H 9&10 seksualiteit en de levenscyclus Flashcards
kinderjaren 0-4
zelfstimulatie: kinderen strelen genitaliën. tussen 6 en 12 maanden raken kinderen per ongeluk eigen geslachtsdelen aan en hierdoor ontdekken. orgasme hierdoor mogelijk maar jongens nog niet ejaculeren.
kind-kind seksuele ontmoetingen: 4/5 jaar. kinderen imiteren volwassenen door te knuffelen of handen vasthouden
peuterleeftijd krijgen kinderen simpel begrip seksualiteit
geïnteresseerd in zien naakte mensen en hoe mensen plassen. leren gender te identificeren op basis geslachtsdelen. 2,5/3 weten ze welk gender ze zijn, dat ze hetzelfde zijn als ouder zelfde geslacht
kindertijd 4-6 jaar
leren hoe ze zich moeten gedragen in openbaar. doktertje spelen: nieuwsgierig zijn. waar komen babys vandaan? jongens-en meisjesdingen: duidelijke ideeën over hoe jongens en meisjes zich moeten gedragen
kindertijd 6-9
verliefdheid is iemand lief vinden. spannende plekjes: nieuwsgierig zijn, weten dat genitaliën seksuele functie hebben en niet iets is om in het openbaar te laten zien
vriendschappen: gender segregated social organisation: kinderen spelen bij voorkeur met iemand van zelfde geslacht
vergelijken met anderen: mening anderen belangrijk
pre-adolescentie 9-12
schaamte, eerste verkering, nieuwsgierig naar seks, een veranderend lichaam
puberteit 12-15
zelfstandig willen zijn, vrienden worden belangrijker, sociale media wat ook wordt gebruikt om informatie over seks op te zoeken, seksuele aantrekking
adolescentie 12-18
seksuele interesse stijgt bij puberteit en blijft bij adolescentie. interesse door: lichamelijke verandering en bewustzijn daarvan, toename niveaus sekshormonen (testosteron), toegenomen culturele nadruk op seks.
bijna volwassen 15-18
oefenen met relaties, wensen en grenzen, seksuele ervaringen: helft jongeren is 17 bij eerste geslachtsgemeenschap. jongeren beseffen het als ze bi, homo, lesbisch zijn.
risicovol seksueel gedrag
ongelijke tempo hersenrijping tijdens adolescentie. emotie en zoeken beloning eerder ontwikkeld dan impulscontrole
Erikson’s stages of psychosocial development
ontwikkeling door crisis ervaren 8 levensfases. crisis kan worden opgelost op 2 manieren. sociale invloeden belangrijk voor uitkomst. vroege kindertijd crisis autonomie en schaamte, later tussen initiatief en schuld. masturberen op 5: autonomie en initiatief. als ouders straffen -> schaamte en schuld
frequentie seks huwelijk
2-3 keer per week tussen de 20 en 30. Nl: 3 keer per maand
consensual nonmonogamy
overeenkomst om seksuele partners of romantische relaties te hebben met anderen in een relatie. open relatie, swingen, polygamie: polygyny: man met meer vrouwen, polyandry: vrouw met meer mannen. polyamorie.
prevalentie vreemdgaan
1 op 10 mannen laatste 6 maanden = 10%. vrouwen 3%. 25-33% nl is ooit vreemdgegaan
methodologische problemen studie ontrouw + aanbevelingen
seksuele ontrouw moet beoordeeld worden door specifiek gedrag te onderzoeken en of dit gedrag bestraft wordt. data anoniem. voorspellers ontrouw in multivariate context onderzocht waarbij hoofdeffecten en moderatoren worden meegenomen. meer prioriteit aan longitudinale studies. bevinding ontrouw zou voorlopig moeten zijn en pas valide als gerepliceerd is. ook kijken naar homoseksuele relaties.
equity theorie
sociaal-psychologische theorie die wordt gebruikt om menselijke relaties te voorspellen en uit te leggen. berekenen mentaal kosten en baten.