H17 seksuele stoornissen en sekstherapie Flashcards

1
Q

seksuele stoornis

A

probleem met seksuele reacties wat zorgt voor mentale distress. kan levenslang of verworven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

vrouwelijke seksueel interesse stoornis

A

lage interesse seksuele activiteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

vrouwelijke seksueel opwindingsstoornis

A

weinig reactie op seksuele stimulatie en weinig lubricatie, psychologische en fysiologische elementen, deels bepaald door subjectief gevoel geen opwinding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

erectiestoornis

A

opwindingsstoornis. onvermogen om erectie te hebben of behouden. kan levenslang of verworven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

premature ejaculatie

A

orgasmestoornis, te vroeg ejaculeren. binnen 1 minuut, geen controle dus niet uitgesteld, distress

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

vertraagde ejaculatie of mannelijke orgasme stoornis

A

onvermogen of duurt heel lang, kan ook bij goede erectie en stimulatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

vrouwelijke orgasme stoornis

A

onvermogen orgasme, 20%, meestal psychologische factoren. kan ook situationeel zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

drugs

A

risicovol gedrag: marihuana en crystal meth
verminderd seksueel verlangen: marihuana, chronisch cocaïne gebruik
erectiestoornissen: chronisch cocaïnegebruik
orgasmestoornissen: marihuana, chronisch cocaïnegebruik, morfine, heroïne en methadon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

psychologische oorzaken

A

negatieve gedachtes die afleiden van focussen erotische ervaring. prestatiedruk kan zorgen voor stress. beoordelen seksuele ervaring alsof iemand van buitenaf kijkt: spectatoring

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

PLISSIT model

A

P: providing permission: toestemming praten over seks, impliciet of expliciet
LI: limited information: informatie gegeven aan patiënt. bij probleem wat zijn dan oplossingen
SS: specifieke suggesties: welke opties zijn er als je moe bent of pijn hebt
IT: intensieve therapie: complexe gevallen, doorverwijzing seksuoloog

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

balansmethode Gianotten

A

seksueel functioneren is som stimulerende en inhiberende factoren. fysieke, emotionele en praktische factoren. kunnen factoren veranderen? veel inhiberende factoren -> kans niet functioneren hoog. veel stimulerende factoren kans goed functioneren hoger.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly