H15: Duurzaamheid Flashcards
Geef de kenmerken van sociale dilemma’s
- Het individu maakt het meeste winst als hij/zij enkel het eigenbelang nastreeft
- Als elk individu voor zichzelf de meest lonende keuze maakt, heeft dit nadeel voor de anderen
- De schade die veroorzaakt wordt door het nastreven van het eigenbelang aan het collectief is groter dan de waarde die het niet-coöperatieve individu wint
Wat is het het gevangenendilemma?
= de meest bestudeerde dilemmasituatie, waarin spelers de rol van gevangene spelen en kunnen kiezen tussen coöperatie (zwijgen) of competitie (bekennen). De spelers moeten gelijktijdig kiezen en zijn niet op de hoogte van elkaars keuze.
- Een onderzoeksparadigma dat gemengde motieven schept. Deelnemers worden aangemoedigd tot samenwerking door beloningen, maar worden verleid tot competitie door nog grotere beloningen.
- Gevangenendilemmaspel
- Herhaalde anbiedingen
Leg het gevangenendilemmaspel uit
- Als de gevangenen samenwerken (niet bekennen) worden ze beide matig beloond: elk krijgt 1 jaar straf
- Als ze competitief reageren (bekennen) verliezen ze beide: 5 jaar straf voor beide
- Als een van beide samenwerkt (niet bekent) en de andere reageert competitief (bekent) krijgt de gevangen die zwijgt 10 jaar straf maar de verklikker krijgt helemaal geen straf
Geef effectieve strategieën voor herhaalde aanbiedingen
- Tit for tat = het beantwoorden van de acties van een tegenpartij met een soortgelijke actie, waardoor coöperatie beantwoord wordt met de coöperatie en de competitie beantwoord wordt met competitie.
- Win-stay, lose-shift: strategie gebaseerd op het principe van conditionering, waarbij we coöperatief of competitief ageren zolang dit lonend is, maar overstappen op een andere strategie wanneer we te weinig verdienen.
Wat is een brondilemma?
= een situatie waarbij iedereen onbeperkt aanspraak kan maken op een
gemeenschappelijke bron, die hierdoor dreigt uitgeput te raken omdat ze zichzelf niet of onvoldoend opnieuw kan genereren.
(= Middelendilemma’s?)
Geef de midellendilemma’s.
- Common dilemma
- Publiek goederendilemma
Geef het commons dilemma.
- Beperkte rijkdommen die zichzelf niet opnieuw genereren: olie, steenkool,…
- Veelvoudig gebruik levert op korte termijn een persoonlijk voordeel maar op langere termijn lijdt iedereen eronder
- Experiment van Brechner (1977)
Geef het experiment van Brechner over het commons dilemma.
- Bak met 24 of 48 lichtjes, die elk een punt voorstellen - -
- Wie 150 punten haalt, krijgt 3 uur course credit
- Regeneratie bron afhankelijk van graad van uitputting
- Replenishment-rate = wanneer een bron vol is dan zal ze snel terug
gevuld zijn, wanneer ze er iets uit halen.
Wat is het probleemm bij commons dilemma?
= iedereen neemt van het product maar vergeet het gemeenschappelijke principe, er zijn nog andere mensen. Iedereen neem voor zichzelf en alles in één keer ipv in kleinere stukken. De rescource geraakte op.
Geef het publieke goederen dilemma.
= een situatie waarin iedereen verondersteld wordt bij te dragen tot het gemeenschappelijk goed, waarvan iemand echter kan profiteren zonder zelf bij te dragen, waardoor het risico groot is dat weinig mensen bijdragen en de bron geëlimineerd wordt.
* Iedereen kan in geval van nood er een beroep op doen
* Indien niemand bereid is het “publiek goed” ten koste van eigen tijd en middelen in stand te houden verdwijnt het voor iedereen
* Typische voorbeelden: de bloedbank, het Rode Kruis, onderwijs, publieke omroepen
* Experiment van De Cremer (2006)
Geef het experiment van De Cemer over het publieke goederen dilemma
- Groepspot
- Individuele bijdragen > provisiepunt: bedrag in pot x 2, anders verdwijnt het bedrag (Provisiepunt = minimumbedrag om het geld te kunnen verdubbelen)
Resultaten
* Provisiepunt laag: rijke leden dragen evenveel bij als arme leden
* Provisiepunt hoog: rijke leden dragen meer bij dan arme leden
Wat zijn gereduceerde dilemma’s?
