H11: emotioneel gedrag Flashcards
emotie
een complexe reactie van het lichaam in de response op een bepaalde stimulus
sympathisch zenuwstelsel
zenuwen van de thoracale en lumbale gebieden
parasympatische zenuwstelsel
craniale zenuwen en zenuwen van het sacrale ruggenmerg
James-Lange theorie
gebeurtenis –> autonomisch arousal –> reactie van het skelet –> gevoel aspect van emotie en perceptie
pure autonomic failure
conditie waarbij de output van het autonome zenuwstelsel naar het lichaam faalt
paniek aanval
periode die gemarkeerd wordt door extreem arousal van het sympathische zenuwstelsel
Cannon-bard theorie
feedback van de ingewanden is niet noodzakelijk en niet voldoende om emoties te voelen
syndroom van Bradbury-Eggleston
Het limbisch systeem is het gedeelte van de hersenen dat betrokken is bij emoties, geheugen, leren, motivatie, herinneringen en seksueel gedrag. verbonden structuren die een border vormen rond de hersenen
limbisch systeem
het limbisch systeem is het gedeelte van de hersenen dat betrokken is bij emoties, geheugen, leren, motivatie, herinneringen en seksueel gedrag. verbonden structuren die een border vormen rond de hersenstam.
behavior activation system
hersenactiviteit in de linkerhersenhelft is gemarkeerd door lage tot matige autonomische arousal en neiging tot benadering het karakteriseren van blijheid of boosheid
behavior activation system
hersenactiviteit in de linkerhersenhelft is gemarkeerd door lage tot matige autonomische arousal en neiging tot benadering het karakteriseren van blijheid of boosheid
behavior inhibition system
hersenactiviteit in de rechterhemisfeer welk aandacht en arousal laat toenemen en inhibitie laat afnemen. het stimuleert emoties als walging en angst
morele schade
besteden veel aandacht aan hoe de uitkomst ons doet voelen
serotonine turnover
de hoeveelheid serotonine die neuronen afgeven, vervangen en absorberen
turnover
afgifte en her synthese van een neurotransmitter
5-hydroxylindoleacetic adic
belangrijkste metaboliet van serotonine
cortisol
hormoon dat wordt afgescheiden van de bijnierschors; zorgt voor verhoging van de bloedsuiker en verhoogt het metabolisme. inhaleren van agressief gedrag
startle reflex
reactie die iemand maakt na een plotseling, onverwacht hard geluid of soortgelijke stimulus
bed nucleus of the stria terminals
een set neuronen die in verbinding staan met de amygdala
Urbach-wiethe ziekte
genetische aandoening waarbij er graduele atrofie van de amygdala optreedt
paniek stoornis
conditie die wordt gekenmerkt door frequente perioden van angst, snel ademhalen, toegenomen hartslag, zweten en trillen
Posttraumatische stress stoornis
een conditie die het resultaat is van ernstige traumatische ervaring die leidt tot een lange staat van frequente flashbacks en nachtmerries, vermijden van herinneringen, overdreven arousal als reactie op geluiden en andere stimuli
GABA
belangrijkste inhibitoire neurotransmitter in de amygdala
bezodiazepine
anti-angst drugs
GABAa receptor
receptorcomplex structuur met een plek waar GABA kan binden als plekken die gevoeligheid van de GABA-plek modificeren
gedragsgeneeskunde
effecten van dieet, roken, beweging, stressvolle ervaringen en andere gedragingen op de gezondheid
stress
fysiologische en gedragsreactie van het lichaam op bedreigende situaties
general adaption syndroom
een gegeneraliseerde reactie op stress
selye
stress is een reactie van het lichaam op elke verandering in iemands leven
McEwen
gebeurtenissen die geïnterpreteerd worden als bedreiging voor een individu en die fysiologische en gedragsreacties opwekken
adrenocorticotropic hormone (ATCH)
chemische stof die vrijkomt uit de voorkwab van de hypofyse; stimuleert de bijnierschors om cortisol af te scheiden
HPA-as
reactie die het lichaam voorbereidt op langdurige omgang met persistente stressor
immuunsysteem
structuren die het lichaam beschermen tegen virussen, bacteriën en andere indringers, door het produceren van leukocyten
B-cellen
rijpen in het beenmerg en scheiden antilichamen af om antigenen aan te vallen
T-cellen
rijpen in de Thymus, Cytotoxische T cellen en Helper T cellen
Natural killer cellen
bloedcellen die zich binden aan cellen die geïnfecteerd zijn met virussen en bepaalde type tumorcellen
anti lichamen
Y vorige eiwitten die binden aan specifieke antigenen
antigenen
oppervlakte eiwitten op een cel die de cel identificeren
cytokines
kleine eiwitten die het immuunsysteem afgeeft aan de hypothalamus
prostaglandines
chemische stof die het immuunsysteem afgeeft aan de hypothalamus
psychoneuroimmunologie
studie van de manier waarop vooral stressvolle ervaringen, het immuunsysteem veranderen en hoe het immuunsysteem het centrale zenuwstelsel beïnvloedt
veerkracht
de mogelijkheid om goed te herstellen van een traumatische gebeurtenis