H2: Moleculair Organisatie Niveau Flashcards
Teken atomen H , C , O , Na , Cl
H = Waterstof = 1 e op 1 schil
C = Koolstof = 6 e op 2 schillen
O = Oxygen = 8 e op 2 schillen
Na = Natrium = 11 e op 3 schillen
Cl = Chloor = 17 e op 3 schillen
Beschrijf de tabel van Mendeljev ( kolommen en rijen)
Kolommen = groepen = zelfde aantal e op buitenste schil = vergelijkbare chemische reacties
Rijen = Periodes = Zelfde aantal schillen of elektronenbanen
Som 4 soorten chemische bindingen op?
1: Ionbinding
2 : Covalente binding
3 : Metaal binding
4 : Waterstofbrug
Wat is een ionbinding?
Binding tussen een metaal en een niet-metaal ( metaal geeft e af aan nietmetaal)
Vb : NaCl
Wat is een covalente binding? Geef voorbeelden?
Binding tussen 2 niet-metalen die elektronen delen
- Enkelvoudige: delen 1 elektron
- Dubbele : delen 2 e
- driedubbele : delen 3 e (check even na?)
Wat is een metaalbinding?
Binding tussen 2 metalen ( ze geven e van hun buitenste schil af in een gedeeld elektronenbad wordt ook wel elektronengas genoemd)
+ eigenschappen van elektrische geleiding, vormbaarheid , warmetgeleiding
Wat is een waterstofbrug?
Zwakke binding tussen een sterk negatief atoom en H en een ander negatief atoom in nabijgelegen molecule
Wat is het verschil tussen polaire en apolaire verbinding?
Komt voor bij covalente verbindingen:
Polair: e worden gelijk verdeeld
Apolair: e worden ongelijk verdeeld waardoor atomen lichtjes + en - geladen zijn
Som en geef formule van 3 algemene en 2 speciaal reacties
AFBRAAK :
AB —> A + B
SYNTHESE:
A + B —> AB
SUBSTITUTIE of UITWISSELINGSREACTIES:
AB + CD —> A + B + C + D —> AC + BD
HYDROLYSE:
AB + H20 —> AH + BOH
CONDENSATIE :
AH + BOH —> AB + H2O
Wat is activeringsenergie?
Bij elke chemische reactie heb je voldoende energie nodig
Wat zijn enzymen en geef 3 kenmerken van een enzyme
Zijn speciale moleculen die E kunnen verlagen ( = snellere reacties)
- Ze veranderen niet het resultaat
- Zijn heel specifiek voor specifieke reacties
- Veel zijn omkeerbaar wat zorgt voor evenwicht in metabolische processen
Voorbeeld van een enzyme bij een opbouwreactie?
DNA- Polymerase:
Tijdens de celdeling helpt dit enzyme bij het kopiëren van DNA = DNA replicatie ( ze voegen de DNA nucleotiden samen om een DNA streng te vormen
Voorbeeld van een enzyme bij een afbraakreactie?
Amylase:
Zetmeel ( in mond of dunnedarm) zorgt omgezet in maltose en glucose door amylase aangemaakt in speeksel klieren en pancreas ( glucose vormt ook een energiebron in het lichaam)
Verklaar een base en een zuur en een basische oplossing en een zure oplossing
BASE = stof die in oplossing H+ opneemt => OH- bindt met H+
ZUUR = stof die in oplossing H+ afgeeft => H+ bindt met H+ in oplossing
Basische oplossing = oplossing met concentratie OH- > H+
Zure oplossing = oplossing met concentratie H+ > OH-
BASE -> zeperig en PH>7
ZUUR -> zuur en PH <7
NEUTRAAL -> PH =7
Wat is een zout?
Een ionbinding (tussen 2 niet-metalen) bestaande uit een kation (NIET H+) en een anion (NIET OH-)
Wat is een buffer?
Een verbinding die PH stabiliseert door H+ uit de oplossing te nemen of aan te vullen
Wat zijn koolhydraten en geef de 3 soorten
Organische molecule bestaande uit H, C, O in verhouding 1:2:1
Mono-sacharide ( Vb glucose = C6H12O6)
Di-sacharide = 2 aan elkaar gebonden monos ( Vb Sucrose, lactose, maltose = C12H22O11)
Poly-sacharide = meerdere aan elkaar gebonden monos (Vb Glycogeen, zetmeel = (C6H10O5)n
Wat zijn proteïnen geef de opbouw weer
Zijn eiwitten opgebouwd uit lange ketens aminozuren verbonden door peptidebindingen:
AMINOZUUR = organische verbinding van aminogroep (-NH2) en carboxygroep (-COOH) onderverdeeld in essentiële en niet-essentiële aminozuren
Wat is het verschil tussen essentiële en niet-essentiële aminozuren? Geef telkens Vb
ESSENTIËLE = door voeding verkregen ( lysine tryptofaan, valine)
NIET ESSENTIËLE = door lichaam aangemaakt (alanine , glutamine)
Wat is een polypeptide? Wat is het belang van volgorde hierin?
Meerdere aminozuren aan elkaar gebonden door peptide binding: deze vouwen 3D uit tot functionele eiwitten
De volgorde van de aminozuren geven de functie van een eiwit weer
Wat zijn triglyceriden?
Vetten = organische molecule waarbij 3 vetzuren gebonden zijn aan 1 glycerolmolecule waarbij vetzuren lange ketens van C atomen zijn met een carboxylgroep ( COOH-)
Welke soorten vetten zijn er?
Verzadigde en onverzadigde vetten:
VERZADIGDE = geen dubbele bindingen tussen c-atomen in vetzuurketens
ONVERZADIGD = een of meerdere dubbele bindingen tussen c-atomen in vetzuurketens
Wat is het belang van vetten?
Ze spelen een belangrijke rol in tal van biologische processen
O.a bij opslag energie en opbouw van celmembranen
Wat zijn nucleïne zuren? Wat zijn 2 belangrijkste?
Lange ketens van nucleotiden die 3 basis onderdelen bevatten:
1 x suiker + 1 x fosfaatgroep + 1 x stikstofhoudende base
DNA en RNA
Verschil tussen DNA en RNA
DNA = Desoxyribonucleinezuur
- bestaat uit 2 ketens nucleotiden die bij elkaar gebonden worden door waterstofbruggen tussen de stikstofhoudende basen
- 4 verschillende stikstofhoudende basen die binden in complementaire basen
Adenine - Thymine
Guanine - Cytosine
RNA = Ribonucleinezuur
- bestaat uit 1 enkele keten nucleotiden
- 4 stikstofhoudende basen die binden in complementaire basen
Adenine - Uracyl
Guanine - Cytosine
Wat is ATP?
Adenosinetrifosfaat = energierijke verbinding bestaande uit adenosine gebonden met kleine kern van 3 fosfaatgroepen
- energie zit opgeslagen in de verbindingen tussen de fosfaatgroepen