H3 Flashcards
False feedback
Geven van valse feedback om te kijken hoe mensen reageren. Gevaar: participanten zijn boos en/of geloven de debriefing achteraf niet meer.
Autonomie
Mensen hebben het recht om te beslissen aan welk onderzoek ze blootgesteld willen worden
Subject pools
Proefpersoon-pools (groepen proefpersonen) op universiteiten. Op veel universiteiten is het gebruikelijk dat eerstejaars psychologiestudenten meedoen aan allerlei (eenvoudige) experimenten
Deception (misleiding)
Participanten zijn niet volledig ingelicht over het onderzoek. Ander of niet volledig doel van onderzoek bekend bij participanten
Anonymity (anonimiteit)
Dat er absoluut geen identificatie gegevens zijn opgenomen in de data, zodat onderzoekers de data niet kunnen linken aan personen
Confidentiality (vertrouwelijkheid)
Onderzoekers kunnen zien bij wie welke data hoort, binnen bepaalde wettelijke grenzen, en deze data ook niet delen
Minimal risk
Dezelfde kans op schade die je kan oplopen in het dagelijks leven.
Reciprocal relationship
Wederzijdse relatie. Feedback effect. Het beïnvloedt elkaar
Counterfactual model
Iets wat in strijd is met feiten. Kennis over wat zou gebeurd zijn met dezelfde mensen in dezelfde situatie zonder het onderzoek
Onethische studies
Tuskegee Syphilis study
Code van Neurenberg
Experimenten van Milgram
Insitutuonal review boards (IRB’s):
- Ethische commisie
- Controleert ethische afspraken bij het onderzoek met mensen in de US
- Elk onderzoek moet goedgekeurd worden voor het naar buiten gebracht mag worden
Afspraken Belmont report (3)
- Respect
- Beneficence (weldadigheid)
- Justice (gerechtigheid)
Respect, Rekening houden met: (4)
- Principes (autonomie)
§ Respect voor de autonomie van de participant
§ Verminderde autonomie (kwetsbare groepen die niet zelf kunnen beslissen) moet beschermd worden - Informed consent: kennis over doel, procedures risico’s, voordelen en alternatieven (ondertekenen van verklaring)
§ Soms lastig, want als er teveel wordt verteld, kan dit het gedrag van de participanten beïnvloeden
§ Soms mag doel onderzoek verzwegen worden, met goedkeuring van IRB’s. Het is noodzakelijk en onschadelijk. En goede briefing achteraf - Vrijwillig en zonder coercion (dwang)
§ Niet een te hoge beloning voor ‘arme’ mensen
§ Geen laatste kans voor kankerpatiënten - Geen misleiding (deception)
Risk/benefit analysis
Nadelen moet altijd afgewogen worden tegen de voordelen
Justice onderdelen (3)
- Reasonably (redelijk)
- Fairly (eerlijk)
- Equality (gelijk)
Bij controlegroep placebo’s
- Vertellen dat er een controlegroep is
- Vertellen hoe groot de kans is dat ze in een controlegroep zitten
- Als medicijn effectief is, dat controlegroep het medicijn ook krijgt
Etnische problemen (3)
Deception (misleiding)
Confidentiality (vertrouwelijkheid) en anonymity (anonimiteit)
Participant observation
Soorten deceptie
1 Deception by omission (dingen weglaten, je liegt NIET)
2 Actieve deception (onjuiste feedback geven- false feedback)
–> Het nadeel hiervan is dat mensen de feedback gaan geloven (perseverance effects) en de debriefing niet
–> Mensen kunnen boos worden dat er tegen ze gelogen is
3 Double deception/second-order deception (tweede order deceptie) Doen of het onderzoek is afgelopen, maar toch doorgaan met het onderzoek.
–> Boos en twijfel of het wel echt over is
–> Ethisch onacceptabel
Duty to warn:
Je mag bovenstaande schenden als participant gevaar loopt
Soorten reviews bij indienen onderzoek aan ethisch reviewproces (2)
Expedited review (versnelde review)
- Dat een review alleen gedaan wordt door een IRB lid
- Sneller dan Full review
- Minimale risico’s of een specifieke categorie
- Full Review (volledige review)
- Alle IRB leden lezen het protocol en discussiëren
- Soms onderzoekers ondervraags
Doel: - Kijken of het aan de voorwaarden voldoet
- Kijken hoe serieus de onderzoekers de bescherming van de participanten nemen
Paradigmaverschuiving
Radicale breuk met denkkader (aarde is rond in plaats van plat)
Revoluties
Wetenschap gaat sprongsgewijs.
Verificatie noch falsificatie
Sociologen
Wetenschappers die onderzoek doen naar groepsgedrag
Extrascientific processes
Processen die niet wetenschappelijk zijn. Zijn niet wetenschappelijk, bestaat alleen in het hoofd van de onderzoeker
Wetenschapsfilosofie
Geeft inzicht in waarde van wetenschappelijke methode
Wetenschapsfilosofie geeft inzicht in: (2)
- Waarde van wetenschappelijke methoden
- Wat voor kennis de wetenschappelijke methode oplevert
–> spiegel voorhouden
Wetenschapsfilosofische termen: (5)
Epistemologie (kennisleer)
Ontologie (zijnsleer)
Realisme
Relativisme
Sociologen
Epistemologie
Leer van menselijk kenvermogen en het bereik van onze kennis
Ontologie
Zijnsrealiteit van theoretische constructen
Realisme
Werkelijkheid bestaat onafhankelijk van menselijk bewustzijn
Relativisme
- Werkelijkheid is niet absoluut, maar afhankelijk van waarnemer/tijd/plaats
Kennis is betrekkelijk
Sociologen
- Wijzen op niet-wetenschappelijke processen
- Sociale, psychologische, economische, politieke processen spelen een rol
Thomas S. Kuhn (1962)
- Wetenschap gaat sprongsgewijs (revoluties)
- Paradigmaverschuiving
- Tegenhanger positivisme
- Objectieve waarneming onmogelijk: De mens is niet vrij van aannames
- Perspectief is van belang; meerdere interpretaties mogelijk
- Observatie zonder theorie onmogelijk is.
- Hypotheses kan je verwerpen en zijn falsifieerbaar, maar niet kan bekrachtigen.
Collins:
- Epistemologisch relativist
- Ontstaan van wetenschappelijke kennis staat nagenoeg los van de werkelijkheid
- Wetenschap bestaat enkel uit extrascientific processes
- Theorieën ontstaan enkel in het hoofd van de ontdekker
- Maar kleine groep van aanhangers, maar goed contragewicht voor naïeve realisme
- Tegenhangers Collins: Wetenschap zegt juist wel wat over de wetenschap (naïef realisme).
Vertrouwen wetenschap o.g.v. (3)
1 Bestaande kennis en theorieën
2 (statische) methoden
3 Meetinstrumenten