H11 De sociaalpsychologische basis van groepen Flashcards
Geef de definitie van een groep
Een groep wordt gewoonlijk omschreven als een verzameling personen die minstens 1 van de volgende kenmerken bezitten:
* Directe interacties met elkaar
* Gezamenlijk behoren tot eenzelfde sociale categorie zoals geslacht, ras of etnische groep
* Een gedeeld gemeenschappelijk doel of lot
Wat wordt bedoeld met Colectief?
Mensen begaan met een gemeenschappelijke activiteit maar met een minimale directe interactie
Wat wordt bedoeld met Entitativiteit en sociale interactie
Hoe meer een groep ‘een groep’ is, hoe hoger de sociale integratie → de groepsleden vertonen een denken en voelen dat volledig in overeenstemming is.
Wat zijn de redenen om toe te treden tot een groep?
- Affiliatiebehoefte
- Sociale status en identiteit verwerven: ontlenen van zelfwaardering uit groepen, zelfs bij lage statusgroepen.
- Evolutionair perspectief
- Groepen zijn een medium voor samenwerking – zonder groepen kunnen we vele dingen niet realiseren → niet altijd positief (oorlog, …) => Sociale interdepentie
Geef de definitie van Affiliatiebehoefte
- een algemene drijfveer om blijvende, positieve en significante interpersoonlijke relaties op te bouwen en in stand te houden
- indien niet vervuld, spreken we van een ‘sociale dood’
- behoefte is universeel, wel individuele verschillen in de mate van behoefte
Wat is sociale interdepentie?
- De situatie waarin groepsleden afhankelijk zijn van elkaars prestatie om gemeenschappelijke doelstellingen te bereiken
- positieve interdependentie: een individu streeft een resultaat na dat diegene waarmee hij samenwerkt eveneens ten goede zal komen.
- Geen interdependentie: enkel het eigenbelang nastreven
Wat is Sociale integratie
De mate waarin groepsleden denken, voelen en zich gedragen als een enkel individu
Wat zijn de nadeel van groepen?
wanneer we zelf in een groep zitten zijn er ook ‘andere’ groepen, de bron van discriminatie
Waarom ervaart men Vooral in stressrijke situaties men een sterke nood om bij anderen te zijn?
- Externe bedreiging (bv., om elektroshocks te krijgen) wekt angst op en motiveert om contact te zoeken met anderen die dezelfde bedreiging ervaren
- Bij een gênante taak gaan we geen contact zoeken met anderen
- Personen die voor een bedreiging staan, anderen opzoeken om duidelijkheid te scheppen over het gevaar waarin ze verkeren
o informatiebehoefte
o bijvoorbeeld keuze voor een open hart operatie tussen op de kamer liggen bij iemand die hetzelfde nog moet ondergaan, of iemand die het reeds ondergaan heeft: tweede keuze
Waarom verkiest men in angstige situaties niet alleen te zijn?
- stress verhoogt het verlangen naar contact indien men van oordeel is dat het samenzijn met anderen de stress zal verminderen
- bij gêne zal de stress eerder nog verhogen
Welke soorten groepsgrootte zijn er?
(Theorieën?)
- Dunbar’s number
- Functionele groepsgrootte
Wat is Dunbar’s number?
de maximale groepsgrootte hangt samen met de cognitieve bekwaamheden waarover men beschikt
- Neocortexratio (gevolg van sociale organisatie) ontwikkeld door evolutionaire druk → mensen moeten samenwerken, bijvoorbeeld bij de jacht
- Vergelijking soorten (mensen 150, chimpansee 50, andere dieren ver daar onder)
- De mens kan 150 betekenisvolle relaties aan
Wat is de functionele groepsgrootte?
hoe groter de groep, hoe groter het aantal niet actieve groepsleden o macht komt in handen van enkele groepsleden
- meer conflict, minder bereidheid tot coöperatie
- moeilijk om individuele bijdragen samen te brengen bij een grote groep
geef de betekenis van territoria
specifiek gebied dat door een individu of een groep opgeëist, gemarkeerd en verdedigd worden tegen indringing van anderen
Wat is het effect van hoge densiteit?
