H12: De Huid Flashcards

1
Q

Som alle lagen van de huid op en in welke 2 delen kunnen deze worden onderscheiden?

A

EPIDERMIS / OPPERHUID

  • STRATUM CORNEUM = hoornlaag
  • STRATUM LUCIDUM = doorzichtige laag
  • STRATUM GRANULOSUM = korrelige laag
  • STRATUM SPINOSUM
  • STRATUM BASALE = kiemlaag of stratum germinativum

DERMIS / LEDERHUID

  • STRATUM PAPILLARE
  • STRATUM RETICULARE
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waaruit bestaat de volgende laag en geef de functie? —> STRATUM CORNEUM

A

WAT? Afgeplatte dode cellen onderling vergrendelde keratinocyten

FUNCTIE? Waterbestendig ( niet waterdicht)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waaruit bestaat de volgende laag en geef de functie? —> STRATUM LUCIDUM

A

WAT? Glasachtig uiterlijk

FUNCTIE? Enkel aanwezig in dikke huid niet in dunne ( eelt)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waaruit bestaat de volgende laag en geef de functie? —> STRATUM GRANULOSUM

A

WAT? Keratinocyten die keratine vormen

FUNCTIE? Bij dunnere cellen ontwikkelen keratinevezels -> plasmamembraan verdikken en organellen vallen uit een en cellen gaan dood

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waaruit bestaat de volgende laag en geef de functie? —> STRATUM SPINOSUM

A

WAT? keratinocyten die onderling verbonden zijn door desmosomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waaruit bestaat de volgende laag en geef de functie? —> STRATUM BASALE

A

WAT? Verbonden met basale membraan door hemidesmosomen
FUNCTIE? Basale membraan scheidt epidermis van dermis + vormt ook epidermiskammen en dermate papillae waardoor het contactoppervlak tussen dermis en epidermis groot is en gemakkelijk is voor diffusie van nutriënten + bevat ook een laag basale cellen ( stamcellen) die voortdurend delen en bevat ook melanocyten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Waaruit bestaat de volgende laag en geef de functie? —> STRATUM PAPILLARE

A

Wat? Papillen ( = kleine uitsteeksels die epidermis doordringen en kleine bloedvaten en zenuwuiteinden bevatten

FUNCTIE? Daagt bij aan voeding en sensorische functie van de huid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Waaruit bestaat de volgende laag en geef de functie? —> STRATUM RETICULARE

A

WAT? Dicht onregelmatig bindweefsel + dikke bundels collageen en elastinevezels + bevat grote bloedvaten en zenuwen en haarfollikels, talq en zweetklieren

FUNCTIE?
- C en E vezels = Stevigheid en rekbaarheid
- andere structuren = thermoregulatie, bescherming en sensorische waarneming

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Kleur van de huid wordt bepaald door 2 factoren?

A
  1. PIGMENTEN: (hoeveel/dichtheid + type)
  • CAROTEEN = oranje/gele kleurstof
  • MELANINE ( productie door melanocyten)
    • FEOMELANINE = rood/gele vorm + lichtere tint
    • EUMELANINE = bruin/zwarte vorm + donkere tint
  1. DOORBLOEDING VAN DE HUID
  • VASOCONSTRICTIE = bloedvaten vernauwen en minder bloed door de huid ( witter)
  • VASODILATATIE = bloedvaten verwijden en meer bloed door de huid ( roder)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is de invloed van zonlicht op de huid en leg het proces van de aanmaak van vit D uit

A

Zonlicht is belangrijk voor aanmaak vit D -> gezondheid botten ( hoe ouder hoe moeilijker)

HUID wordt blootgesteld aan UV-B

-> EPIDERMISCELLEN (stratum SPINOSUM en stratum BASALE zetten UV-B om in cholesterol ( = PREVIT D)

-> PREVITAMINE D3 wordt VIT D3 door warmte lichaam

-> VITAMINE D3 wordt omgezet in CALCIDIOL door lever

-> CALCIDIOL wordt omgezet in CALCITRIOL door nieren ( = actieve vorm van Vit D)

-> CALCITRIOL helpt bij opnamen Ca en P uit voeding -> opbouw en onderhoud botten en tanden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly