H12 Flashcards

1
Q

Sensorische deprivatie

A

Verveling is aversief
Sommige studenten kregen hallucinaties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Innate releasing mechanism

A

Gezichtsexpressie van ouders nadoen voor eten en aandacht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

CNS produceert gedrag dat…

A

Belonende ervaringen veroorzaakt
Aversieve ervaringen reduceert

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Preparedness

A

Sommige associaties maak je sneller dan anderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Fylogenetische ladder

A

Hoger hierop is slimmer en minder aangeleerd gedrag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

5 type smaken

A

Bitter
Zoet
Zout
Zuur
Umami

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Waar zitten smaakreceptoren

A

Tong
Gehemelte
Wangslijmvlies
Achterin keel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Primaire smaakpad

A

via de thalamus naar S1 en de primaire smaak cortex

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Secundair pad

A

Naar de hypothalamus en amygdala

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Feitjes van reukreceptoren

A

We hebben ongeveer 400 type reukreceptoren
Deze maken 1 biljoen combinaties
elke 60 dagen krijgen we nieuwe
We hebben te weinig woorden voor alle reuken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Primair reuk pad

A

gaat naar pyriforme cortex en amygdala

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

3 manieren om de hypothalamus te controleren

A
  • Feedbackloop
  • Neurale regulatie
  • Eerdere ervaringen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Feedbackloop bij de hypothalamus

A
  • Hypothalamus stimuleert de anterieure hypofyse door middel van releasing hormones
  • Anterieure hypofyse stimuleert doelorganen door middel van hypofysehormonen
  • Doelorganen werken inhiberend op de hypothalamus
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Neurale regulatie bij de hypothalamus

A

bv bij moedermelk

een kinderstimulus stimuleert de hypothalamus die de moedermelkklieren stimuleren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

regulerend gedrag

A
  • noodzakelijk om te overleven
  • Gereguleerd door interne stimuli
  • Door de hypothalamus
  • Bv eten of drinken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Niet regulerend gedrag

A
  • Niet noodzakelijk om te overleven
  • Gereguleerd door externe stimuli
  • Prefrontale cortex, limbisch systeem en hypothalamus
17
Q

Hypofyse bestaat uit

A

voorkwab en achterkwab

18
Q

Hypofyse voorkwab

A
  • Klierweefsel
  • Geeft hormonen af aan de bloedbaan
  • Staat onder controle bij de hypothalamus
  • Ontvangt releasing hormones van de hypothalamus
19
Q

Hypofyse achterkwab

A
  • Neuraal weefsel
  • Verlengstuk van de hypothalamus
  • Bevatten axonen van hypothalamus
  • Ontvangt hormonen van hypothalamus
  • Geeft de hormonen van de hypothalamus af in reactie op het actiepotentiaal
20
Q

Eetgedrag in het brein

A

Laterale hypothalamus stimulatie
Ventromediale hypothalamus stimulatie

21
Q

Laterale hypothalamus stimulie

A

Zorgt ervoor dat je hongergevoel aangaat. Hierdoor ga je overeten = hyperfygie

22
Q

Hyperfygie

A

Overeten

23
Q

Afagie

A

Ondereten

24
Q

Ventromediale hypothalamus stimulatie

A

Zorgt voor een gevoel van verzadiging, hierdoor gaar je ondereten = afagie

25
Q

Spijsvertering

A
  • Maag neemt glucose op
  • Alvleesklier geeft insuline af
  • Lever slaat glycogeen op
  • twaalfvingerige darm maakt cholecystokinine (CCK)
  • CCK stuurt een signaal naar de hypothalamus waardoor je stopt met eten
26
Q

CCK

A

Cholecystokinine

27
Q

2 type effecten van geslachtshormonen

A
  • Organiserende effecten
  • Activerende effecten
28
Q

Organiserende effecten van geslachtshormonen

A

Hormonen bepalen welke delen van het brein beter ontwikkelen

29
Q

Activerende effecten

A

In de hypothalamus, amygdala en cortex

30
Q

Activerende effecten in de hypothalamus

A

De ventromediale kern activeert seks bij de vrouw

De preoptische kenn activeert seks bij de man

31
Q

Activerende effecten in de amydala

A

Sexuele motivatie, zeker bij mannen. misschien bij vrouwen

32
Q

Activerende effecten in de cortex

A

Misschien actief bij sexuele fantasien. Bij een frontale leasie hierin vermeerderd of verminderd je sexdrive

33
Q

James-Lange theorie

A

Ik zie een wolf
Ik ren
Ik ben bang

34
Q

Cannon-Bard

A

Ik zie een wolf
Ik ben bang
Ik ren