H10 KM (neo)positivistisch onderzoek KWANTITATIEF Flashcards
empirisch kennen
kennis steunt opervaring van wereld buiten ons, die objectief meetbaar is
rationalisme
bron van ware kennis is logisch denken en redeneren
constructivisme/interpetivisme
wetenschappelijke concepten zijn sociale en culturele constructies–> absolute waarheid bestaat niet
kennis is product van historische en sociale processen
DETERMINISME
verleden bepaalt heden; gedragingen moeten worden verklaard door voorafgaande gebeurtenissen
- causaliteit (oorzaak-gevolg)
4 VW causaliteit -Hume
- constant samengaan van 2 gebeurtenissen
- contiguiteit
- antecedentie
- uitsluiten van andere oorzaken
krietiek op determinisme
methodologisch
wetenschapsfilosofisch
-metho:
onmogelijk om aan alle 4 de vw de voldoen
-wet:
vrije wil?
–> probalisme: gevolgen zullen meestal voorkomen wanneer er oorzaken aanwezig zijn
REDUCTIONISME
geobserveerde fenomenen kunnen herleid worden tot een beperkt aantal verklarende factoren
- reductie naar methafysische begrippen
- reductie naar materiele of biologische processen vb dna
- temorale reductie: opsplitising in kleinere tijdseenheden
WETENSCHAPPELIJKE METHODE
objectiviteit: waarneming moet plaatsvinden onder objective condities
beperkingen wetenschappelijke methode
- onmogelijke eisen: veel wetenschappen zijn niet waardenvrij
- methode op zichzelf onvoldoende om wetenschap genoemd te worden
- methode is ondergeschikt aan theorie: de keuze van methode veronderstelt dat er kennis is van een bepaalde fenomeen & theorie
- methode laat vaak niet toe om complexte menselijke relaties en fenomenen te beschrijven
constructivisme: mensen zijn niet gedefinieerd door wetten en externe krachten
- -> methodes uit NWS niet toepasbaar om menswetenschappen ( hier voorkeur voor kwalitatieve methodes )
WETENSCHAPPELIJKE THEORIE
- wie aan wetenschappellijk onderzoek doet heeft theorie nodig om:
- een probleem te definieren als wetenschappelijke vraag
- dit probleem wetenschappelijk onderzoekbaar maken
- meetinstrumenten en variabelen te creeren om fenomenen te kunnen meten
- resultaten van te kunnen onderzoek interpreteren