H25: Conjunctuur Flashcards
conjunctuur schommeling
periode van hoge en lage economische activiteit
reël BBP en potentieel BBP
reël BBP is het effectieve BBP, het potentieel BBP is het niveau van het BBP dat zich hypothetisch had gerealiseerd bij volledig gebruik van productiefactoren arbeid en (fysiek) kapitaal, maw: een natuurlijke werkloosheidsgraad (U*) en normaal gebruiksritme van machines
hoogconjunctuur en laagconjunctuur
RBBP > PBBP => hoogconjunctuur
RBBP < PBBP => laagconjunctuur
interpretatie van cijfermateriaal
er zijn veel variabelen en grootheden:
- In euro (bv. BBP)
- Percentage (bv. inflatie)
- Indexcijfer (bv. CPI)
- in aantallen of eenheden (bv. aantal werklozen)
toename of afname:
- In euro (bv. BBP per capita stijgt met 100 euro)
- In procent (bv. De economische groei bedraagt 1,3%)
- In procent-punt (bv. werkloosheid daalt met 1 procent-punt)
- In aantallen of eenheden (bv. het aantal werklozen daalt met 11.000)
problemen bij bepalen van economische activiteit
BBP wordt enkel per kwartaal berekend, niet continu
het BBP schommelt ook vaak door de seizoenen => oplossing: seizoenszuivering
recessie
= een periode van minstens 2 opeenvogende kwartalen (6 maanden) waarin het reëel seizoensgezuiverde BBP daalt op
kwartaalbasis
output gap
Het verschil tussen het gerealiseerde reële BBP en het potentiële, uitgedrukt als percentage van het potentiële BBP
= (BBP - potentieel BBP)/Potentieel BBP
waarom stijgt het potentieel BBP jaar op jaar
Het potentieel BBP stijgt ieder jaar, aangezien men elk jaar meer kan produceren d.m.v. technologische vooruitgang en populatiegroei
Wet Van Okun
voor elke één procentpunt stijging in werkoloosheid => Reëel BBP daalt 2% lager dan het potentieel BBP
samanvattende tabel conjunctuur, wat kan je zeggen over de productiecapaciteit, tewerkstellingn outputgap en Q bij laag, neutrale en hoog conjunctuur?
3 feiten over conjunctuur
- verschillende grootheden schommelen (vb: werkloosheid, consumptie)
- niet alle grootheden reageren even sterk (vb werkloosheid reageert minder sterk dan investeringen)
- geen deterministisch patroon
leading indicatoren
Voorlopend op de conjunctuur (bruikbaar om toekomstige conjunctuur te voorspellen)
vb: Obligatierendementen, consumentenvertrouwen, ondernemersvertrouwen, nieuwe vacatures, nieuwe
bestellingen, beursindices, voorraadniveaus, het orderboekje van bedrijven
Lagging indicatoren
Achternahinkend op de conjunctuur (achteraf bepaalde factoren van de conjunctuur)
vb: Werkloosheidsduur, consumentenkrediet,…
Coincident indicatoren:
Gelijktijdig met de conjunctuur
vb: industriële productie, inkomens, werkgelegenheid
Lange termijn aanbod (LAA)
verschuift naar rechts door: technologische vooruitgang, toename van de kapitaalvoorraad …
verschuift naar links door: ramp oorlog, pandemie …