Graves deed onderzoek in 3 verschillende culturen die samenleefden, waaruit bleek dat waardeoriëntaties, attitudes en identificatie met de Anglo Amerikaanse groep gingen omhoog in de andere 2 groepen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Etnoculturele groepen

A

groepen die gekozen hebben om samen een natie op te richten.

groepen mensen die zichzelf zien als cultureel onderscheidend, en ook zo door anderen gezien worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Indigenous people

A

groepen waarbij een andere cultuur het land heeft overgenomen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Asielzoekers

A

mensen die asiel hebben aangevraagd, omdat hun land van herkomst niet veilig is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Sojourners

A

migreren tijdelijk en hebben de intentie om terug te keren naar het land van herkomst, zoals internationale studenten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Cultuurbehoud/-overname

A

Als men vanuit een andere cultuur naar een nieuwe komen, komt men in een acculturatie setting, waarbij er twee mogelijkheden zijn om te doen:
• Cultuurbehoud: het behouden van karakteristieken van de eigen cultuur.
• Cultuurovername: het overnemen van karakteristieken van de cultuur in de
“gastcultuur” of cultuur van vestiging.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Unidimensionele conceptualisatie

A

waarbij cultuurbehoud en -overname twee uiterste van elkaar waren en niet te combineren waren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Bidimensionele conceptualisatie john berry

A

• Integratie
- assimilatie
- separatie
- marginalisatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Integratie

A

Zowel behoud als overname

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Assimilatie

A

Alleen overname, geen behoud

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Separatie

A

Alleen behoud, geen overname

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Marginalisatie

A

Geen overname geen behoud, waardoor je in principe cultuurloos bent.

Vooral jongeren kampen met marginalisatie, omdat ze soms niet weten waar ze precies thuishoren (= identiteitscrisis).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Fusie model

A

LaFromboise erkent de twee dimensies van cultuurbehoud en -overname, maar stelt dat na langere tijd er een nieuwe cultuur ontstaat met elementen van zowel de oude als nieuwe cultuur.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Acculturatie condities

A

Er zijn verschillende acculturatie condities die invloed hebben op die manier waarop men zich gedraagt en welke acculturatie oriëntatie er wordt gekozen. Tevens heeft de oriëntatie invloed op de acculturatie uitkomsten.
• Marginalisatie: hangt positief samen met een negatieve mental health (identiteitscrisis).
• Integratie: hangt positief samen met een positieve mental health.
• Immigrant paradox: hangt ondanks dat er vele uitdagingen zijn, positief samen met positieve gezondheidsuitkomsten en verdere assimilatie.

18
Q

Interactive acculturation model

A

gaat over de plurale maatschappij, waarbij verschillende culturele groepen samen wonen in een gedeeld sociaal en politiek stelsel. Veel mensen zien nog steeds dat hun maatschappij monocultureel is of streven hierna, terwijl dit niet zal lukken.

19
Q

Melting pot

A

Minderheden passen zich aan aan de meerderheid

20
Q

Pluralisme

A

Het pluralisme stelt de fundamentele verwachting dat de immigrant de publieke waarden van het gastland zal overnemen, zoals de grondwet en waarden. Echter, heeft de staat geen invloed op de privé waarden van de immigranten en steekt de staat geld in het behouden van de cultuur van de immigrant.

21
Q

Civic ideologie

A

De civic ideologie stelt de fundamentele verwachting dat de immigrant de publieke waarden van het gastland zal overnemen, maar privé waarden worden behouden. Echter, wordt er hier geen overheidsgeld voor cultuurbehoud uitgeleend.

22
Q

Assimilatie ideologie

A

De assimilatie ideologie stelt de fundamentele verwachting dat de immigrant de publieke waarden van het gastland zal overnemen en dat immigranten hun eigen culturele en talig onderscheidend vermogen verlaten om zo de culturele waarden van de dominante groep over te nemen. Dit kan zowel vrijwillig als gedwongen gedaan worden.

23
Q

Ethnist ideologie

A

De ethnist ideologie stelt de fundamentele verwachting dat de immigrant de publieke waarden van het gastland zal overnemen en dat de staat recht heeft om de uiting van bepaalde private waarden te limiteren. Echter, kunnen er straffen opgelegd worden wanneer mensen hun private waarden niet aanpassen. Tevens denkt dat gastcultuur dat immigranten nooit een volwaardig lid zullen zijn van de cultuur.

24
Q

Beleidsvormen bij immigranten

A

integratie, assimilatie, separatie en anomie (marginalisatie) vs. individualist (niet willen toebehoren tot een cultuur).

25
Q

Beleidsvormen bij meerderheid

A

integratie, assimilatie, segregatie en exclusie (immigrant uitsluiten) vs. individualist (immigrant een individu laten zijn zonder cultuur).

26
Q

Beleidsvormen bij interactie

A

alleen de consensus mogelijkheden zorgen voor een
goede tevredenheid (integratie, assimilatie of individualisme).
Echter, zijn er 10 mogelijkheden met een problematische
uitkomst, waardoor er slechte of geen communicatie is,
negatieve stereotypes en stress (vooral onder immigranten). De
meerderheid van de uitkomsten (12) is conflictueus, wat kan leiden tot racisme en exclusie.

