H20 nieuwe tendenzen in de criminologie Flashcards
ONTWIKKELINGS CRIMINOLOGIE
3 soorten theorieen
- nadruk op continuiteit
- Gottfredson en Hirschi: zelfcontrole - Nadruk op continuiteit OF verandering
- Moffit: “adolescent-limited” en “life-course persistent” offenders - Nadruk op continuiteit EN verandering
- Laub en Sampson: langste longitudinale studie in de crimi
- -> klemtoon sociale bindingen en vrije wil
geintegreerde theorieen
–> meer crimi T intergreren soci, psych en biologische concepten
Wikströms SAT
Wikstöms
SITUATIONELE ACTIE THEORIE
- empirisch bevestigd
- SAT haalt elementen uit verschillende rheorieen
- routine activiteiten theorie
- zelfcontroletheorie
- afschrikkingstheorie
- Durkheims idee van CT als morele overtreding
CT= resultaat van waarneming en keuzeproces dat geinitieerd en gestuurd word door interactie (X) tussen geneigdheid tot CT van persoon (P) en criminogene blootstelling (E)
P X E > CT
4 causaal relevante factoren
propensity: causaal relevante factoren voor iemand geneigdheid tot CT
- moraliteit
- mogelijkheid om zelfcontrole uit te oefenen
exposure: causaal relevante factoren voor crimigene blootstelling van omgeving
- morel regels van omgeving
- niveau van naleving van morele regels van omgeving
Wat is CT beleid?
alle strafrechtelijke en niet-strafrechtelijke maatregelen om de SL te beschermen tegen CT, om het lot van daders te bepalen en om de rechten van slachtoffers te waarborgen
6 Fasen en actoren van het criminaliteitsbeleid
1-6 => binnen de strafrechtsbedeling
7-9 => buiten de strafrechtsbedeling
- criminalisering
- identificatie van beleidsprioriteiten inzake CT
- oposporing van CT
- vervolging
- berechting
- tenuitvoerleggingµ
- ondersteuning en nazorg van slaxchtoffers
- herstelrecht
- preventie van CT
- criminalisering
welke actoren?
= criminalisering van specifieke gedragingen door de wetgevende macht
actoren: koning, KVV en senaat ( + steden en gemeenten )
steden en gementen hebben sinds 1991 de mogelijkheid om vormen van openbare overlast en kleine CT aan hun politievoreringen toe te voegen en zelf administratief af te handelen
Identificatie van beleidsprioriteiten inzake CT
wat?
actoren?
= de overheid kan onmogleijk alle overtredingen opvolgen-> er moet een selectie worden gemaakt
Ook in landen met legaliteitsbeginsel
actoren: Ministers BZ en Justitie (bv Kadernota’s integrale veiligheid), College der Procureurs-Generaal en procureur des Koning, lokale politie, burgemeesters meestal vanuit Zonale Veiligheidsraden
o Zonale veiligheidsraden: leggen per politiezone het politioneel beleid en de prioriteiten vast in een zonaal veiligheidsplan
- opsporing van CT
= registreren van verdachte feiten
actoren: gerechtelijke politie, OM
bestuurlijke politie heeft ook andere functies: handhaven openbare orde en veiligheid
- vervolging
= begint bij inschrijving van het pv bij het OM, eindigt bij afhandleing van de buitengerechtelijke procedure of na uitspraak van de rechter
actoren: lokale parketten en federaal parket
- berechting
= activiteiten in het kader van de afhandeling van aan de rechter aangeleverde zaken, voor zover deze betrekking hebben op criminaliteit, overlast, onveiligheidsgevoelens
actoren: hoven en rechtbanken
- tenuitvoerlegging
= activiteiten in het kader van de uitvoering van de eindbeslissing van het OM of van de rechter
actoren: verantwoordleijkheden bij OM, parketten, SURB, justitiehuizen
- ondersteuning en nazorg slachtoffers
= belangrijk sinds ‘80
actoren: CAW ( centrum voor algemeen welzijn) en justitiehuizen
- herstelrecht
= dader-slachtofferbemiddeling
actoren: moderator en médiante
preventie van CT
kritiek sommige vrezen de verschuiving van “post-crime” logica van het strafrecht naar de “pre-crime” logica van veiligheid en risicitaxatie, die de ultima ratio logica het strafrecht en de rechten van de verdachten verzwakt
actoren: meerdere federale, regionale, lokale instantie
van CT naar integraal veiligheidsbeleid
Verschuiving in meerdere landen vanaf einde jaren 80 -> tweede verbreding Criminaliteitsbeleid als deel van veiligheidsbeleid
o Mijlpalen in België: Pinksterplan I en II (1990-92), Krachtlijnen voor een federaal Veiligheidsprogramma (1995), Federaal Veiligheids- en Detentieplan (2000) Kadernota’s Integrale Veiligheid (2004 en 2016)
Kernideeën:
Integrale veiligheid: brede benadering van criminaliteit en de veiligheidsproblematiek
o Meer dan alleen repressie of criminaliteitsbestrijding – “veiligheidsketen” (-> ook preventie en nazorg slachtoffers & daders)
• Bijzondere nadruk op bestuurlijke handhaving in Kadernota van 2016
Doelstellingen van criminaliteitsbeleid + verminderen van de subjectieve onveiligheid en de overlast en verhogen van de leefbaarheid (= hoofdoelstelling)
Criminele + niet-criminele oorzaken van onveiligheid
o Verkeers- brandveiligheid en natuurrampen en hun invloed op de subjectieve beleving van mensen
Stappenplan: informatie, analyse, actie + evaluatie
o Informatie over onveiligheid wordt verzameld
o De informatie wordt geanalyseerd
o Acties worden ontwikkeld en uitgevoerd
o Proces wordt geëvalueerd & weer opnieuw opgestart