Experimenten bij ratten toonden dat bij hoge densiteit er meer disfunctioneel gedrag en minder functioneel gedrag optrad
Wat is ruimtelijke configuratie?
- twee types studentenhuizen: blokstructuur en lange gang
- meer tevreden bij blokstructuur:
o betere vriendschappen met medebewoners
o bij anderen: grotere drukte, onvermogen om sociale relaties aan te gaan, behoefte aan meer privacy
Geef de relevantie van terittoria op individueel niveau
groepsruimte omvat individuele privéruimtes
* contact met andere groepsleden kan, maar te hoge frequentie zorgt voor gevoel van verdringing
* geeft kans aan lid om zijn persoonlijke identiteit te uiten
Wat zijn groepsnormen?
- Groepsnormen beperken, stimuleren en reguleren nhet gedrag van groepsleden
- Groepsnormen hebben een prescriptieve en een descriptieve component
- Zodra een groepsnorm binnen het groepssysteem geïnternaliseerd is, wordt deze meestal een stabiele factor
- Vb: ‘Sticky Norms’
- Zelfs individualisme kan een groepsnorm worden → groepsleden conformeren aan de norm om niet te conformeren!
Geef het verschil tussen een prescriptieve en een descriptieve component
Prescriptief:
* ‘wat zou moeten’
* meer evaluatief geladen: doen is positief, niet doen is negatief
* Normen schrijven voor wat we zouden moeten doen
Descriptief:
* ‘wat is’, zie MacNeil en Sherif (1976) normen zijn beschrijvend: schetsen wat men in een bepaalde situatie zou denken, voelen, doen, geven aan hoe dingen zijn.
Wat zijn groepsrollen?
- De verzameling verwachte gedragingen vanwege groepsleden
- Formele rollen duidelijk aangegeven, informele rollen niet (bv. leerkracht, CEO)
- Instrumenteel versus expressief (Bales, 1950)
- Mannen versus vrouwen: verschillen met betrekking tot het soort rol dat ze in kleine taakgroepen vertonen
- Effecten van status (zowel bij mannen als vrouwen)
Geef het verschil tussen instrumentele en expressieve groepsrollen.
Instrumentele: gericht op bereiken van doelstellingen: woordvoerder
Expressieve: emotionele ondersteuning, bevorderen van groepsgevoel, groepscohesie, moreel hoog houden
Wat zijn de verschillen met betrekking tot het soort rol dat mannen en vrouwen in kleine taakgroepen vertonen
- vrouwen meer begaan met anderen, nemen eerder sociaal emotionele rollen op zich (zowel in gemengde als enkel vrouwen groepen)
- mannen stellen meer taakgerichte gedragingen
Wat zijn de effecten van status op de groepsrollen?
- bij experiment feedback geven die op hoge competentie duidt → deelnemers worden meer taakgericht
- na negatieve feedback, meer sociaal-emotionele rol aannemen
- status vaak taakgebonden: bijvoorbeeld sjaals breien achten vrouwen zich meer competent dan mannen → zullen de taakgerichte rol opnemen eerder dan de mannen die de sociaal emotionele rol op zich nemen.
- Indien mannen en vrouwen zich voor een taakgerichte prestatie even competent achten, nemen ze vaak dezelfde rollen aan en gedragen zich op dezelfde manier.
Wat zijn difuse statuskenmerken?
- wanneer de rol tussen gender en taakprestatie niet duidelijk is.
- Men gaat er ten onrechte van uit dat mannen/vrouwen minder goed zijn voor een bepaalde taak
- nemen automatisch sociaal-emotionele rol op of worden hier ingeduwd