H3 Flashcards
Camillo Golgi
Regenboogneuronen
Eerste beeld van een neuron
Santiago Cajal
Tekening van Purkinje cell
Neurontheory
Neuronen zijn NS functionele units
Cell body
Ook wel soma
Middelste deel van een cel, bevat nucleus en andere organellen voor het maken van eiwitten
Soma
Ook wel cell body
Middelste deel van een cel, bevat nucleus en andere organellen voor het maken van eiwitten
Dendriet
Extensie van een neurons cell membraam
Vergroot het cell oppervlak
Vangt info van andere cellen
Axon
Stam, enkele vezel van een neuron
Geeft info verder aan volgende neuronen
Neuraal netwerk
Functionele groep neuronen die breindelen verbinden
Connectome
Map van alle structurele connectiviteit van een organismes NS
Dendritic spine
Boom achtige bouw die het opp sterk vergroot
Bevat de punten waar dendrieten contact maken met andere axonen
Axon hillock
Kruispunt van soma en axon
Axon collateral
Einddeel van een axon
Terminal button
Knop aan het eind van een axon
Geeft info door aan andere cellen
Synaps
Kleine opening tussen 2 neuronen
Sensory neuron uitleg
Cel die sensorische info detecteert
Interneuron uitleg
Cell tussen sensorische en motor neuron
Motor neuron uitleg
Brengt info van CNS naar spieren zodat deze aanspannen of loslaten
Glial cell uitleg
Cel die neuronen isoleert, voedt en helpt met reparatie
Verwijdert afval producten
Interneurons types
Stellate cell
Pyramidal cell
Purkinje cell
Stellate cell
Interneuron actief in de thalamus. 1 axon maar heel veel dendrieten, de dendrieten omringen de soma bijna helemaal
Pyramidal cell
Interneuron actief in de cortex. 1 lange axon en 1 dendriet, dat zich na een eindje gaat vertakken. Niet dichtgegroeid veel vertakkingen
Purkinje cell
Interneuron die actief is in het cerebellum. 1 lange axon, maar een heel netwerk dendrieten. Deze gaan 1 kant op maar begroeien bijna alle ruimte dicht
Bipolar neuron
Sensory neuron die actief is in de retina. 1 korte axon en 1 kort dendriet
Somatosensory neuron
Sensorische neuron die actief is in de huid of in een spier. 1 lange dendriet en een lange axon met kleine vertakkingen. Bv een huidknopje. Soma hangt als een zakje langs de overgang van axon naar dendriet
Motor neuron type
Bv in spinal cord. Lange axon, maar op 200 ° van de soma recht tegenover de axon zitten de dendrieten in een sterk netwerk
Sensory neurons type
Bipolar neuron
Somasensorische neuron
Glial cell types
Ependymal cel
Astrocyte
Microglial cell
Oligodendroglial cell
Schwann cell
Ependymal cel
Eivormige glial cell
Maakt CSF
Astrocyte
Stervormige glial cel
Neuron voeder en hersteller
Bewaakt bloed brein barriere
Microglial cel
Kleine glial cell met veel vertakkingen
Zit in het bloed
Verdedigend, verwijdert dood materiaal
Oligodendroglial cell
Glial cell, vormt myelin rondom CNS axonen
In brein en spinal cord
Schwann cell
Glial cell die rond peripherale zenuwen rolt. Vormt myelin en zit om sensorische en motorische zenuwen
Hydrocephalus
Waterhoofd
Opbouw van waterdruk door een teveel aan CSF en geblokkeerde ingangen
Kan intelligentie verminderen
Gliomas
Tumor vanuit een glial cel
Meningiomas
Tumor die vastzit aan de meninges, groeit buiten het brein
Metastatic tumors
Van 1 plek in het lichaam naar een ander plek, uitzaaingen
Bloed-breinbarriere
Hele dichte kleine openingen in de bloedvaten in het brein
Via hier komen gifstoffen in het brein
Bv Astrocyten halen hier voeddingsstoffen uit voor neuronen
Myelin
Gliallaag om axonen die zorgt dat de axonen niet kortsluiten
Golgi body
Membraanstructuur
Pakt eiwitten in voor transport
Distributiecentrum
Lyosomen
Pakketjes met enzymen die afval opbreken
Microfilamenten
Draadachtige vezels die het skelet van de cel maken
Intracellulaire vloeistof
Vloeistof waar de andere structuren inzitten
Tubule
Kleine buis die moleculen verplaatst en de cel zijn vorm geeft
Endoplasmatisch reticulum
Gevouwen membraam waar eiwitten gemaakt worden
Mitochondriën
Verzamelt, bewaart en laat energie los
Powerhouse off the cell
Nuclear membraam
Membraam om de nucleus
Nucleus
Beval chromosomen en genen
Protein
Gevouwen peptide
Exocytosit
Eiwit dat de cell verlaat
Channel
Opening in membraam die ionen doorlaat. Is een eiwitstructuur
Gate
Eiwit in celmembraam dat soms dingen doorlaat en soms niet
Pump
Eiwit in het celmembraam dat actief spul doorlaat en doorpompt
Mendelian genetics
Hoe beinvloeden genen onze trekken
Homozygous
DD of rr
Heterozygous
Dr
Codominance
Beide allelen komen tot uiting
Single nucleotide polymorphism
SNP
1 nucleotide is anders
SNP
Single nucleotide polymorphism
Tay-Sachs disease
Zorgt dat sommige vetten niet afgebroken worden
Zichtbaar na 4 tot 6 maanden na geboorte
Intellectuele problemen
Max leeftijd is 5 jaar
Wild type
Meest voorkomende allel
Huntington disease
Spasmes
Dementie
Komt door een dominant allel, dominant erfelijk
Down sydroom
3 kopien van chromosoom 21
Transgenetic technique
Er worden genen in of uit een embryo gebracht
Knock in technology
Gen van 1 soort is ingebracht in een andere soort
Transgenic animals
Dieren met genen van andere soorten
Knock out technology
Inactiveert een gen
International Human Epigenome Consortium
IHEC
Omschrijft de epigenetische code
Neemt deel aan het human genome project
IHEC
International Human Epigenome Consortium
3 type epigenetische modificaties
Histone modificatie
Gene methylation
mRNA modificatie
Histone modificatie
Een methyl (of andere) groep bind aan de staart van de histonen, waardoor deze geopend op gesloten worden (steentje tussen rits)
Gene methylation
Methylgroep bind aan CG-base zodat er geen transcriptie plaatsvindt
mRNA modificatie
ncRNA bindt aan mRNA om translatie te voorkomen