DEEL I H3 de misdaadtrends in EU perspectief Flashcards
DEEL I CTvormen en mediapresentatie van CT
1
Q
vermogens CT
A
geweld tegen eigendom: vb vandalisme, brandstichting
diefstal, afpersing
2
Q
Gewelds CT
A
misdrijven tegen lichamelijke intigriteit
- moord/ doodslag
- slagen en verwondingen
3
Q
Breng CT
A
CT door burger zelf aangegeven
vb slachtofferenquetes
4
Q
Haal CT
A
CT ontdekt door de politie
5
Q
Waarom opletten bij het interpreteren van politie statestieken? vb. bij een CT stijging
A
- CT kan stijgen door verhoogde waarneming
- CT kan stijgen door aangiftebereidheid
- CT kan stijgen door verhoogfe registratie door de politie
6
Q
Bevindingen uit EU onderzoek
A
- De meeste daders zijn mannen
- velen van hen hebben problemen gehad als kind
- velen zijn laagopgeleid of werkloos
- voornaamste leeftijdscategorie van daders is 20 tot 40 jaar
- 70% van de slachtoffers zijn mannen
- vaak persoonlijke en of emotionele redenen als motief
- 50% van daders en slachtoffers zijn van allochtone afkomst
7
Q
Nu meer moorden dan 200j geleden?
A
- fenomenale daling tot 1970
- stijging tss 1965 en 1990
- daling na 1990
verklaring:
ME: zwakke overheid
later: versterking overheid
- geweldsmonopolisering door overheid –> meer afkeer van geweld
- civalisatietheorie: mensen kregen meer controle en beheersing over zichzelf