H26: Lange termijn groei, instituties en technologie Flashcards
Instituties
Extractieve instituties: De burger heeft weinig tot geen inspraak en toegang tot kwalitatief onderwijs
vb: Dictatuur
Inclusieve instituties: Burgers participeren in het economisch systeem en kunnen hun talenten waarmaken
vb:. Democratische rechtsstaat
Waarom groeit het ene land sneller dan het andere land?
Dit gaat over de evolutie van het potentieel BBP
Inclusieve instituties: + +
- Cruciaal voor de kapitaalvoorraad en voor innovatie
- Goed gedefinieerde eigendomsrechten (zie Coase theorema)
- Een betrouwbare en competente overheid (zie hoofdstuk 22)
- Competitieve open markten (zie hoofdstuk 18)
- Goede publieke goederen (zie hoofdstuk 20)
Extractieve instituties: - -
- onnecties zijn belangrijker dan regels
- Inefficiënte overheid
- Oligarchen en monopolies
- Slechte publieke goederen (infrastructuur, onderwijs, veiligheid, justitie)
Solow model en de productiefunctie
Potentieel BBP (Y= Q* ) komt voort uit een combinatie van menselijk kapitaal, fysiek kapitaal en ideeën
- A = ideëen
- L = beschikbare arbeid
- O = onderwijs
- O * L = menselijk kapitaal
- K = fusiek kapitaal
productiefunctie: Y = F(A, O * L, K)
waarom groeien arme landen sneller? (eerste benadering)
Y = √K en arme landen vertrekken van en lager kapitaalvoorraad K
=> hogere meeropbrengst in BBP (Y zit hierin) voor een identieke investering ∆K
fysiek kapitaal en depreciatie
Kapitaal lijdt onder slijtage of depreciatie: D(t) = αK(t-1) (bv. α = 8%)
De stabiele staat of steady state
Om kapitaal op te bouwen moet je investeren
Om te investeren moet je sparen: S = I = 𝜷Y = 𝜷√K (vb. spaarquote β = 0,3 = vast % BBP)
sparen is gelijk an investeren = spaarquote * inkomen = spaarquote * √kapitaal
∆K
∆K = verschil tussen fysiek en menselijk kapitaal
Kenmerken van de steady state
- De investeringen volstaan net om het kapitaal in stand te houden (netto-investeringen = 0)
- Het fysiek kapitaal en het menselijk kapitaal bereiken lange termijn evenwicht (∆𝐾 = 0)
- Dus ook BBP bereikt lange termijn evenwicht
hoe verdere groei mogelijk maken bij steady state
- Meer investeringen in menselijk of fysiek kapitaal (door stijging spaarquote)
- Nieuwe ideeën die ons toelaten het bestaande menselijk en fysiek kapitaal beter te gebruiken (technologische
vooruitgang, productiviteitstoename) - Verbetering van de instituties
covergentie
eerste bruto investeren zijn erg productief, dit zijn voornamelijk uitbreidingsinvesteringen omdat D laag is, maar na een tijdje wordt dit moeilijker, want deze effecten verzwakken. Er gaat steeds meer geld naar herstel en vervanging.
conclusie voor economische ontwikkeling:
iedereen convergeert naar dezelfde steady state
belang van sparen voor de steady state
een hogere spaarquote leidt tot hogere investeringen wat leidt tot een hogere steady state
spaarquote
= het percentage van het beschikbare inkomen dat de mensen sparen. Als een land een spaarquote heeft van 10 % betekent dat dus dat zijn inwoners gemiddeld 10 % van hun beschikbare inkomen opzij zetten
menselijk kapitaal
Zelfde wetmatigheden als bij fysiek kapitaal:
- Dalende meeropbrengsten (niet elke extra masterstudent draagt evenveel bij aan BBP)
- Menselijk kapitaal vereist grote investeringen die consumptie kosten
- Menselijk kapitaal deprecieert ook (levenslang leren is noodzakelijk)
- Maar beschikbare hoeveelheid arbeid L speelt ook een rol
belang van demogtafie en migratie voor de beschikbare arbeid (L) en de steady state
Een geboorteoverschot (nataliteit > mortaliteit) en een migratieoverschot (immigratie > emigratie) doen de beroepsbevolking groeien => hogere steady state
conditionele convergentie
Alleen landen met vergelijkbare randvoorwaarden in termen van instituties zullen naar dezelfde steady state
convergeren