H13 seksuele oriëntatie Flashcards

1
Q

heteroseksisme

A

vooroordeel en minachting tegenover LHBTI personen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

sin view

A

voor 20e eeuw werd homoseksualiteit en mentale stoornissen gezien als zonde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

medisch model

A

in 20e eeuw werd homoseksualiteit gezien als ziekte. tot 1973 in DSM en 1992 in ICD

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

minority stress model

A

stigma, vooroordeel en discriminatie creeëren een stressvolle sociale omgeving die mentale gezondheidsproblemen veroorzaken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

waarom worden mensen hetero of homoseksueel? Freud

A

mensen polymorphously perverse: kunnen uit bijna alles plezier halen. iedereen is biseksueel, met de capaciteit om aantrekking te ontwikkelen naar mannen of vrouwen. homoseksualiteit door fixatie tijdens ontwikkelingsstadia of heteroseksuele ervaringen die distress opleveren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

genetische factoren

A

bij monozygote 52% concordantie. meerdere genen bijdrage seksuele oriëntatie (7,8,10). er is genetische bijdrage maar andere factoren ook een rol

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

prenatale factoren

A

fraternal birth order effect. hypothese: bij iedere succesvolle zwangerschap van een jongen, vormt moeder meer antilichamen tegen een proteïne die geproduceerd wordt door een gen op het Y chromosoom. niet bij lesbiennes. vaker linkshandig -> hormonen. epigenetisch: meer of minder gevoleig voor androgenen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

fraternal birth order effect

A

homoseksuele mannen vaker de jongste en veel oudere broers (geen zussen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

hersenfactoren

A

geen hersenverschillen. lesbiennes raken opgewonden door vrouwelijke feromonen, homo’s door mannelijke feromonen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

hormonale disbalans

A

geen hormonaal verschil. meer testosteron toedienen werkt niet -> leek zelfs tot mer homoseksueel gedrag te leiden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

leertheorie

A

mensen seksueel geboren, niet homo-hetero seksueel -> door belonen en straffen. bewijs hiervoor is gemengd. meerderheid kinderen opgroeien homoseksuelen ouders zijn hetero

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

sociologische theorie

A

homoseksueel gelabeld kan self-fulfilling prophecy worden. gebieden met stijve gender rollen -> hoogste incidentie homoseksueel gedrag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

welke theorie klopt?

A

geen enkele volledig. meest biologisch

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly