H18 kritiche paradigma

Question 1

van positivistische naar kritische paradigma

–> verschuiving van reationele en voortbestemde-actor naar victimized actor-model

Answer 1

positivistisch: waarom plegen mensen CT?

Kritisch: sociologische benadering, niet belangrijk CT verklaring

• labeling theorie: CT als constructieproces
• conflict/ kritische criminologie: focus op machtstructuren

Question 2

labeling ipv oorzaken

Answer 2

visie op maatschappij: conflict- of pluralistisch perspectief ipv consensus-maatschappij

deviantie= inbreuk op groepsregels ipv afwijking van medische/ normale

Question 3

SYMBOLISCH INTERACTIONISME

wie?

Answer 3

George Mead en Herbert Blumer

nadruk sociale interactie op microniveau: de subjectieve betekenis die mensen toewijzen aan achties
–> regels krijgen inhoud door interactieproces

DUS constructivisme en meestal ook relativistisch

Deviantie: ontstaan binnen de sociale interactie, wanneer het individu een reactie ontvangt op zijn gedrag

Question 4

evolutie naar de labelingsbenadering: 3 belangrijke voorlopers

Answer 4

Tannebaum:
een van de eersten die deviantie een andere invulling gaf
‘dramatisation of evil’

Question 5

Lemert

Answer 5

Lemert:
maakt onderscheid in social pathology
- primaire deviantie: afwijkend gedraf als marginaal wordt beschouwd door de identiteit van het individu
- secundaire deviantie: afwijkend gedrag wordt opgewekt door de reacties
- labeling = ‘deviance amplification( foor ‘sulf-fulfilling prophecy’

Question 6

Becker

Answer 6

labelingsbenadering kreeg pas echt invloed na publicatie van Becker

–> menselijk gedrag is inherent sociaal
gedrag van de persoon doet er niet toe tot het moment dat hij het etiket gekleeft wordt, want deviantie is regelovertredend gedrag dat aldus benoemd wordt door zij die de macht hebben om de label te kleven

• kansarme mensen meer kans om etikettering te ervaren
• Geen volledige PS er is ook nog vrije wil voor geitiketteerde individuen

Question 7

abitionisme

Answer 7

afschaffing strafrechtssysteem

Question 8

3 stromingen binnen de kritische criminologie

Answer 8

1. conflict sociologie: focus op conflict
2. radicale en kritische criminologie: radicale verzet tegen machtsverhoudingen
3. feminisme: focus op constructie van gender en vrouwenopressie

Question 9

4 personen van conflict theorie

Answer 9

1. Sellin
2. vold
3. Turk
4. Quinney

Question 10

Sellin

Answer 10

Bouwt voort op de chicago school

primaire en secundaire conflicten
> primair: conflicten tussen twee of meer macroculturen
> secundaire conflicten: tussen subgroepen van een bepaalde maatschappij

Question 11

Vold

Answer 11

minderheidsgroepen meer deviant omdat ze geen invloed hebben op de drie fasen van het legislatief/wetgevend proces

• maken van wetten
• overdtreden ervan
• toepassen ervan

Question 12

Turk

Answer 12

opgelegde labels worden aanvaard als legitiem wegens dwang + beheersen van

'legal images' 
= regels kunnen worden gemanipuleerd 
en 
'living time'
= mensen geraken gewoon aan vormen van controle

vb rasicme

Question 13

Quinney

Answer 13

Mens is van nature goed –> politieke instituten doen mensen vallen

CT als product van wettelijke omschrijvingen die een uitdrukking vormen van politieke machtsverhoudingen
==> machtige groepen bepalen wat crimineel is

Question 14

RADICALE EN KRITICHE CRIMINOLOGIE

4 personen

Answer 14

Bonger
Chambliss, Taylor, Walton en Young
Chambliss
Quinney

Question 15

Bonger

3 soorten CT

Answer 15

de leden van de leidende klassen kunnen wetten overtreden zonder dat ze worden gestraft

3 soorten CT

1. economische CT
   - prositutie
   - alcoholisme
2. proffecionele CT
   - ontstaat doordat mensen zich uitgesloten voelen
3. politieke misdrijven

Question 16

Chambliss, Taylor, Walton en Young

Answer 16

misdaad is veroorzaakt door, en functioneel aan, kapitalisme

Question 17

onderzoek verricht naar witteboordenCT

2 pers

Answer 17

Chambliss: crimes of the powerfull
Quinney: crimes of domination and repression

Question 18

3 types CT volgens Quinney

Answer 18

1. crimes of domination and repression
   - misdaden van economische beheersing
   - CT van de regering
   - sociale schade
2. Crimes of accomodation
   - traditionele eigendomsCT
   - geweldsdelicten
3. crimes of resistance
   - terrorisme
   - politieke CT

Question 19

Michel Foucault

Answer 19

kritische wetenschapper

focus op machtsrelaties, maar niet uit marxistisch perspectief –> macht en kennis zijn met elkaar verbonden

onderzoek transitie lichamelijke straffen naar gevangenis

Question 20

feminisme

vrouwelijke emancipatie en CT

Answer 20

niet 1 theorie of school

• gender-ratioprobleem
• veralgemeningsprobleem
• Adler’s emancipatiethese
  hypothese: emancipatie van vrouwen zou leiden tot meer vrouwelijke CT
  assumptie: gerdag is niet aangeboren maar kan veranderen, iemand is niet geboren als vrouw, maar wordt er één

Question 21

patriarchie en CT

wie?

Answer 21

evil woman hypothesis
–> voorkeursbehandeling werd alleen toegekend bij bepaalde soort vrouwen (die voldeden aan genderrolverwachting)

Smart en Chesney-Lind
–> seksueel misbruik en geweld tegen vrouwen is het resultaat de patriarchie

Smart: ‘dubbele deviantie’ van criminele vrouwen
Chesney-Lind: ongleijkheid tss geslachten is oorzaak van CT

Question 22

c