H29: De Arbeidsmarkt Flashcards
soorten input en de vergoedingen
arbeid L -> loon, wedde, bedrijfswagen …
fysiek kapitaal K -> rente, dividend, meerwaarde …
natuurlijk kapitaal N -> huur, pacht, opbrengsten
componenten van de beroepsbevolking
De werkloosheidsgraad
is de mate waarin de werklozen participeren aan de arbeidsmarkt
= werklozen/beroepsbevolking
werkzaamheidsgraad/werkgelegenheidsgraad
is de mate waarin de actieven participeren aan de arbeidsmark
= werkende bevolking/rekruteringsbevolking
De participatiegraad/activiteitsgraad
is de mate waarin de beroepsbevolking participeert aan de arbeidsmarkt
= beroepsbevolking/rekruteringsbevolking
Rekruteringsbevolking en subgroepen
= bevolking op actieve leeftijd = deel van de bevolking dat potentieel arbeid kan aanbieden (20 - 64j)
- actieven = biedt arbeid aan
- werklozen
- tewerkgestelden - niet actieven: zelfstandig of zoekend naar werk
Werkloosheidsval
wanneer het voor een werkloze voordeliger is om werkloos te blijven dan om werk te zoeken
(bv. omdat de loon in een beroepscategorie nauwelijks boven de werkloosheidsuitkering ligt)
vraag en aanbod op de arbeidsmarkt
2 visies:
- competitief model
- arbeid is gelijk
- nominale en reële lonen zijn flexibel
- perfecte informatie
- perfecte competitie
- geen overheidsinmenging - model met loononderhandelingen = institutioneel model
- onderhandelingen tussen vakbonden en werkgevers
- arbeid is niet gelijk
- vraag en aanbod spelen geen grote rol
nominaal en reël loon
- loon (W) wordt in geldeenheden uitgdrukt, maar dit houdt alle voordelen in die je krijgt als werknemer.
- reël loon = W/P, dit is belangrijker, het geeft je koopkracht weer
aanbod van arbeid
- door werknemers
- hangt af van: omvang en smaenstelling van de bevolking, reservatieloon, voorkeuren, opleiding …
reservatieloon
minimaal inkomen dat iemand wenst te ontvangen voor het inzetten van arbeid, bepaald door:
- Voorkeuzen (vrije tijd, consumptie?)
- Kosten voor levensonderhoud (aantal kinderen…)
- Opleidingsniveau
- Niet-arbeidsinkomen (rente, dividenden,…)
vraag naar arbeid
- door bedrijven, overheden …
- hant af van: Marginale Productiviteit van arbeid: MP(arbeid)
- conjunctuur
- hoeveelheid fysiek kapitaal
- ‘is de MP hoger dan het loon?’
Marginale Productiviteit van arbeid: bijkomende productie van goederen en diensten door het inzetten van 1 extra werknemer, wordt uitgedrukt in goederen en diensten net als W/P (verticale as)
wWe vergelijken MP met W/P, indien MP hoger is dan is het voordelig om een werknemer aan te werven.
evenwicht op de arbeidsmarkt en aanbod overschot en tekort
Stel: werkgevers betalen W(0), waarmee de werknemers W(0)/P goederen mee kunnen kopen.
2 situaties:
- reel loon > evenwichtsloon = W(1)/P = OVERSCHOT
=> aanbod arbeid > vraag aarbeid, want lonen stijgen
=> meer werklozen
=> werknemers tussen L1 en L2 zijn bereid te werken voor een lager loon, want hun reservatieloon (groen) ligt nog steeds
lager dan het effectief loon (rood).
=> onderwaardse druk op loon tot er weer een evenwicht wordt bereikt - reel loon < evenwichtsloon = W(2)/P = TEKORT
=> aanbod arbeid < vraag aarbeid, want lonen dalen
=> vacatures tussen L1 en L2 geraken niet ingevuld, want de loon (paars) is te laag (onder reservatieloon)
=> werkgevers bieden hoger loon aan
=> opwaartse druk tot evenwicht
werkloosheid volgens neoklassieken
Werkloosheid is een tijdelijk fenomeen tot het nieuwe evenwicht is bereikt.
Er zijn 3 verklaringen voor langdurige werkloosheid:
- Inmenging van de overheid
- De theorie van de efficiëntielonen: Werkgevers betalen aan werknemers een iets hoger loon dan W0/P om hen bij het
bedrijf te houden, aanbod van arbeid ligt dus iets hoger dan de vraag => werkloosheid - Onderhandelingen met onzekerheid
loonwig
het verschil tussen wat een WN kost voor de WG en wat de WN uiteindelijk als nettovergoeding overhoudt