H13 Flashcards

1
Q

Endogeen ritme

A
  • Intern gestuurd
  • biologische klok
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Exogeen ritme

A
  • Extern gestuurd
  • bv door zonlicht
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Circaannueel ritme

A
  • Jaarlijks ritme
  • Winterslaap
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Infradiaan ritme

A
  • Langer dan 1 dag
  • Ongesteld
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Circadiaan ritme

A
  • Dagelijks
  • Slaap/waak ritme
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Ultradiaan ritme

A
  • Korter dan 1 dag
  • Drinken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is een zeitgeber

A
  • daglicht
  • sport
  • eten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat doet een zeitgeber

A

Het synchroniseren noemen we entrainment

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn nonphotic cues

A

zeitgebers die niet met licht te maken heeft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat stuurt de biologische klok aan

A

Suprachiasmatische nucleus SCN

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

SCN

A

Suprachiasmic nucleus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Suprachiasmic nucleus

A
  • Deel van hypothalamus
  • Boven het optisch chiasma
  • 3e visuele route naar het brein
    – tractus retino-hypothalamicus
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Waaruit bestaat de suprachiasmatische nucleus

A

core cellen
shell cellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat doen de core cellen in het SCN

A

Zijn niet ritmisch

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat doen de shell cellen in het SCN

A

Wel ritmisch, de andere ritmische systemen nemen deze klok over

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Manieren van slaapregistratie

A
  • Hersenactiviteit EEG
  • Spieractiviteit EMG elektromyogram
  • Oogbeweging EOG elektrooculogram
  • lichaamstemperatuur
  • bloedglucose
  • stresshormoon
17
Q

Wakker stadium

A

Beta en alfa golven

18
Q

NREM1 stadium

A

theta golven, tijdens het in slaap vallen

19
Q

NREM2 stadium

A

Slaapspoelen en een k-complex

20
Q

NREM3 stadium

A

Deltagolven diepe slaap

21
Q

REM stadium

A

Beta golven en theta golven

22
Q

Wanneer heb je een nachtmerrie

A

Deze is levendig, tijdens REM

23
Q

Wanneer heb je nachtangst

A

Dit werkt met een intens gevoel, tijdens NREM

24
Q

3 functies van dromen

A
  • Activation synthesis theory
  • Coping theory
  • Continuation theory
25
Q

Activation-synthesis theory

A

Dromen komen door random hersenactiviteit

26
Q

Coping theory

A

Adaptieve functie, het leid tot betere coping skills

27
Q

Continuation theory

A

Doorgaan met problemen oplossen

28
Q

2 type nut van slaap

A

Adaptief
restauratief

29
Q

Adaptieve voordelen van slaap

A
  • Dagdieren botsen anders
  • Energie besparen
  • Roofdieren slapen langer dan proodieren
30
Q

restauratieve voordelen van slaap

A
  • Lichaamsrust
  • Hersenfuncties
31
Q

Wat krijg je wanneer je te weinig slaapt?

A

Een rem-rebound, de nacht erna extra rem-slaap

32
Q

hypnogram

A

grafiekje van je slaapschema, je diepe, lichte en rem-slaap. Dit is wat mijn Garmin maakt

33
Q

Hoe verandert je slaap rond je 2e jaar?

A
  • Je begint te dromen
  • Het % remslaap is hetzelfde als bij volwassenen
  • Je hippocampus wordt gemyeliniseerd
34
Q

Hoe werkt het opslaan van je expliciete geheugen?

A

Dit gebeurt tijdens je NREM-slaap. Je hippocampus is hierbij actief

35
Q

Hoe werkt het opslaan van je impliciete geheugen?

A

Dit gebeurt tijdens je REM-slaap. De zelfde hersendelen zijn actief als tijdens het uitvoeren van de vaardigheid

36
Q

RAS

A

Reticulaire activatie systeem

37
Q

Reticulaire activatie systeem

A

Bevat je reticulaire formatie.
- Wanneer dit gestimuleerd wordt krijg je een wakker EEG
- Wanneer dit geinhibeerd wordt krijg je een slaap EEG
- Wanneer hier schade is zit je in een coma

de switch zit in de hypothalamus, en wordt aangestuurd door SCN. Als deze switch uit is ben je wakker, als deze switch aan is slaap je

38
Q

Hoe herken je NREM slaap aan een lichaam?

A
  • Je groeihormoon stijgt
  • Je gewicht daalt
  • Je bloeddruk daalt
  • Je hartslag daalt
  • Je slaapwandelt of praat (je blijft spierspanning behouden)