- Beperken interactie tussen twee spelers, of maken interactie irrelevant.
- Beide partijen zijn van elkaar afhankelijk, maar er zijn verschillen in de rollen die ze vervullen en de macht waarover ze beschikken om te beslissen.
Geef de 2 gereduceerde dilemma’s
- Ultimatumspel
- Dectatorspel
=> Deze spelen tonen aan dat mensen niet enkel door economische motieven worden gedreven
Geef het ultimatumspel
= een gereduceerd sociaal dilemma waarbij een speler A een soms geld tussen zichzelf
en speler B verdeelt, waarna speler B dit bod al dan niet zal aanvaarden.
* Speler A verdeelt een som geld
* Speler B kan dit bod aanvaarden, waardoor hij/zij dit bedrag krijgt. Indien speler B niet ingaat op het bod, krijgt niemand iets
Geef het dictatorspel
= een gereduceerd sociaal dilemma waarbij een speler A een som geld tussen zichzelf en
speler B kan verdelen en speler B niet kan reageren of weigeren
Welke individuele verschillen zijn er in oriëntatie?
(Soorten oriëntatie, procociale motivatie)
- Coöperatieve oriëntatie
- Individualistische oriëntatie
- Competitieve oriëntatie
Wat is coöperatieve oriëntatie?
=> de neiging om te coöpereren zodat een zo hoog mogelijke gemeenschappelijke opbrengst ontstaat, waarbij eveneens de gelijkheid tussen uitkomsten wordt nagestreefd
Wat is individualistische oriëntatie?
=> de neiging om de eigen opbrengt te maximaliseren, zonder rekening te houden met de opbrengst van ander personen.
Wat is competitieve oriëntatie?
=> de neiging om het maximale verschil in opbrengsten voor zichzelf in vergelijking met de ander na te streven.
Watis Sociale waarden oriëntatie?
Gelijke verdeling (equality = verdelen de taart gelijk voor elk lid van de groep) en bilijkheidsnorm (equity = mensen die meer doen krijgen meer, mensen die minder doen krijgen minder).
* Might over morality perceptie
Leg de Might over morality perceptie uit
= egoïtsiche en prosociale mensen verschillen in de wijze waarop ze die
dillemma’s percipiëren. Egoïstische individuen hanteren een strikt individualistische logica waarbij ze waarachtig geloven dat winst maken de beste oplossing is, terwijl prosociale individuen gericht zijn op de ethnische dimensie en meer bepaald op het welzijn van andere en de bron.
* Niet enkel gedrag, maar ook de interpretatie ervan verschilt tussen proselfs en prosocials. Proself kijkt naar zijn eigen aandeel. Prosocial bekijkt het meer moreel en kijkt naar anderen.
* Prosocials zien dilemmegedrag in termen van een morele plicht
Wat is vertrouwen?
= wanneer een persoon vertrouwen heeft, dan gelooft hij in goed intenties van andere en in het feit dat die anderen in zijn of haar voordeel zullen handelen.
=> Vertrouwen is de positieve verwachtingen omtrent de goede intenties van een andere partij. Informatie over wat de anderen doen, of vermoedelijke zullen doen, is een belangrijke determinant van sociaal dilemma gedrag. Zonder vertrouwen coöpereert men niet.
Hoe kkunnen we sociale dilemma’s oplossen?
- De controle over de publieke middelen toevertrouwen aan een gezaghebbende instantie
- Het implementeren van sanctiesystemen
- Belonen coöperatie
- Middelen uit het openbaar of publiek domein overhevelen naar privaat bezit
Wat wordt bedoeld met Het implementeren van sanctiesystemen? Wat is het effect?
impliciete boodschap van zo’n systeem en het roept weerstand op. Mensen zonder sanctiesystemen zijn niet coöperatief. Als mensen gewoon doen wat ze moeten doen zou dit niet nodig zijn.