H6: Het Hart

Question 1

Wat zijn de 3 lagen van de hartwand + beschrijf ze kort

Answer 1

EPICARDIUM: buitenste laag = geeft bescherming en bevat bloedvaten die het hart voorzien van bloed

MYOCARDIUM: middelste laag en dikste = bestaat uit spierweefsel en is verantwoordelijk voor contractie van het hart en pompen van bloed naar het lichaam

ENDOCARDIUM: binnenste laag en is gladde bekleding van hartkamers voor effectenrekeningen bloedstroom door het hart.

Question 2

Wat zijn intercalaire schijven van het hart? Wat is hun rol?

Answer 2

Het zijn gespecialiseerde verbindingen tussen de hartspiercellen

Ze hebben een mechanische en elektrische functie. Mechanische bevatten ze desmosomen ( hechten alle cellen stevig aan elkaar) en elektrische functie ze bevatten gapjunctions ( geven elektrische signalen snel door van ene cel naar de andere)

Het doel van de intercalaire schijven is ervoor te zorgen dat het hart een functionele eenheid is essentieel voor ritmische en efficiënte hartslag.

Question 3

Waarom zijn de atria wanden dunner dan de ventrikel wanden? Leg fysiek en proces uit?

Answer 3

Fysiek bevatten de atria wanden minder hartspierweefsel omdat ze minder kracht moeten genereren

PROCES:

Wanneer de ventrikels vergroten zuigen ze eigenlijk al 70% bloed uit de atria. Wanneer de atria samentrekken vullen de ventrikels met het resterende 30% bloed. Atria moeten enkel bloed pompen naar de dichtgelegen ventrikels. Terwijl de ventrikels genoeg druk moeten uitoefenen om bloed te pompen naar longen (Rechter) en de rest van het lichaam (Linker)

Question 4

Waarom is de rechterventrikel wand dunner dan de linker?

Answer 4

Zelfde als waarom de atria wanden dunner zijn dan de ventrikel wanden. De Linker ventrikel wand moet meer druk uitoefenen voor het pompen van het bloed naar heel het lichaam = grote bloedsomloop - terwijl de rechter ventrikel wand enkel bloed moet pompen naar de longen = kleine bloedsomloop

Question 5

Welke 2 soorten cellen spelen een rol bij het prikkelgeleidingssysteem?

Answer 5

1. Pacemaker cellen: vormen zelfstandig een prikkel en staan in voor de frequentie dat ruimtes samentrekken ( = gangmakercellen)
2. Geleidende cellen:

• puur geleidende cellen ( in bundel van his, bundeltakken en purkinjevezels)
• myocardcellen of hartspiercellen ( kunnen samentrekken en prikkels doorgeven aan intercalaire schijven ( prikkel van de PM cellen worden zo snel verspreidt naar de contractiele cellen)

Question 6

Geef de verschillende stappen van het prikkelgeleidingssysteem weer en teken!

Answer 6

1. TER HOOGTE VAN SINUSKNOOP ( SA knoop): door wordt de prikkel opgewekt door pacemakercellen in het dak van het Rechter atrium ( sinusknoop geeft de hartfrequentie aan)
2. Prikkel verspreidt zich over de wanden van de atria (via intercalaire schijven van LA naar RA = fase van de contractie van de atria naar ventrikels)
3. Prikkel bereikt de AV knoop (prikkel wordt door opgehouden 0,1 sec dit zorgt ervoor dat de ventrikels iets later samentrekken dan de atria’s
4. TER HOOGTE VAN Bundel van His: na afknoop geleidt de prikkel door septum interventriculair en de bundel van his geleidt deze van superior naar inferior
5. BEREIKT de bundeltakken en de de prikkel wordt verdeelt over L en R
6. Purkinjevezels: deze sluiten aan op de bunde en geleidt door zodat de prikkel wordt doorgegeven aan de hartspiercelllen van de ventrikels
7. Prikkel verspreidt over ventrikelwanden waardoor de ventrikels samen trekken en het bloed het hart verlaat.

Question 7

Leg en teken het elektrocardiogram

Answer 7

P —> P-top = depolarisatie van de atrias = prikkel wordt verspreidt over de atraiwanden wat leidt to contractie

QRS - COMPLEX —> ventrikels trekken samen

T —> T-top = repolarisatie van de ventrikels

Question 8

Leg de fases van de hartcyclus uit en welke kleppen zijn open en gesloten

Answer 8

ATRIALE DIASTOLE: atria in rust + vullen met bloed van aders wat passief stroomt naar ventrikels

AV kleppen open en SL gesloten

ATRIALE SYSTOLE: atria trekt samen + bloed verplaatst naar ventrikels

AV kleppen open en SL gesloten

VENTRICULAIRE DIASTOLE: V in rust + vullen met bloed van A’s

AV kleppen open en SL gesloten

VENTRICULAIRE SYSTOLE: V trekken samen + bloed uit het hart

AV kleppen gesloten en SL open naar slagaders

Question 9

Wanneer horen we de harttonen en wat horen we?

Answer 9

1ste toon : Zacht ( AV kleppen sluiten en SL open = begin van ventriculaire systole)

2de toon: Hard en kort ( SL sluiten = begin ventriculaire diastole)

Question 10

Wat is het hartminuutvolume en hoe wordt deze berekend?

Answer 10

HMV = cardiac output = hoeveelheid bloed dat LV per minuut uitpompt

HMV = SLAGVOLUME ( hoeveelheid bloed) x HARTFREQUENTIE ( aantal slagen per minuut)

Question 11

Wat zijn factoren die het HMV kunnen veranderen?

Answer 11

1. Bloedvolume reflexen:

• Bainbridge reflex (atriumreflex) = past HF aan ( hoe meer vulling A’s hoe hoger HF)
• Frank-Starling mechanisme ( ventrikelreflex) = invloed op contractiekracht ( hoe krachten contractie hoe hoger SV)

2. Innervatie vanuit Medulla Oblongata

• Zenuw naar SA knoop =
  ———sympathische zenuwbanen gebruikt neurotransmitter noradrenaline -> HF verhoogt
  ———parasympatische zenuwbanen gebruikt NT acetylcholine -> HF verlaagt
• Zenuw naar hartspierweefsel
  ———sympathische zenuwbanen gebruikt NT noradrenaline en adrenaline -> SV verhoogt
  ———parasympatische zenuwbanen gebruiken NT acetylcholine -> SV verlaagt

3. Hormonen ( verhoogt SV en HF)

• Adrenaline en noradrenaline ( bijnier)
• schildklierhormonen
• glucagon ( pancreas)
• cortisol (bijnier)