H4: genetica Flashcards
enzym
biologische katalysator die chemische reacties in het lichaam reguleren
heterozygoot
twee verschillende varianten van een gen
homozygoot
twee gelijke varianten van een gen
dominant gen
laat een effect zien in homozygoten en heterozygote condities
recessief gen
laat een effect zien in een homozygote conditie
seks-gerelateerde genen
genen die op de sekse-chromosomen X en Y liggen
seks-gelimiteerde genen
komen voor in beide seksen, maar actiever in 1 sekse
mutatie
plotselinge verandering in het erfelijke materiaal
histonen
zorgen ervoor dat DNA eruitziet als een draad die rond een bal geweven is. De histonen in de bal hebben losse eindjes waaraan bepaalde chemische groepen kunnen hechten
evolutie
geleidelijke verandering in een hoeveelheid van bepaald gedrag en met name sociaal gedrag. De nadruk ligt hierbij op evolutionaire en functionele verklaringen
evolutionaire psychologie
houdt zich bezig met de evolutie van bepaald gedrag en met name sociaal gedrag. De nadruk ligt hierbij op evolutionaire en functionele verklaringen
kunstmatige selectie
individuen uitkiezen met een bepaald gen en die kruisen
altruistisch gedrag
gedrag waarbij je een ander helpt zonder er zelf beter van te worden
wederkerend altruïsme
het idee dat een individu iemand zal helpen als die persoon hem ook zal helpen
groepsselectie
altruïstische groepen zouden beter overleven dan minder coöperatieve groepen
candidate gene approach
specifieke genen identificeren die aan het gedrag gelinkt zijn
genome wide association study
vergelijkt alle genen tussen twee groepen
anencefalie
de anterieure opening van de neurale buis is niet goed gesloten
spina bifida
de posterior opening van de neurale buis is niet goed gesloten
proliferatie
geboorte van primitieve cellen in de ventrikels
migratie
primitieve cellen migreren naar hun bestemming
differentiatie
primitieve cellen migreren naar hun bestemming
synaptogenese
vorming van synapsen
myelinisatie
gliacellen vormen de isolerende schede (causaal naar Rostraal)
apoptose
geprogrammeerde celdood
neurotrofines
een chemische stof die het overleven en de activiteit van een neuron vergroot
first in, last out
myelinisatie gaat van achteren naar voren. de visuele cortex is dus eerder gemyelinseerd dan de prefrontale cortex
focale hand dystonie
moeite met het onderscheiden van zijn vingers in gevoel en beweging
beroerte
cerebrovasculair incident
ischemie
een hersengebied dat onvoldoende bloed toegevoerd krijgt
hemorragie
versterking van de bloedingsneigingen –> scheur in slagader
oedemen
vochtophopingen
diaschisis
verminderde activiteit van overlevende neuronen na schade aan verbonden neuronen
fatoom ervaring oorzaak
reorganisatie van de somateosensorische cortex