(Tabel)

27
Q

Cultural fit hypothesis

A

stelt dat immigranten en sojourners met kenmerken van de gastcultuur zich beter aan zullen passen dan immigranten met kenmerken die minder goed matchen. Het ervaren van culturele afstand bepaalt de attitudes ten opzichte van een groep, want wanneer er veel afstand is wordt de integratie lastiger en neemt de acculturatieve stress toe.

28
Q

Remote acculturation

A

Remote acculturation is het in contact komen met een andere cultuur door middel van globalisatie. Dit is vooral in Jamaica waar veel Amerikaanse invloed is, waardoor ze een Amerikaanse identiteit aannemen. Men neemt een andere cultuur over of infiltreert deze met hun eigen cultuur. Echter, zorgt dit ook voor negatieve uitkomsten, want men kan zich afzetten tegen de originele culturele tradities en voelt zich minder verbonden met traditionele familieleden.

29
Q

Remote enculturation

A

is het leren van je culturele achtergrond als je niet in het land van de culturele achtergrond leeft. Dit is een moderne vorm van culturele transmissie door middel van globalisatie.

30
Q

Enculturatie

A

passief leren van een culturen zonder dat je het door hebt.

31
Q

Socialisatie

A

actief leren van een cultuur door middel van instructies. Remote
enculturation wordt vooral door middel van socialisatie bevorderd.

32
Q

Remigratie

A

is het fenomeen waarbij een immigrant eerst ga emigreren, maar daarna weer terug wil naar het land van herkomst. Hier zijn verschillende redenen voor:
• Migranten hebben gefaald in wat ze wilden bereiken: verwachtingen of plannen zijn niet uitgekomen.
• Migranten gaan tijdelijke ergens naartoe, blijven langer dan ze van plan waren, maar migreren uiteindelijk wel terug (uitgestelde terugreis).
• Terugkeer voor pensioen: mensen komen naar een land om te werken en besluiten om tijdens het pensioen terug te gaan naar het thuisland.
• Innovatie brengen: bijvoorbeeld Westerse ideeën naar het thuisland willen brengen.

33
Q

Gevolgen voor remigratie

A

• Nostalgie.
• Ideaal/ mythologisch beeld van thuisland.

34
Q

Gevolgen na terugkeer

A

• Enorme teleurstelling door de ervaren afstand.
• Negatieve attitudes van meerderheid.
• Discriminatie.
• Mismatch tussen herinnering en status quo: de cultuur van herkomst is meer
verandert dan verwacht.
• Acculturatieve stress door het opnieuw te moeten accultureren.

35
Q

Familiaire context

A

cohesie in de familiedynamiek leidt tot positieve
consequenties voor het acculturatieproces, maar conflict leidt tot negatieve consequenties. Wanneer de familie verschillend denken over de manier van acculturatie (acculturation gap) kan er stress ontstaan.

36
Q

Institutionele en organisationele context

A

sociale steun van leraren kan leiden tot integratie, maar scholen met een lager SES hebben een grotere kloof in risicogedrag tussen autochtonen en allochtonen.

37
Q

Maatschappelijke context

A

Op het meest basale niveau varieert de relatie tussen erfgoed en cultuuroriëntaties van nederzettingen afhankelijk van het sociaal-politieke klimaat met een negatieve relatie die wordt aangetroffen in meer assimilerende omgevingen en een positieve relatie die wordt waargenomen in meer ontvankelijke multiculturele omgevingen.

38
Q

Multi culturalisme

A

het fenomeen is waarbij meerdere culturele groepen samenleven in één politiek stelsel. In de psychologie wordt het gebruikt als ideologie, oftewel de acceptatie van/ steun voor een cultureel heterogene maatschappij.

De steun voor multiculturalisme is hoger bij de minderheidsgroep dan vanuit de autochtone inwoners, aangezien de minderheid hier meer belang bij heeft. Autochtonen willen dat de minderheidsgroep alle domeinen van de cultuur overneemt, terwijl de minderheidsgroep een onderscheid maakt tussen publieke en privé domeinen, waarbij er vooral overname was van publieke domeinen. Er hangt een sterk positieve correlatie tussen steun voor multiculturalisme en cultuurbehoud.

39
Q

Feninisme

A

staat voor de gelijkheid tussen mannen en vrouwen, en gaat erom dat vrouwen niet worden benadeeld omdat ze vrouw zijn en dezelfde rechten krijgen als mannen.

40
Q

Patriarchaal

A

betekent dat mannen de macht hebben en autoriteit mogen uitspreken. Alle samenlevingen hebben een verschillende mate van patriarchaliteit. Feministen zien patriarchie als een systeem dat onterecht genderrollen opgelegd en dit kan sociaal verandert worden. Het geven van rechten aan een bepaalde groep, zou de minderwaardige positie van vrouwen kunnen behouden en legitimeren. Hierdoor is het lastig om zowel multiculturalisme als feminisme te waarborgen. Echter, hoeven niet alle culturele verschillen getolereerd te worden.