H3 Inleiding van Psychologie Flashcards
Meer dan 150 jaar geleden presenteerde Charles Darwin (1859/1963) in The Origin of Species een evolutietheorie die zowel de overeenkomsten als de verschillen tussen de diersoorten verklaart. Wat stond hierin?
Volgens Darwin lijken alle soorten op elkaar vanwege hun gemeenschappelijke voorouders, en zijn alle soorten uniek omdat natuurlijke selectie elke soort heeft aangepast aan de kenmerken die eigen zijn aan de omgeving waarin hij leeft en zich voortplant. Darwin presenteerde enorme hoeveelheden bewijs voor zijn theorie, en in wezen is alles wat wetenschappers sindsdien hebben geleerd over onze eigen en andere soorten, ermee in overeenstemming.
Wat wordt bedoeld met ‘De aanpassing van gedrag’
wij zijn het product van onze genen en onze omgeving.
Onze genen zijn gevormd door miljoenen jaren van evolutie, waardoor we ons aanpassen aan de
algemene condities van het menselijk leven op aarde. Door dit proces hebben we naast
andere dingen, een immense capaciteit om te leren verworven.
Wat is ons verwant met de chimpansee en de bonobo? (3 dingen)
- zijn onze 2 dichts bij zijnde dierlijke familieleden.
- DNA-moleculen van de mens vergeleken met chimpansees komen tot 98.8 overeen
- Taal, cultuur en de kennis heeft ons op een bepaalde manier gescheiden van onze dierlijke
familieleden
Waar verwijs aanpassing naar in de zin ‘aanpassing van gedrag’?
naar een wijziging als een gevolg van veranderde leefomstandigheden
Wat wordt er met evolutie bedoeld?
een lange termijn van aanpassing, door generaties heen, om elk soort in staat te stellen om te leven in zijn altijd veranderende natuurlijke omgeving.
Side note; Darwin ontwikkelde zijn visie terwijl hij geen kennis had over genetica. Toch is zijn visie
tegenwoordig het makkelijkst te begrijpen d.m.v. genetische kennis.
Waar worden genen mee geassocieerd?
Gedrag.
Het is echter belangrijk om te beseffen dat genen nooit rechtstreeks gedrag produceren of controleren. Alle effecten die genen op gedrag hebben, vinden plaats door hun rol bij het bouwen en wijzigen van de fysieke structuren van het lichaam. Die structuren, die in wisselwerking staan met de omgeving, produceren gedrag.
Wat zijn genen en wat doen ze? (6 punten)
- kleinste eenheid van erfelijkheid, stukje DNA
- beïnvloeden de ontwikkeling van het lichaam door hun invloed op de productie van eiwitmoleculen
- bepalen hoe en welke eiwitten opgebouwd gaan worden in cellen
- Genen hebben indirect invloed op ons gedrag, via de opbouw van structuren in ons lichaam.
- Belangrijk om te weten hoe genen bijdragen aan het ontwikkelen van het zenuwstelsel, de
spieren en de zintuigen - Genen zijn geordend in chromosomenparen
Wat is DNA?
deoxyribo nucleic acid= streng moleculen die het erfelijke materiaal bevatten. Elke cel
bevat een kopie van een uniek DNA-molecuul
Een replica van je hele unieke set DNA-moleculen bestaat in de kern van elk van je lichaamscellen, waar het dient om te coderen voor en de productie van eiwitmoleculen te reguleren.
Hoeveel chromosomen heeft een mens, normaal gesproken?
23, Alleen het 23ste chromosoom, het sekschromosoom, lijken niet op elkaar; het X-chromosoom
is veel langer dan de Y-chromosoom
Wat zijn aminozuren?
een lange keten van kleinere moleculen in een eiwitmolecuul, je hebt er 20?
Wat zijn Structuur-eiwitten?
vormt de structuur van elke cel in het lichaam
Wat doen Enzymen?
bepalen je gedrag
Hoe word gedrag gevormd?
wordt gevormd door interactie met genen en omgeving
Side note: Gen is constant in interactie met omgeving om goed te kunnen werken
Van binnen naar buiten; hersenen -> gedrag
Van buiten naar binnen; gedrag -> hersenen
Waar dient RNA (ribonucleïnezuur) zich voor?
Dient als een sjabloon voor de productie van eiwitmoleculen
Elke proteïnemolecuul in ons lichaam is ontstaan onder aansturing van een
Gen
Wat wordt bedoeld met Omgeving?
is alles wat het individu omringt, behalve de genen
Het omvat de voedende baarmoeder en de bloedbaan van de moeder vóór de geboorte; de interne chemische omgeving van het individu; en alle gebeurtenissen, voorwerpen en andere personen die we na de geboorte tegenkwamen.
Waar dient voedsel voor?
voorziet genen van aminozuren die nodig zijn om eiwitten te maken.
Wat doen Omgevingseffecten bij genen?
De genen ‘aan’ of ‘uit’ zetten, wat leidt tot lichamelijke veranderingen die het gedragsvermogen van het individu veranderen
Waar wijst interne (chemische) omgeving naar?
Gedragsverandering
Wat wordt er met omgevingsinductie van genactiviteit bedoeld?
Het resultaat is dat een muis of rat die voorheen niet voor jongen zorgde, wordt getransformeerd in een muis of rat die dat wel doet.
Wat zijn Genotype?
Genen die geërfd zijn
Wat zijn Fenotype?
verwijst naar de waarneembare eigenschappen van het lichaam en gedragskenmerken.
Wat daadwerkelijk in werking treedt en wat je van buiten kunt zien. Uiterlijk waarneembare kenmerken van iemand.