Belangrijke begrippen Flashcards
Construct (theoretische variabele)
Een niet direct observeerbaar/meetbaar concept (abstract, algemeen)
- Een construct is een abstract begrip dat we willen meten.
- Voorbeelden: Liefde, intelligentie, agressie, zelfrespect en succes
- Bestaan niet als fysieke objecten, maar beïnvloeden ons wel
- Abstract concept dat we willen vatten
- Geen fysieke aard
we kunnen constructen alleen indirect en imperfect meten door middel van een operationele definitie. (om het toch te onderzoeken)
Hypothese
Falsifieerbare stelling over relatie twee of meer constructen. Vaak causale verbanden (oorzaak en gevolg), hoeft niet.
In een onderzoek zijn de resultaten “consistent zijn met” of “ondersteunen” een hypothese, maar niet dat de hypothese is aanvaard. Hypothesen zijn in het beste geval bestand tegen pogingen om aan te tonen dat ze onjuist zijn. Er zijn bijna altijd andere verklaringen voor een reeks bevindingen die een hypothese lijken te ondersteunen, dus een echt wetenschappelijk standpunt is altijd sceptisch.
Theorie
Set gerelateerd hypothesen. Vaak in vorm syllogisme (logische stelling) Doel: beschrijven, verklaren en/of voorspellen.
Kracht theorie gevormd door zwakste schakel
Variabelen (indicator)
Zaken/attributen die zich in verschillende modaliteiten of gradaties voordoen. Het kan dus van waarde veranderen afhankelijk van mensen/omgeving (haarkleur, geslacht, bloeddruk)
Operationele constructen (abstract). Iets wat je kan meten. Hebben minstens 2 waarden, anders constanten
Onafhankelijke variabele
Oorzaak. Als je deze verandert, kan je het effect meten van de afhankelijke variabele. Gemanipuleerd door de onderzoeker
Afhankelijke variabele (responsvariabele)
Gevolg, hetgeen wat afhankelijk is van de onafhankelijke variabele
Confounding variables (confounder)
Derde variabelen die een verband kunnen verklaren (alternatieve verklaring). Die moet je proberen uit te sluiten in je onderzoek. Meer last bij field research
Confounding
Wanneer de niveaus van de onafhankelijke variabele direct variëren met een andere, niet essentiële/storende factor(en) (interne validiteit)
Correlaties sluiten ook weinig uit om alternatieve verklaringen voor een relatie tussen twee variabelen zoals opleiding en inkomen uit te sluiten.
Die relatie is misschien helemaal niet causaal, maar eerder te wijten aan een derde variabele
Condities
Niveaus van onafhankelijke variabele. Waar je participanten aan toewijst bij meerdere onderzoeksgroepen
Correlatie
Empirische associatie. Impliceert geen oorzakelijk verband
Operationalisatie
(geobserveerde variabele)
Specifieke concrete methode om een construct te meten/manipuleren.
Geeft de mogelijkheid om mensen te scoren op de onderzochte variabelen
(meting en proces)
Causaliteit
Oorzakelijkheid, oorzaak en gevolg relaties
Cause (oorzaak)
Maakt elk ander ding, idee, substantie, manier effect heeft op iets anders op gang te brengen
Effect (gevolg)
Het verschil tussen wat is gebeurd en wat er anders gebeurd zou zijn
Biased
Vertekening. Proberen uit te sluiten bij wetenschap
Populatie
De gehele groep mensen waarop de hypothese zou moeten gelden
Debriefing
Een informatie uitwisseling aan het einde van een labonderzoek. Waarbij je vraagt hoe het met de participanten gaat en eventuele nazorg verleend. Tot slot vertel je op het eind het daadwerkelijke doel van het onderzoek.
Interne validiteit
De mate waarin een onderzoeksdesign het mogelijk maakt om een causale conclusie te trekken over het effect van de onafhankelijke variabelen op de afhankelijke variabelen
Construct validiteit
De mate waarin het geoperationaliseerde construct het bedoelde theoretische construct representeert (kernbegrip)
Externe validiteit
In hoeverre de onderzoeksresultaten van instellingen, populaties en dergelijke kunnen worden veralgemeend of gegeneraliseerd
Conclusie validiteit
De mate waarin de gekozen statistische analyse geschikt is om je onderzoeksvraag te beantwoorden
Betrouwbaarheid
Mate waarin meetinstrument vrij is van willekeurige (random-error) fouten (niet-systematische fouten)
Systematische meetfout
Ongewild mee-meten van andere constructen
Niet-systematische meetfout
Fouten die toevallig optreden en waar geen patroon in zit