Begrippen en theorieën Flashcards
Wie-zegt-wat-methode
Weinig intercategorie fouten en veel intracategorie fouten
* Sterker effect: meer identificatie met geslacht
* Zwakker effect: identificatie met beide geslachten
* Omgekeerd effect: geen identificatie met geslachten
Police officer’s dilemma
Meer kans om ongewapende zwarte man dood te schieten
Sneller gewapende zwarte man dood schieten
Frequency principe
Vaak opgeroepen schema’s komen gemakkelijker op
Recency prinicipe
Recent geactiveerde schema’s komen gemakkelijker op
Online oordeelsvorming
Snel antwoorden, het zit als feit in je geheugen
Memory-based oordeelsvorming
Traag antwoorden, er moet over nagedacht worden
Superior recall effect
Bij vrije herinnering beter schema-inconsistente informatie onthouden door schema-effecten
* Sterker effect: schema met minder variabiliteit
* Afh van motivatie en capaciteit & individuele verschillen
Retrieval effect
Schema’s vullen achteraf gaten in het geheugen aan
* Meer effectief: schema consistente informatie
Recall
Inconsistente info > consistente info > irrelevante info
Recognition
Consistente info > inconsistente info > irrelevante info
Verkeerde info effect
Informatie gekregen na gebeurtenis wordt opgenomen in schema
Ideomotor-effect
Gedachteloos andere imiteren, direct effect v schema op gedrag
Dromen - Freud
Meer elementen van prime in beschrijving van de droom
Gezichtsuitdr. - Eagle
Gezichtsuitdr. - Eagle
Mono procesmodellen
Monotone relatie ts stimulusaanbieding en bewustzijn
Duale procesmodellen
Pre-waarnemer, bewuste verwerker en filter
Preferences need no inferences - Zajonc
Evaluatie kan zonder nadenken, affectieve processen zijn iets meer automatisch dan cognitieve, evidentie:
- Affectieve prime scoort boven kansniveau itt cognitieve prime
- Geen cognitieve verwerking nodig vr emotionele reactie
- Affectieve reacties hebben impact op beslissingen (schade aan amygdala: geen waarschuwingslicht voor risicovol gedrag)
IOWA gambling taak
Hersenschade: leerden niet en kozen bewust vaker de extreme en slechtere stapel, anticipatoire arousal bleef uit
Strooptaak
Kleur inkt benoemen ipv woord te leren
Affectieve strooptaak
Negatieve woorden automatischer verwerkt: moeilijker om kleur te benoemen, hogere activatie bij negatieve stimuli
IAT
Impliciete meting van attitudes obv automatische processen
Problemen: relatieve sterkte, volgorde-effect, misleidbaar
EAST
Associaties worden in 1 blok gemeten ipv 2
Dot probe taak
Stip sneller ontdekken als stond op plaats v op gefocust woord
Monty hall problem
Keuze deur veranderen om kans te verhogen